ECLI:NL:RBNNE:2023:4046
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 21 september 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een wrakingsverzoek van de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Nijholt, behandeld. Het verzoek richtte zich tegen mr. F. Sijens, de rechter die betrokken was bij een bestuursrechtelijke procedure tussen de verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker stelde dat de rechter niet onafhankelijk was, omdat hij geen maatregelen had genomen om haar in staat te stellen medische stukken in te brengen, die cruciaal waren voor haar zaak. De verzoeker had deze stukken eerder, maar door fouten bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers was het haar niet gelukt deze tijdig in te dienen. De verzoeker betoogde dat de rechter de belangen van de IND had gediend en dat dit leidde tot een oneerlijke procedure.
De wrakingskamer overwoog dat de beoordeling van wrakingsverzoeken is gebaseerd op artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond was, omdat de verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangedragen die de vooringenomenheid van de rechter konden onderbouwen. De wrakingskamer verklaarde het verzoek ongegrond en bepaalde dat de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.