Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De officier van justitie heeft bij de formulering van de strafeis meegewogen dat verdachte als mantelzorger voor haar vader zorgt en zij het enige directe familielid is met een rijbewijs.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de oplegging van een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid niet enkel verdachte hard treft. Verdachte fungeert als mantelzorger van haar vader. Zij is het enige familielid met een rijbewijs die hem naar afspraken kan brengen. Tot slot heeft de raadsman opgemerkt dat het verrichten van een taakstraf zwaar zal zijn voor verdachte gelet op haar psychische gesteldheid.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het rapport van de reclassering van 14 juli 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich als bestuurder van een auto op 12 december 2022 schuldig gemaakt aan aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag. Terwijl de ruiten van de auto helemaal waren beslagen, waardoor verdachte slecht zicht had op de weg, is zij toch doorgereden met 70 kilometer per uur en heeft zij onvoldoende rechts gehouden. Hierdoor heeft verdachte de verkeersveiligheid van medeweggebruikers op ernstige wijze in gevaar gebracht. Verdachte is, zonder dat zij het merkte, op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer terechtgekomen. Er heeft een ongeval plaatsgevonden waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Het slachtoffer heeft ter zitting verklaard dat zij nog dagelijks de gevolgen van het ongeval ondervindt.
Uit het reclasseringsrapport van 14 juli 2023 volgt dat verdachte zeer onder de indruk is van het gepleegde feit. Ze is geschrokken van het ongeval en maakt zich zorgen om het slachtoffer. Ze heeft hierdoor ernstige emotionele klachten, waardoor normaal functioneren niet meer lukt. Ze rijdt niet meer alleen in de auto, heeft het afgelopen jaar niet kunnen functioneren als student aan de universiteit en heeft moeite haar emoties te reguleren. Ze is bekend met depressieve gevoelens in het verleden. Verdachte heeft zich na het delict gemeld bij de huisarts en is op de wachtlijst geplaatst bij een psychologenpraktijk. Verdachte heeft ter zitting toegelicht dat de behandeling sinds 2 weken is begonnen.
Interventies in een justitieel kader acht de reclassering niet passend. De risico's worden als laag ingeschat. Het delict lijkt een incident en verdachte heeft haar praktische leefgebieden op orde. De reclassering ziet verdachte in haar huidige toestand geen taakstraf uitvoeren. Ze is dusdanig emotioneel ontregeld dat uitvoering geven aan een taakstraf volgens de reclassering op dit moment niet mogelijk is.
De rechtbank heeft voor het bepalen van de straf gelet op de oriëntatiepunten die door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) zijn vastgesteld. Bij een bewezenverklaring van overtreding van artikel 6 WVW 1994 waarbij de verdachte een aanmerkelijke verkeersfout heeft gemaakt waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht, is hierin als uitgangspunt opgenomen de oplegging van een taakstraf van 120 uren in combinatie met een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van het feit de oplegging van een taakstraf een passende reactie vormt. Ten aanzien van het aantal op te leggen uren heeft de rechtbank naast verdachtes blanco strafblad meegewogen dat het ongeval en de gevolgen daarvan (mede door verdachtes emotionele instabiliteit) zwaar op haar drukken zodat de rechtbank van oordeel is dat kan worden volstaan met een lagere taakstraf dan door de officier van justitie is gevorderd, te weten een taakstraf voor de duur van 80 uren. De rechtbank zal daarnaast een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid aan verdachte opleggen omdat zij als mantelzorger van haar vader fungeert.