1.5.Eisers zijn het niet eens met het besluit en hebben beroep ingesteld.
Het besluit van 12 oktober 2021
2. De rechtbank verklaart het beroep van eisers en eiseressen sub 1 en 2 voor zover dat gericht is tegen het ingetrokken besluit van 12 oktober 2021 niet-ontvankelijk. Verweerder heeft dat besluit ingetrokken en vervangen voor het bestreden besluit van 723 november 2022. Gesteld noch gebleken is dat eisers en eiseressen nog een belang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep voor zover het gericht is tegen dat ingetrokken besluit.
3. Op grond van artikel 1.2, eerste lid van de Wet milieubeheer (Wm) stellen Provinciale staten ter bescherming van het milieu een verordening vast.
Op grond van het tweede lid onder b bevat de verordening ten minste regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder in bij de verordening aangewezen gebieden.
Op grond van artikel 1.3, eerste lid Wm kan bij de provinciale milieuverordening worden bepaald dat daarbij aangewezen bestuursorganen in daarbij aangegeven categorieën van gevallen ontheffing kunnen verlenen van bij die verordening aangewezen regels, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet.
Op grond van het derde lid houdt het betrokken orgaan bij de beslissing op de aanvraag om een ontheffing in ieder geval rekening met het voor hem geldende milieubeleidsplan.
In artikel 4.1, eerste lid van de Provinciale Milieuverordening (PMV) is bepaald dat gebieden waarvoor regels gelden ter voorkoming of beperking van geluidhinder, die gebieden zijn die als zodanig zijn aangewezen in bijlage 1 en die zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten.
Op grond van artikel 4.2 van de PMV is het verboden in een milieubeschermingsgebied waar voorkoming of beperking van geluidhinder wordt nagestreefd zonder noodzaak geluid voort te brengen, te doen of te laten voortbrengen in zodanige mate dat de heersende natuurlijke rust in het gebied wordt verstoord.
Op grond van het tweede lid is het verboden in een stiltegebied de in artikel 4.3 aangewezen toestellen te gebruiken.
In artikel 4.3 zijn, voor zover relevant, de volgende toestellen aangewezen:
c. motorisch aangedreven werktuigen met bijbehorende transportmiddelen, te gebruiken in
het kader van aanleg van kabels en buisleidingen in of op de bodem;
d. brommers, scooters en motorrijtuigen, tenzij ze worden gebruikt op de openbare weg of
voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden;
i. muziekinstrumenten en geluidsapparatuur;
Ingevolge artikel 4.5, eerste lid van de PMV kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid, van artikel 4.2 vervatte verboden.
In artikel 7.2 van de PMV is opgenomen dat de ontheffing wordt geweigerd indien door het stellen van voorschriften niet voldoende kan worden tegemoet gekomen aan het belang dat beschermd moet worden door de bepaling waarvan ontheffing wordt gevraagd.
4. Eisers en eiseressen zijn het niet eens met het besluit van verweerder. Samengevat hebben zij aangevoerd dat een dergelijk luidruchtig evenement niet past in een stiltegebied. Verder is het besluit onvoldoende gemotiveerd: verweerder heeft niet aangegeven welke geluidsnormstelling als uitgangspunt moet worden beschouwd en enkel de opmerking dat sprake is van een tijdelijk evenement achten eisers onvoldoende. De belangenafweging is naar de overtuiging van eisers en eiseressen ondeugdelijk, het aspect van cumulatie van geluid door onder andere het motorcrossterrein en de andere podia is niet meegenomen. Bovendien zegt het geluidsonderzoek niets over de impact van het geluid in het stiltegebied.