2.3.Verweerder heeft op 4 juli 2023 besloten in weerwil van het negatieve welstandsadvies toch een omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning is bij besluit van 12 juli 2023 verleend.
3. Op grond van artikel 2.1, eerste lid onder a, c en f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
[…]
c. het handelen in strijd met ruimtelijke regels van de geldende beheersverordening;
f. het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijksmonument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een rijksmonument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht,
[…]
In artikel 2.10, eerste lid onder c en d van de Wabo is geregeld dat, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, de omgevingsvergunning wordt geweigerd indien:
c. de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening (..) tenzij de activiteit niet in strijd is met een omgevingsvergunning die is verleend met toepassing van artikel 2.12;
d. het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitzondering van een tijdelijk bouwwerk dat geen seizoensgebonden bouwwerk is, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onder a, van de Woningwet, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend;
Op grond van artikel 2.12, eerste lid onder a, 2° van de Wabo kan, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen
[…]
Ingevolge artikel 2.26, derde lid van de Wabo stelt het bevoegd gezag de bij algemene maatregel van bestuur (…) of andere instanties in gevallen die behoren tot een bij die maatregel, onderscheidenlijk verordening aangewezen categorie in de gelegenheid hem advies uit te brengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning.
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is in artikel 6.4, eerste lid geregeld dat met betrekking tot een aanvraag ten aanzien van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de wet, als adviseurs worden aangewezen:
a. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, indien de activiteit betrekking heeft op, voor zover hier relevant:
1°. het slopen van een rijksmonument of een deel daarvan voor zover van ingrijpende aard,
2°. het ingrijpend wijzigen van een rijksmonument of een belangrijk deel daarvan, voor zover de gevolgen voor de waarde van het rijksmonument vergelijkbaar zijn met de gevolgen van het geval, bedoeld onder 1°,