In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de buitenbehandelingstelling van haar aanvraag om een omgevingsvergunning voor de inrichting van een pluimveestal met 48.000 kippen. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland buiten behandeling gesteld op 14 augustus 2019, omdat er een milieueffectrapport (m.e.r.) ontbrak. Eiseres heeft bezwaar aangetekend, maar het college handhaafde zijn besluit in een bestreden besluit van 20 oktober 2020. De rechtbank heeft het beroep op 13 februari 2023 behandeld. Eiseres stelt dat de buitenbehandelingstelling niet kon worden gebaseerd op het ontbreken van een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) en dat een m.e.r. geen meerwaarde biedt bovenop de toetsing die gedeputeerde staten doen. De rechtbank oordeelt dat het college bevoegd was om een m.e.r. te eisen, gezien de significante stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Echter, de rechtbank constateert dat het college de grondslag voor de buitenbehandelingstelling heeft gewijzigd zonder eiseres de kans te geven hierop te reageren, wat in strijd is met de zorgvuldigheidseisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor is het beroep gegrond verklaard, en het bestreden besluit wordt vernietigd. Het college moet een nieuw besluit nemen met inachtneming van deze uitspraak en eiseres moet de gelegenheid krijgen om haar aanmeldnotitie aan te passen. Tevens moet het college het griffierecht en de proceskosten vergoeden.