ECLI:NL:RBNNE:2023:4235

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
17 oktober 2023
Zaaknummer
C/19/144263 / FA RK 23-1231
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van geslacht en voornaam van een non-binaire persoon

Op 17 oktober 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene verzocht om wijziging van zijn geslacht in de geboorteakte van 'vrouw' naar 'X', en om wijziging van zijn voornaam naar [gewenste naam]. Betrokkene, die zich identificeert als non-binair, heeft aangegeven dat de huidige geslachtsregistratie en voornaam niet overeenkomen met zijn genderidentiteit, wat leidt tot belemmeringen in zijn zelfbeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een maatschappelijke erkenning is voor een neutrale geslachtelijke identiteit en dat het individuele belang van betrokkene zwaarder weegt dan het algemeen belang bij handhaving van de huidige wettelijke regeling. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de geboorteakte aan te passen en de voornaam te wijzigen, waarbij de rechtbank ook heeft opgemerkt dat er nog geen wetgeving is die een genderneutrale registratie mogelijk maakt. De beslissing is genomen in het kader van de huidige juridische ontwikkelingen en de noodzaak om recht te doen aan de identiteit van betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rekestnummer: C/19/144263 / FA RK 23-1231
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 17 oktober 2023
inzake het verzoek van
[huidige voornaam] [achternaam],
wonende te [woonplaats] ,
hierna ook te noemen betrokkene,
advocaat mr. E.P.J. Appelman, kantoorhoudende te Alkmaar.
De rechtbank merkt naast betrokkene als belanghebbende aan:
 de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [naam gemeente] (hierna: de ABS).

1.Procesverloop

1.1.
Betrokkene heeft op 19 juni 2023 een verzoekschrift ingediend waarin betrokkene, na wijziging van het verzoek, de rechtbank verzoekt:
Primair:
de geboorteakte van betrokkene te doen verbeteren, in die zin dat het geslacht van betrokkene zal worden gewijzigd van "vrouw" in: "X";
de voornaam van betrokkenen te wijzigen in [gewenste naam] , zodat betrokkene zal heten [gewenste naam] [achternaam] ;
Subsidiair:
3. een beslissing te nemen die recht doet aan het belang van betrokkene om een genderneutrale registratie van het geslacht in de geboorteakte te voeren.
1.2.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op de mondelinge behandeling met gesloten deuren van 20 september 2023 in aanwezigheid van betrokkene bijgestaan door zijn advocaat en mevrouw [naam 2] , namens de ABS.

2.Standpunt van betrokkene

2.1.
Betrokkene legt aan het verzoek ten grondslag dat betrokkene belemmeringen ervaart in diens identiteit en zelfbeeld als gevolg van het hebben van een vrouwelijke voornaam. Het gebruik van de letter ‘V’ in het paspoort komt niet overeen met hoe betrokkene zich identificeert, omdat de categorie ‘non-binair’ beter bij betrokkene past.
Betrokkene heeft de nadrukkelijke wens om een genderneutrale geslachtsregistratie in het paspoort (“X”) te krijgen. In dit verband stelt die dat zowel de ‘V’ in paspoort als de vrouwelijke voornaam een bron van frustratie vormen, omdat ze nog steeds leiden tot verkeerde aanduidingen van de door betrokkene ervaren geslachtsovertuiging. Telkens wanneer betrokkene diens ‘officiële naam’ moet invullen of een identificatiedocument zoals een rijbewijs of paspoort moet tonen, voelt het voor betrokkene als de informatie van iemand anders en niet als een weerspiegeling van de eigen identiteit. Mensen die de ‘officiële naam’ van betrokkene zien, gaan er automatisch van uit dat ze te maken hebben met een vrouw en dat is niet hoe betrokkene zich identificeert. Betrokkene stelt dat die zich altijd naar de gangbare (vrouwelijke) norm heeft gedragen, maar dat het voor die een openbaring was toen die wist dat een non-binaire genderbeleving bestond. Betrokkene stelt dat die in de afgelopen jaren concrete stappen heeft ondernomen om meer aansluiting te zoeken bij de wijze waarop die zichzelf beleeft, namelijk dat die noch tot het vrouwelijk, noch tot het mannelijk geslacht behoort. Betrokkene zal zich in het dagelijks leven comfortabeler voelen indien de geslachtsregistratie op het paspoort overeenkomt met diens geslachtsovertuiging.
2.2.
Betrokkene gebruikt in het dagelijks leven reeds de zelfgekozen roepnaam [gewenste naam] en merkt in dit verband een groot verschil in hoe die zich voelt wanneer deze naam wordt gebruikt in vergelijking met de oude naam, [huidige voornaam] . Het gebruik van de oude naam voelt alsof het over iemand anders gaat en dit maakt betrokkene ongelukkig. Daarentegen voelt de naam, [gewenste naam] , als diens eigen naam. Deze naam is onlosmakelijk verbonden met de identiteit van betrokkene. Door de naam [gewenste naam] te gebruiken voelt die zich ook meer gezien door de omgeving. Het aanpassen van de voornaam zou die in staat stellen om authentiek te zijn en zich volledig te identificeren met de informatie die in officiële documenten wordt weergegeven. Betrokkene stelt dat die in de afgelopen jaren concrete stappen heeft ondernomen om meer aansluiting te zoeken bij de wijze waarop die zichzelf beleeft, namelijk dat die noch tot het vrouwelijk, noch tot het mannelijk geslacht behoort. Betrokkene zal zich in het dagelijks leven comfortabeler voelen indien de geslachtsregistratie op het paspoort overeenkomt met diens geslachtsovertuiging.

3.Het standpunt van de ABS

De ABS is van mening dat het niet aan haar is om te oordelen over hoe iemand zich voelt. Als de rechtbank het verzoek toewijst zal de ABS de beschikking uitvoeren. De gemeente van de woonplaats van betrokkene moet vervolgens de BRP aanpassen en daar kan betrokkene dan een nieuw paspoort met de gewenste vermelding aanvragen.
De ABS stelt dat het niet gebruikelijk is om op een akte een "X" te vermelden, maar zij kunnen met een toewijzende beschikking wel uit de voeten.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank zal, conform hetgeen steeds vaker gebruikelijk is, naar betrokkene verwijzen met ‘die’ als persoonlijk voornaamwoord en ‘diens’ gebruiken als bezittelijk voornaamwoord.
Met betrekking tot de geslachtsaanduiding op de geboorteakte
4.2.
De rechtbank moet allereerst beoordelen of het mogelijk is om de geslachtsaanduiding in de geboorteakte van betrokkene te wijzigen naar "X" De rechtbank overweegt dat de huidige wettelijke bepalingen in beginsel niet voorzien in die mogelijkheid. Op grond van artikel 1:19d van het Burgerlijk Wetboek (BW) is het mogelijk om, in het geval dat het geslacht van het kind (om medische redenen) twijfelachtig is, in de geboorteakte de vermelding op te nemen dat het geslacht van het kind 'niet is kunnen worden vastgesteld'. Hiervan is bij betrokkene geen sprake.
Daarnaast is het (op grond van de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW) mogelijk om de geslachtsaanduiding te verbeteren, waarbij kan worden gekozen voor ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’. Een wettelijke basis voor een genderneutrale geslachtsaanduiding ontbreekt.
4.3.
Op 4 mei 2021 is een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat ertoe strekt de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte te versoepelen en de procedure te vereenvoudigen. Naar aanleiding van dit wetsvoorstel heeft Tweede Kamerlid Van Ginneken een amendement ingediend dat strekt tot het mogelijk maken van de registratie van 'X' in de geboorteakte. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 6 april 2022 advies uitgebracht aan de minister van Rechtsbescherming ten aanzien van het hiervoor genoemde amendement en geadviseerd om de mogelijkheid tot wijziging naar een geslacht neutrale registratie via een zelfstandig wetsvoorstel te regelen. In reactie daarop heeft Van Ginneken haar amendement ingetrokken en aangekondigd er een aparte initiatiefwet van te maken.
4.4.
De rechtbank Den Haag heeft in dit kader bij beschikking van 17 december 2021 prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 4 maart 2022 (ECLI:NL:HR:2022:336) afgezien van beantwoording van deze prejudiciële vragen en daartoe overwogen dat het beantwoorden van deze vragen de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten zou gaan, nu wetgeving op dit vlak al in voorbereiding is. De Hoge Raad concludeerde daarbij dat het, totdat er sprake is van wetgeving, aan de rechter is om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen.
4.5.
De rechtbank stelt vast dat er sinds het arrest van de Hoge Raad van 4 maart 2022 nog geen nadere wetgeving in werking is getreden die de registratie van 'X' als geslachtsaanduiding mogelijk maakt. De rechtbank is daarom, gelet op de hiervoor aangehaalde jurisprudentie, van oordeel dat het op dit moment aan de rechter is om in de onderhavige concrete zaak te beslissen.
4.6.
Uit de stukken en hetgeen op de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, staat vast dat de vermelding van het vrouwelijke geslacht op de geboorteakte van betrokkene niet in overeenstemming is met de bij die bestaande duurzame overtuiging een non-binaire genderbeleving te hebben. De rechtbank overweegt dat sprake is van een maatschappelijke erkenning en een trend naar juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit. De wetgever werkt aan een wetswijziging om deze maatschappelijke erkenning om te zetten in wetgeving. Daarbij zijn er inmiddels meerdere rechterlijke uitspraken waarin het verzoek tot registratie van een "X" als geslachtsaanduiding wordt toegewezen, waarbij wordt geoordeeld dat het gebrek aan wettelijke mogelijkheden voor een non-binaire geslachtsaanduiding strijdigheid oplevert met internationale verdragen als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). De rechtbank is van oordeel dat deze ontwikkeling, in combinatie met het individuele belang van betrokkene bij juridische erkenning van diens innerlijke genderbeleving, zwaarder weegt dan het algemene belang bij handhaving van de huidige wettelijke regeling of het afwachten van de ontwikkelingen in die wetgeving. De rechter is daarbij van oordeel dat van betrokkene niet kan worden verwacht dat die wacht op het wetgevingsproces.
4.7.
Op grond van voorgaande overwegingen zal de rechtbank het verzoek toewijzen op de wijze als hierna weergegeven. De rechtbank zal de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Pekela gelasten om aan de geboorteakte van betrokkene een latere
vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht "X" zal zijn.
Met betrekking tot de voornaamswijziging
4.8.
Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of op verzoek van diens wettelijk vertegenwoordiger. Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende gebleken van een zwaarwichtig belang bij toewijzing van het verzoek tot voornaamswijziging. Door die is daartoe aangevoerd dat diens huidige voornaam voor die te vrouwelijk is en dat die zich identificeert met de niet-binaire voornaam [gewenste naam] . Deze naam heeft voor die speciale, ook spirituele, betekenis en die gebruikt deze naam al geruime tijd.
4.9.
Naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW verzetten zich geen wettelijke bepalingen tegen toewijzing van het verzoek. Ook van andere bezwaren tegen die toewijzing is niet gebleken. De rechtbank zal het verzoek tot wijziging van de voornaam dan ook eveneens toewijzen.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [naam gemeente] om aan de geboorteakte, ingeschreven in het register van de gemeente [geboorteplaats] , thans gemeente [naam gemeente] , van het jaar 1986, een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht "X" zal zijn;
5.2.
bepaalt dat de voornaam [huidige voornaam] , wordt gewijzigd naar: [gewenste naam] , waardoor diens voor- en achternaam wordt
[naam 1];
5.3.
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [naam gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. F.V. Marquenie, (rechter), bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
fn: mmv/615