In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser, wonende in Bitgum, tegen de omgevingsvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke is verleend voor een bijbehorend bouwwerk, namelijk een opbouw met een dak op een bestaande aanbouw. Het college had eerder op 8 december 2021 een omgevingsvergunning verleend, maar eiser maakte bezwaar tegen dit besluit. De bezwaaradviescommissie adviseerde om het besluit niet te herroepen, waarna het college het bezwaar ongegrond verklaarde en de vergunning in stand hield. De rechtbank heeft het beroep op 13 juni 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn partner aanwezig waren, evenals de gemachtigden van het college.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De rechtbank stelt vast dat het bouwplan niet voldoet aan de regels van het bestemmingsplan, aangezien de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk met 5,9 centimeter overschrijdt. De rechtbank legt uit dat het college bij het verlenen van de omgevingsvergunning beleidsruimte heeft en dat de bestuursrechter niet zelf oordeelt over de ruimtelijke ordening, maar enkel of het besluit in overeenstemming is met het recht. Eiser betoogt dat de architect die het bezonningsonderzoek heeft uitgevoerd niet op het perceel is geweest, maar de rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat er voldoende gegevens waren om het besluit te nemen.
Eiser stelt verder dat het plan leidt tot een gebrek aan licht, zicht en lucht, maar de rechtbank oordeelt dat de geringe afwijking van 5,9 centimeter niet leidt tot onevenredige schade voor eiser. Ook de argumenten over privaatrechtelijke belemmeringen worden door de rechtbank verworpen. De rechtbank concludeert dat het college in redelijkheid de vergunning heeft kunnen verlenen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt zijn griffierecht niet terug.