Uitspraak
[verdachte]
Tenlastelegging
- ( ten minste) 48 kilogram cocaïne voorhanden gehad in of nabij een loods in Utrechtter voorbereiding van het uitvoeren/vervoeren van deze cocaïne naar Barcelona, en/of - medeverdachte [medeverdachte 1] aangestuurd en/of geïnstrueerd bij het vervoeren en/of stashen/verbergen van die lading cocaïne, en/of
- een of meer (mede)investeerder(s) bewogen om hoeveelheden cocaïne mee te sturen op datvoorgenomen transport, en/of
- een of meer (mede)investeerder(s) (nader) geïnstrueerd om een of meer
Inleiding
Voeging JIT-overeenkomst
verkrijgingvan deze data is van opsporing onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten zoals bedoeld in rechtsoverweging 6.17 tot en met 6.19 van voornoemd arrest dan ook geen sprake. Omdat Frankrijk is toegetreden tot het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), is het kader dat door de Hoge Raad is geschetst in rechtsoverweging 6.5 van toepassing. Dat kader heeft betrekking op (de beoordeling van) de rechtmatigheid van het onderzoek dat onder verantwoordelijkheid van buitenlandse autoriteiten is uitgevoerd. Uit dat kader volgt dat het niet aan de Nederlandse strafrechter is om te toetsen of de wijze waarop het onderzoek onder verantwoordelijkheid van de buitenlandse autoriteiten is uitgevoerd, strookt met de rechtsregels die gelden in het betreffende land voor het uitvoeren van dat onderzoek. In het bijzonder is het niet aan de Nederlandse strafrechter om ex artikel 8 EVRM te beoordelen of er in Frankrijk een toereikende wettelijke grondslag bestond voor de eventueel bij het verrichten van het onderzoek gemaakte inbreuk op het recht op respect voor het privéleven en ook niet of die inbreuk noodzakelijk was. Het uitgangspunt van de rechtmatigheid van het verkregen bewijsmateriaal lijdt enkel uitzondering als in de betreffende staat onherroepelijk is komen vast te staan dat het onderzoek niet in overeenstemming met de daarvoor geldende rechtsregels is verricht. Dat daarvan sprake is, is niet gesteld door de raadsvrouw en is ook overigens niet gebleken.
naar aanleiding vande uit de JIT-overeenkomst verkregen dataset, artikel 359a Sv toepassing vindt op vormverzuimen die zich in verband met de uitoefening van die bevoegdheden in het voorbereidend onderzoek eventueel hebben voorgedaan. De inhoud van de JIT-overeenkomst heeft derhalve ook in zoverre geen juridische betekenis voor de beoordeling van de onderhavige strafzaak. De opsporingshandelingen die de Nederlandse autoriteiten hebben uitgeoefend naar aanleiding van de dataset die als gevolg van de JIT-overeenkomst is verkregen, kunnen, zoals gezegd, op gebruikelijke wijze worden getoetst door de Nederlandse strafrechter aan de hand van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering die daarop betrekking hebben.
Beoordeling van het bewijs
Inleiding
1, het navolgende.
Identificatie
de rechtbank begrijpt: amfetamine). In dat gesprek geeft [medeverdachte 2] aan dat ‘ [naam 5] ’ het gaat regelen, waarop [naam 4] vraagt of dat ‘ [naam 1] ’ is. [medeverdachte 2] geeft hierop aan dat dat klopt, maar dat [naam 2] de nieuwe chat is van [naam 1] .
2
3
4Weliswaar volgt uit het dossier niet of gebruik werd gemaakt van een automatisch gegenereerd wachtwoord alvorens de gebruiker zelf een wachtwoord instelde, maar dat voor beide accounts exact hetzelfde wachtwoord zou zijn gegenereerd zou op zoveel toeval berusten dat het als zeer onwaarschijnlijk moet worden aangemerkt. In combinatie met de andere bevindingen die hierboven zijn genoemd, trekt de rechtbank de conclusie dat de gebruiker van de accounts [naam 1] en [naam 2] één en dezelfde persoon is geweest.
5Het adres waarop verdachte destijds ingeschreven stond, te weten [adres] te Groningen, komt overeen met een ‘hotspot’ van mastgegevens die [naam 1] heeft aangestraald.
6
7Uit de EncroChat-berichten volgt dat de gebruiker van de accounts [naam 1] en [naam 2] regelmatig ‘ [naam 5] ’ werd genoemd.
8Op 22 april 2020 vindt er een chatsessie plaats tussen twee EncroChat-gebruikers waarbij één van hen aangeeft dat iemand hem heeft toegevoegd met de naam ‘ [naam 2] ’. De andere gebruiker, te weten [medeverdachte 2] , antwoordt daarop dat dat ‘ [naam 5] ’ ofwel ‘ [naam 5] ’ is. Verdachte heeft verklaard dat hij en medeverdachte [medeverdachte 2] elkaar kennen en dat hij, verdachte, door mensen in zijn omgeving ‘ [naam 5] ’ wordt genoemd (
uitgesproken als ‘ [naam 5] ’).9
10Verdachte en [naam 8] hebben een relatie (gehad)
11en zijn in oktober 2019 ouders geworden van een dochter.
12Op 9 juni 2020 stuurt [naam 2] een foto naar een andere EncroChatgebruiker waarop een foto van een baby te zien is met de tekst ‘Ja ik blijf zowiO wakker’.
13Uit de door KPN aangeleverde historische verkeersgegevens blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] veelvuldig contact heeft gehad met een telefoonnummer dat op naam staat van [naam 8] . Het nummer [telefoonnummer] straalde blijkens zendmastgegevens het vaakst de zendmast aan de [adres] te Groningen aan. Het GBA-adres van [naam 8] valt binnen het zendbereik van deze mast.
14Op dezelfde datum zoals hiervoor aan de orde is gekomen, te weten 7 april 2020, stuurt [naam 2] een adreswijziging aan dezelfde EncroChat-gebruiker als de gebruiker aan wie hij zijn telefoonnummer opgaf. [naam 2] geeft hierbij het adres [adres] op.
15De rechtbank constateert dat dit adres zeer nabij het GBA-adres van [naam 8] is gelegen.
16Aan verdachte is betrokkenheid hierbij ten laste gelegd binnen onderzoek Zebra (transport ZD-004). Bij de loods werd een auto aangetroffen die op naam staat van [naam 8] .
17Uit EncroChat-berichten volgt dat [naam 2] , nadat drie personen in de loods in Ermelo waren opgepakt, verslag heeft gedaan van de gang van zaken.
18Uit dat verslag volgt dat [naam 2] op afstand met onder andere voorrijders, achterrijders en mensen in de loods communiceerde. Daaruit volgt voorts dat hij in de avond met een advocaat heeft gesproken, dat hij de gegevens van twee personen bij hem heeft aangeleverd en dat hij de advocaat heeft gevraagd of hij die personen kan bijstaan. Uit historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat op 28 mei 2020 op verschillende momenten contact is gelegd met het nummer van [naam 9] , te weten de advocaat van in Ermelo aangehouden verdachten.
19Op 2 juni 2020 deelt [naam 2] een foto van een voorgeleidingsproces-verbaal van één van de aangehouden verdachten met een andere EncroChatgebruiker.
20De rechtbank constateert dat [naam 9] aanvankelijk ook de advocaat van verdachte was binnen onderzoek Zebra.
de rechtbank begrijpt: bij de loods)en dat deze auto later in de avond is opgehaald door onder andere ene [naam 10] .
21Uit informatie uit het politiesysteem volgt dat verdachte op 19 mei 2020 is gecontroleerd in een voertuig. In dat voertuig zaten onder andere medeverdachte [medeverdachte 3] en een persoon met de voornaam [naam 10] .
22Bij die doorzoeking werden meerdere gegevensdragers in beslag genomen. Er is onder meer onderzoek verricht aan een in de woning van verdachte aangetroffen harde schijf.
23De naam van deze harde schijf is ‘ [naam 11] ’. Op die harde schijf zijn meerdere foto’s aangetroffen waarop verdachte herkenbaar in beeld staat. Tussen de veiliggestelde video’s is een aantal filmpjes aangetroffen waarop te zien is dat een mobiele telefoon wordt gefilmd. Op die telefoon zijn notities te zien, waarvan er meerdere één op één overeenkomen met de notities die uit EncroChat-data in onderzoek Zebra naar voren zijn gekomen.
24De videobestanden zijn gemaakt op 13 juni 2020. GPSdata van deze video komen uit op het adres [adres] te Groningen. Uit de fotogalerij op de harde schijf volgt dat één van de dochters van [naam 8] op [geboortedatum] 2020 haar verjaardag vierde. Op één van de foto’s van die dag is verdachte te zien, waarop te zien is dat hij een witte korte broek draagt. Op één van de zojuist genoemde filmpjes is een witte korte broek zichtbaar met een soortgelijke zoom als te zien is op de foto van verdachte. GPS-data van deze foto komen uit op het adres [adres] te Groningen. De rechtbank constateert op basis van het voorgaande dat het niet anders kan dan dat het verdachte is geweest die de video’s heeft gemaakt.
3. Bewijsminimum en de overtuiging van de rechtbank
25Hierop is een strafrechtelijk onderzoek verricht, waaraan de naam ‘NIRO’ is gegeven. De bevindingen inzake onderzoek NIRO, zoals die in het onderhavige procesdossier zijn opgenomen, sluiten één op één aan bij de EncroChat-berichten zoals die in paragraaf 4.6 zijn opgenomen. De verdediging heeft ook niet bestreden dat bij deze inval de hennep is aangetroffen waarover in deze berichten wordt gesproken.
Transporten en de rol van verdachte hierbij blijkens de EncroChat-berichten
26Het treffen van voorbereidingen voor het transport begon op 2 april 2020 en in de dagen voorafgaand aan het transport werden de drugs door diverse
27Vanuit Veendam zijn de drugs naar Vaassen gebracht, waar deze vervolgens zijn ingeladen in een vrachtwagen.
28Er is in totaal 8 kilo cocaïne, 40.000 pillen XTC, 30 kilo MDMA, 60 kilo amfetamine, 2 kilo methamfetamine en 15,5 kilo hasjiesj geëxporteerd naar Noorwegen.
29Op 11 april 2020 vond de financiële afwikkeling plaats.
30Verdachte zorgde ervoor dat de handel middels verschillende transporten binnen Nederland werd samengebracht. Zo stuurde verdachte andere gebruikers aan voor het ophalen en wegbrengen van amfetamine, had hij de dag voorafgaand aan het transport contact met de Noorse afnemer en zorgde verdachte ervoor dat de handel een dag voor het transport stond opgeslagen bij [medeverdachte 1] in Veendam.
31
32Op 30 april 2020 werd een lading afgegeven in Unterhaching en op 1 mei 2020 in Freiburg.
33Het treffen van voorbereidingen voor het transport begon op 30 maart
34De drugs met als bestemming Freiburg werden voorafgaand aan het transport opgeslagen op een stashlocatie in Veendam. Er is in totaal 4 kilo cocaïne, 6 liter amfetamine-olie en 1,45 kilo hennep geëxporteerd naar Unterhaching en 2 kilo cocaïne naar Freiburg.
35In de maand mei (tot 20 mei 2020) vond de financiële afwikkeling plaats.
36
37Voorts had verdachte een organiserende rol bij de transporten naar zowel Unterhaching als Freiburg. Zo stuurde hij [medeverdachte 1] aan bij het maken van proefritten over de grens naar Duitsland, coördineerde hij het ophalen en wegbrengen van delen van de voorraad, stuurde hij een koerier aan voor het afleveren van cocaïne in Veendam en stuurde hij een koerier aan om - als afrekening van het transport naar Freiburg - geld op te halen in Duitsland.
38
39Op 11 mei 2020 stond de vrachtwagen met drugs klaar voor vertrek en met enige dagen vertraging kwam de uit Spanje afkomstige vrachtwagen op 14 mei 2020 aan bij een loods in Utrecht. Deze loods was bestemd voor onder meer het lossen en verpakken van de handel.
40De handel is vervolgens vervoerd naar een stashlocatie in Veendam.
41In totaal is er 527 kilogram hennep en 108 kilogram hasjiesj geïmporteerd.
42
43Verdachte coördineerde het transport binnen Nederland en onderhield contact met medeverdachten. Zo regelde hij een voorrijder en achterrijder voor de rit naar Veendam, stuurde hij de mannen die aanwezig waren in de loods in Utrecht aan en gaf hij veelvuldig updates aan [medeverdachte 2] over de stand van zaken.
44
45Dit zou met de Spaanse vrachtwagen gebeuren waarin de hennep en de hasjiesj naar Nederland waren vervoerd.
46Dit transport heeft uiteindelijk niet plaatsgevonden, omdat de betreffende chauffeur niet wilde terugrijden met deze lading.
47De lading stond opgeslagen op een stashlocatie in Veendam en is naar aanleiding van de mededeling van de chauffeur in Veendam gebleven.
48
49Zo gaf [medeverdachte 2] verdachte de opdracht om de cocaïne ‘niet te sturen’, waarop verdachte ervoor zorgde dat [medeverdachte 1] de cocaïne veilig zette. Daarnaast benadrukte verdachte dat [medeverdachte 2] een juiste beslissing moest maken ten aanzien van de verdere opslag van de cocaïne.
50Het treffen van voorbereidingen voor dit transport begon op 14 mei 2020.
51In totaal is er 240 kilo hennep geïmporteerd.
52Tijdens het lossen van de vracht in Ermelo is door de politie een inval gedaan in de loods, waarbij verschillende aanhoudingen zijn verricht.
53
54[medeverdachte 2] duidt verdachte in een chat aan als zijn jongen die alles organiseert en uit de chats volgt ook daadwerkelijk dat dit zo gebeurt.
55Uit een door verdachte zelf geschreven notitie volgt dat verdachte voorafgaand aan de inval communiceerde met onder andere voorrijders, achterrijders en mensen in de loods.
56Uit die notitie volgt voorts dat verdachte zorg droeg voor de afwikkeling van het mislukte transport, door onder meer de inhoud van EncroChat-telefoons te laten wissen, een auto te laten ophalen en een advocaat voor de aangehouden verdachten te regelen.
57De voorbereidingen voor dit transport begonnen op 29 mei 2020. De cocaïne werd voorafgaand aan het transport opgehaald op een stashlocatie in Veendam en werd elders in het land bewerkt.
58De in bolletjes verpakte cocaïne werd voorafgaand aan het transport weer naar Veendam gebracht en op 12 juni 2020 werd de cocaïne vanuit Veendam vervoerd naar Unterhaching te Duitsland.
59
60Daarnaast stuurde verdachte [medeverdachte 1] aan, die op zijn beurt een koerier aanstuurde. Zo vertelde hij [medeverdachte 1] wat er exact mee moest op transport, gaf hij de adresgegevens in Unterhaching door en gaf [medeverdachte 1] verdachte op de dag van het transport regelmatig updates over de stand van zaken.
61
62Uit de chats volgt voorts dat [medeverdachte 1] naar aanleiding van die mededeling de cocaïne in een Smart heeft gestopt en veilig heeft gezet en dat hij de Smart vervolgens in opdracht van [medeverdachte 2] heeft verplaatst naar de seniorenflat van de moeder van [medeverdachte 1] .
63Nu de cocaïne nog stond opgeslagen in een stashlocatie in Veendam en aldus nog geenszins sprake was van een vervolgfase, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gesteld dat de cocaïne werd vervoerd of ten vervoer werd aangeboden met bestemming buitenland. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 3 primair ten laste gelegde.
Bewezenverklaring
- 8 kilogram cocaïne, en
- 40.000 pillen (XTC), bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), en
- 30 kilogram MDMA, en
- 60 kilogram amfetamine, en- 2 kilogram methamfetamine,
- 4 kilogram cocaïne en 6 liter amfetamine-olie (Unterhaching), en
- 2 kilogram cocaïne (Freiburg),
- zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht teverschaffen, en
- voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden heeft gehad waarvan verdachte en zijnmedeverdachten wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit,
- 48 kilogram cocaïne voorhanden gehad ter voorbereiding van het uitvoeren van deze cocaïne naarBarcelona, en
- medeverdachte [medeverdachte 1] aangestuurd/geïnstrueerd bij het stashen/verbergen van dielading cocaïne, en
- ( mede)investeerders bewogen om cocaïne mee te sturen op dat voorgenomen transport, en
- ( mede)investeerders nader geïnstrueerd om cocaïne naar de (omgeving van de) loods in Utrecht tevervoeren, zodat deze cocaïne door verdachte en zijn medeverdachten naar Barcelona (mede)vervoerd kon worden.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Oordeel van de rechtbank
Inbeslaggenomen goederen
- C.01.01.03, C.01.03.01 tot en met C.01.03.14, C.01.04.01 tot en met C.01.04.03 en C.02.01.02 (lijst ‘ICT’);
- C.01.01.01, C.01.05.01 en C.03.01.03 (lijst ‘notities’);
- C.03.02.01 en C.03.02.02 (lijst ‘diversen’),
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.
Gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen:
- C.01.01.03, C.01.03.01 tot en met C.01.03.14, C.01.04.01 tot en met C.01.04.03 en C.02.01.02 (lijst‘ICT’);
- C.01.01.01, C.01.05.01 en C.03.01.03 (lijst ‘notities’);
- C.03.02.01 en C.03.02.02 (lijst ‘diversen’),aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten verdachte.
en in het specifiek p. 1085.
en in het specifiek p. 474.
en in het specifiek p. 471.
en in het specifiek p. 1064 en 1085en JM794, p. 1591 e.v.
en in het specifiek p. 1632.
en in het specifiek p. 471-472.
en in het specifiek p. 466.
en in het specifiek p. 466.
en in het specifiek p. 466-467.
en in het specifiek p. 1103.
en in het specifiek p. 472.
en in het specifiek p. 1913.
en in het specifiek p. 465.
en in het specifiek p. 1924.
en in het specifiek p. 1913.
en in het specifiek p. 405e.v.
en in het specifiek p. 1064 e.v.
en in het specifiek p. 1076 e.v.
en in het specifiek p. 1080-1081.
en in het specifiek p. 1089-1094, 1099, 1123-1126.
en in het specifiek p. 1312-1313. Daar waar in de chats wordt gesproken over ‘München’, gaat de rechtbank er vanuit dat het transport naar Unterhaching wordt bedoeld.
en in het specifiek p. 1279-1310 en 1325-1327.
en in het specifiek p. 1313, 1316 en 1319.
en in het specifiek p. 1344.
en in het specifiek p. 1316.
en in het specifiek p. 1274, 1308-1310, 1328-1330. 1352-1354.
en in het specifiek p. 1608 en 1626-1629.
en in het specifiek p. 1643-1648.
en in het specifiek p. 1629 en 1634.
en in het specifiek p. 1626-1627, 1638-1639, 1643, 1646-1647.
en in het specifiek p. 1652-1653.
en in het specifiek p. 1614 en 1652-1653.
en in het specifiek p. 1628-1629 en 1654-1657.
en in het specifiek p. 1655-1657.
en in het specifiek p. 1885, 1890 en 1913.
en in het specifiek p. 1882 en 1888.
en in het specifiek p. 1913.
en in het specifiek p. 1890.
en in het specifiek p. 1913.
en in het specifiek p. 2083-2090.
en in het specifiek p. 2088-2094.
en in het specifiek p. 2081-2082 en 2093-2094.
en in het specifiek p. 2090-2093.
en in het specifiek p. 1579 en 1619.
en in het specifiek p. 1627-1629.