ECLI:NL:RBNNE:2023:3143
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtreding van de Meststoffenwet en de beoordeling van de bewijsvoering
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 27 juli 2023, wordt het beroep van eiseres, een maatschap, tegen een bestuurlijke boete van €45.521,75 wegens overtreding van de Meststoffenwet (Msw) behandeld. De boete werd opgelegd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, omdat eiseres in 2017 de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen en de stikstofgebruiksnorm had overschreden. Eiseres had in een eerder besluit van 3 december 2021 een gematigde boete ontvangen, die in het bestreden besluit van 14 oktober 2022 in stand werd gehouden. De rechtbank heeft het beroep op 21 juni 2023 behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. P. Sipma, en enkele andere personen.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de opgelegde boete onterecht was. Eiseres voerde aan dat er een onderscheid gemaakt moest worden tussen melkkoeien die vaste mest produceren en die welke drijfmest produceren, maar de rechtbank oordeelt dat de door eiseres opgegeven gegevens niet controleerbaar zijn. De rechtbank stelt vast dat eiseres zelf een aantal van 348 melkkoeien heeft doorgegeven, en dat verweerder op basis van deze informatie de Bedrijfsspecifieke Excretie (BEX) heeft berekend. Eiseres heeft niet aangetoond dat de werkelijke excretie afwijkt van de forfaits.
Daarnaast heeft eiseres betoogd dat de registratie van afgevoerde mest niet compleet was, maar de rechtbank oordeelt dat eiseres er niet in is geslaagd om met alternatieve bronnen aan te tonen dat er in 2017 een hoeveelheid van 525 ton rundveedrijfmest is afgevoerd. De rechtbank concludeert dat de boete terecht is opgelegd en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.