ECLI:NL:RBNNE:2023:4163

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
11 oktober 2023
Zaaknummer
LEE 22/3159
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering evenementenvergunning voor meerdaags muziekevenement op Terschelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Chasing the Hihat Productions bv en de burgemeester van Terschelling. De eiseres, Chasing the Hihat Productions bv, had een aanvraag ingediend voor een evenementenvergunning voor het organiseren van een meerdaags muziekevenement, genaamd 'it Eilân', dat gepland was van 15 tot en met 18 september 2022. De burgemeester heeft deze vergunning geweigerd bij besluit van 4 juli 2022, waarop eiseres beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft het beroep behandeld op de zitting van 4 mei 2023.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester de vergunning heeft geweigerd op basis van zorgen over de volksgezondheid en de brandveiligheid. De burgemeester stelde dat er onvoldoende ambulancecapaciteit beschikbaar was om de veiligheid van festivalbezoekers te waarborgen. Eiseres heeft echter aangetoond dat zij een derde ambulance met bevoegd personeel kon regelen, wat de rechtbank onvoldoende gemotiveerd vond om de vergunning te weigeren.

Daarnaast heeft de rechtbank de argumenten van de burgemeester over de brandveiligheid beoordeeld. De burgemeester had geweigerd de vergunning te verlenen vanwege het gebruik van een Greener battery, waarbij de brandweer aangaf dat bij brand in de accupakketten geen bestrijding mogelijk zou zijn. De rechtbank oordeelde dat de overwegingen van de burgemeester niet voldoende waren onderbouwd en dat de bescherming van het milieu niet als dragende reden kon worden gebruikt voor de weigering van de vergunning.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het bestreden besluit vernietigd, het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Bestuursrecht
locatie Groningen
zaaknummer: LEE 22/3159

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 oktober 2023 in de zaak tussen

Chasing the Hihat Productions bv, gevestigd te Amsterdam, eiseres,

(mr. M.L. Diepenhorst)
en

de burgemeester van Terschelling, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 4 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder geweigerd aan eiseres een evenementenvergunning te verlenen voor het organiseren van een meerdaags muziekevenement (hierna: it Eilân).
Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Het beroep is behandeld op de zitting van 4 mei 2023. Eiseres is vertegenwoordigd door [naam 1]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] en [naam 3].

Overwegingen

Feiten en omstandigheden

1. Op 31 augustus 2021 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor het organiseren van een meerdaags muziekfestival rondom het duinmeertje van Hee en de campings de Kooi en Cupido en vakantiepark Riesen op Terschelling.
1.1.
Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder de evenementenvergunning geweigerd.
1.2.
Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Wettelijke bepalingen
2. Ingevolge artikel 2.25, eerste lid van de Algemene Plaatselijke verordening (APV) is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.
2.1.
Op grond van artikel 1:8 van de APV kan de vergunning of ontheffing door het daartoe bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van:
a. de openbare orde;
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
procesbelang
3. De rechtbank beoordeelt ambtshalve of eiseres procesbelang heeft bij deze beroepsprocedure. De bestuursrechter is alleen geroepen tot het beantwoorden van rechtsvragen als het doel dat eiseres voor ogen staat met het ingestelde rechtsmiddel kan worden bereikt en voor haar feitelijk van betekenis is. De bestuursrechter dient het beroep niet-ontvankelijk te verklaren als het procesbelang ontbreekt.
3.1.
Het beroep van eiseres is gericht tegen het weigeren van een vergunning voor het houden van een evenement voor de periode van 15 tot en met 18 september 2022 te Terschelling. Het gaat om een uitgewerkt besluit, nu de vergunning ziet op een evenement dat zou plaatsvinden in 2022. Het procesbelang blijft bij een uitgewerkt of vervallen besluit echter behouden als er sprake zal zijn van toekomstige besluitvorming waarbij het inhoudelijke oordeel over het besluit kan worden betrokken. Het moet wel aannemelijk zijn dat die toekomstige besluitvorming zal plaats vinden. Dat zal met name het geval zijn bij een voortdurende activiteit waardoor periodiek vergunningen worden verleend of een activiteit die in de toekomst zal worden herhaald, zoals een jaarlijks evenement.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres nog procesbelang heeft bij deze procedure. Eiseres heeft aangegeven in 2024 het evenement te willen organiseren en heeft daarvoor deels ook al de benodigde vergunningen. Daarmee staat naar oordeel van de rechtbank ook voldoende vast dat er sprake is van een terugkerend evenement. De rechtbank zal de beroepsgronden van eiseres dan ook inhoudelijk bespreken.
Inzet ambulances
4. In het besluit heeft verweerder overwogen dat de vergunning wordt geweigerd omdat eiseres niet in extra ALS-hulpverlening kan voorzien waardoor het belang van de volksgezondheid niet kan worden geborgd.
4.1.
In het advies van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), behorend bij de brief van 3 mei 2022, is ten aanzien van inzet van EHBO’ers opgenomen dat onder andere één ALS-team RAV Fryslân moet worden ingezet. RAV Fryslân is op grond van de Wet ambulancezorgvoorzieningen de enige partij die mag vervoeren op de openbare weg binnen Friesland. Verweerder heeft aangegeven genoodzaakt te zijn om de vergunning te weigeren omdat RAV Fryslân niet de mogelijkheid had om te voldoen aan de vereiste capaciteit, namelijk één ambulance beschikbaar voor het eventuele vervoer van festivalbezoekers en twee ambulances die beschikbaar blijven voor de reguliere zorg op het eiland.
4.2.
Eiseres heeft aangevoerd dat zij een partij heeft gevonden die een derde ambulance met bevoegd personeel kan leveren. Het gaat volgens eiseres om een partij die vaak met Regionale Ambulance Voorziening (RAV) in dit soort constructies samenwerkt. Volgens eiseres gebeurt dit ook vaker bij evenementen op Terschelling.
4.3.
De rechtbank constateert dat, afgezien van een opmerking in het dossier dat de ambulancezorg op Terschelling heeft aangegeven geen capaciteit te kunnen vrijmaken voor het evenement, geen informatie in het dossier is te vinden dat RAV Fryslân geen mogelijkheid heeft om te voldoen aan de vereiste capaciteit. Geen inzicht is verschaft waarom RAV Fryslân hieraan niet zou kunnen voldoen. Mede gelet op hetgeen is bepaald in artikel 6 van de Wet ambulancezorgvoorzieningen, waaruit kan worden afgeleid dat ook in opdracht van een RAV of op grond van een overeenkomst met een RAV ambulancezorg kan worden verleend, acht de rechtbank onvoldoende inzichtelijk gemaakt of en waarom niet voldoende ambulancezorg kan worden geleverd. Immers, eiseres heeft aangegeven dat zij een partij heeft gevonden die in samenwerking met RAV Fryslân de zorg zou kunnen leveren.
De beroepsgrond slaagt.
Advies brandweer
5. Volgens verweerder wordt niet voldaan aan de voorschriften die de brandweer geeft in het advies, zodat daarom de vergunning eveneens geweigerd moet worden. Eiseres heeft aangegeven aan enkele voorwaarden te kunnen voldoen, maar niet alle voorwaarden worden door eiseres als redelijk gezien.
5.1.
In een advies van de brandweer, gevoegd bij een brief van verweerder van 2 mei 2022, is aangegeven dat in een mail van 11 maart 2022 en 29 april 2022 is aangegeven dat bij een brand in de accupakketten van de Greener Battery de brandweer geen bestrijding kan doen. In de zienswijzenota heeft verweerder hier vervolgens over opgenomen dat hier een aanvulling op gegeven is op 30 juni 2022. Hierin heeft de brandweer volgens verweerder aangegeven dat aan aanvullende voorwaarden moet worden voldaan om risico’s te verkleinen. Zo zou een Storzkoppeling op de container waarin de Greener battery staat aanwezig moeten zijn. De accu zou ook in een waterdichte bak geplaatst moeten kunnen worden: de brandweer zou de container wel kunnen vullen met water, maar het water loopt vervolgens weg in het natuurgebied. Ook de locatie van de container zou moeten worden aangepast.
5.2.
Verweerder overweegt in de zienswijzenota dat de kans dat een dergelijke accu in brand vliegt weliswaar minimaal is, maar het effect op een natuurgebied en/of dichtbewoond gebied zeer groot is. Denk hierbij aan het langdurig moet evacueren, langdurige inzet van de brandweer en de effecten op het natuurgebied.
5.3.
De rechtbank constateert allereerst dat de overweging om de evenementenvergunning niet te verlenen vanwege het gebruik van de Greener battery in hoge mate is ingegeven doordat, bij geval van brand, er schade wordt toegebracht aan het Natura 2000-gebied. Zoals door eiseres terecht is opgemerkt en ook al vaak is uitgesproken, ziet het begrip “bescherming van het milieu” zoals in de APV opgenomen, niet op de bescherming van het milieu in relatie tot natuur maar op de bescherming van het woon- en leefklimaat van mensen. Dit blijkt onder andere uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1855. In deze uitspraak is overwogen dat de Flora- en faunawet (nu Wet natuurbescherming) verbodsbepalingen bevat inzake in het wild voorkomende beschermde inheemse diersoorten, waaronder vogels, en hun natuurlijke leefomgeving. Deze wet beoogt de instandhouding en het welzijn van in het wild voorkomende beschermde inheemse diersoorten uitputtend te regelen. Dit geldt evenzeer voor instandhouding van natuurgebieden, en in het bijzonder Natura-2000 gebieden. Aanvullende bescherming via de APV kan daarom niet geboden worden. Deze overwegingen van verweerder kunnen derhalve het besluit niet dragen.
5.4.
De rechtbank begrijpt dat het gebruik van grote accupakketten zoals hier aan de orde een zeker risico met zich meebrengen. De rechtbank acht evenwel onvoldoende gemotiveerd dat het risico hier zo groot is dat dit aan vergunningverlening in de weg staat. De rechtbank overweegt daarbij dat het aannemelijk is dat ook op het eiland personenwagens en bussen steeds vaker met grote accupakketten rondrijden waaraan op geen enkele wijze vergelijkbare eisen worden gesteld.
Mocht het komen tot een calamiteit is duidelijk dat dit ernstige gevolgen kan hebben voor de omgeving. Niet duidelijk is echter waarom dit volgens verweerder onacceptabel zou zijn. Uit hetgeen verweerder heeft opgenomen in de zienswijzenota is het wel mogelijk de accu te blussen, aangezien het in een container is geplaatst. Verder moeten de festivalbezoekers worden geëvacueerd, maar dit is bij andere grote branden ook het geval. Ook is niet aannemelijk geworden dat de locatie onbereikbaar zou zijn, de route is weliswaar onverhard maar dat maakt het nog niet zonder meer onbereikbaar voor de brandweer. De rechtbank overweegt daarbij dat accupakketten zoals hier, tegenwoordig bij het organiseren van evenementen zoals deze, gemeengoed zijn. Mede gelet op het feit dat de bescherming van het Natura 2000 -gebied niet meegenomen kan worden als dragende overweging, acht de rechtbank het besluit ook op dit punt ontoereikend gemotiveerd.
De beroepsgrond slaagt.
Conclusie
6. Bovenstaande overwegingen leiden tot de conclusie dat het beroep gegrond is. Het bestreden besluit zal worden vernietigd omdat deze in strijd is met artikel 3:46 van de Awb. Gelet op de aard van de geconstateerde gebreken, ziet de rechtbank geen aanleiding om zelf in de zaak te voorzien of de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand te laten.
Proceskosten en griffierecht
7. Aangezien het beroep gegrond is dient verweerder het betaalde griffierecht aan eiseres te vergoeden. Dit is een bedrag van € 184,-.
8. De rechtbank ziet aanleiding verweerder te veroordelen in de proceskosten die eiseres heeft moeten maken. Deze proceskosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift).

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit van 4 juli 2022;
 bepaalt dat verweerder een nieuw besluit neemt met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van in totaal
€ 837,-;
 draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.L. Vucsán, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Veenstra, griffier. De beslissing is op 13 oktober 2023 in het openbaar uitgesproken.
de griffier de rechter
de rechter is verhinderd deze
uitspraak te ondertekenen

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Afschrift verzonden op: