ECLI:NL:RBNNE:2023:2572

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/18/222884 / FA RK 23-2071
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging hoofdverblijfplaats minderjarige afgewezen na informele rechtsingang

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 27 juni 2023 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van een minderjarige om zijn hoofdverblijfplaats te wijzigen. De minderjarige, die bij zijn vader staat ingeschreven en afwisselend bij zijn ouders woont, heeft verzocht om bij zijn moeder ingeschreven te worden. Hij gaf aan dat hij dit makkelijker vindt voor het regelen van zaken zoals school en medische afspraken, omdat hij het gevoel heeft dat zijn vader hierin tegenwerkt. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van een informele rechtsingang, waarbij de minderjarige op 6 juni 2023 met de rechter heeft gesproken en op 20 juni 2023 de ouders en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming zijn gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders van de minderjarige al twaalf jaar uit elkaar zijn en dat zij samen het gezag over hem uitoefenen. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat beide ouders goed voor de minderjarige kunnen zorgen en dat er geen noodzaak is om de hoofdverblijfplaats te wijzigen. De rechtbank heeft ook gewezen op de moeizame communicatie tussen de ouders en de minderjarige, maar ziet geen verband tussen een wijziging van de hoofdverblijfplaats en het verbeteren van deze communicatie. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de minderjarige om bij zijn moeder ingeschreven te worden afgewezen, met de boodschap dat open communicatie tussen de ouders en de minderjarige van groot belang is voor zijn welzijn.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
zaak-/rekestnummer: C/18/222884 / FA RK 23-2071
beschikking van 27 juni 2023 over de informele rechtsingang
in de zaak van
[de minderjarige],
die is geboren op [geboortedatum] te Groningen,
hierna te noemen: [de minderjarige 2] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
wonende te Vries,
hierna ook te noemen: de moeder,
[de vader],
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen: de vader.

1.De procedure

1.1.
Op 30 mei 2023 heeft de rechtbank een brief ontvangen van [de minderjarige] .
1.2.
[de minderjarige] is naar aanleiding van zijn brief uitgenodigd om met de rechter te praten. Dit gesprek heeft plaatsgevonden op 6 juni 2023.
1.3.
Op 20 juni 2023 heeft de rechter de zaak mondeling met gesloten deuren behandeld. De rechter heeft toen gesproken met de vader, de moeder en E.M. Scholte, die de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) vertegenwoordigt.
1.4.
Ten slotte is bepaald dat deze beschikking wordt gegeven.

2.Hoe is de situatie van [de minderjarige] ?

2.1.
De ouders van [de minderjarige] zijn al twaalf jaar uit elkaar. [de minderjarige] staat ingeschreven bij de vader en hij woont de ene week bij de moeder en de andere week bij de vader. De ouders van [de minderjarige] hebben samen het gezag over hem. Dit betekent dat zij samen (belangrijke) beslissingen over hem moeten nemen.

3.Wat vraagt [de minderjarige] aan de rechter?

3.1.
[de minderjarige] wil dat de rechter bepaalt dat hij bij de moeder wordt ingeschreven en dat hij naar een andere school mag. Hij wil dit graag omdat hij samen met de moeder dingen makkelijker kan regelen. [de minderjarige] heeft het gevoel dat zijn vader dingen tegen werkt, zoals zijn keuze voor een nieuwe school, afspraken bij de orthodontist, huisarts en vaccinaties. Dit vindt [de minderjarige] lastig en hij maakt zich hier zorgen over.

4.De beoordeling van de verzoeken van [de minderjarige]

4.1.
Deze zaak betreft een zogeheten "informele rechtsingang". Die informele rechtsingang biedt een kind dat ouder is dan twaalf jaar of soms een kind dat nog jonger is, de mogelijkheid om zich langs informele wijze tot de rechter te wenden. Dat kan dan bijvoorbeeld met een brief, een telefoontje of een verzoek tijdens een kindgesprek. De rechter kan, als zij dat wil, op dat verzoek van een kind, nadat het verzoek is behandeld en alle belanghebbenden erop zijn gehoord, ambtshalve een beslissing nemen.
4.2.
Een kind kan alleen gebruik maken van de informele rechtsingang als dat in de wet is bepaald. De wet geeft drie mogelijkheden:
1. Op grond van artikel 1:251a lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (hierna "BW") kan tijdens de echtscheidingsprocedure een beslissing over het gezag van een ouder worden gegeven. Op grond van rechtspraak van de Hoge Raad kan dat ook ná de echtscheidingsprocedure, tenzij in de echtscheidingsprocedure daarover al een beslissing is genomen (zie: HR 4 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2241);
2. Op grond van artikel 1:253a lid 4 jo. 1:377g BW kan een kind, als zijn ouders samen het gezag over hem uitoefenen, ook vragen om de vaststelling of wijziging van de verdeling van de zorg- en opvoedtaken en de hoofdverblijfplaats;
3. Op grond van artikel 1:377g jo. 1:377a, 1:377b en 1:377e kan een kind ook vragen om de vaststelling of wijziging van een omgangsregeling of informatie- en consultatieregeling.
Voor [de minderjarige]
4.3.
Beste [de minderjarige] ,
Ik heb van jou een brief ontvangen en wij hebben daarover samen gesproken op 6 juni 2023.
Daarna heb ik op 20 juni 2023 met je ouders en een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming gesproken.
Je hebt me verteld dat je graag bij je moeder ingeschreven wilt staan, omdat je dit makkelijker vindt bij het regelen van dingen. Je vertelde dat je vader regelmatig dingen vergeet, zoals de afspraken bij de orthodontist en het afhalen van medicatie. Je vindt dit vervelend en je wilt graag dat je moeder zulke dingen met jou regelt, omdat zij hier meer tijd voor heeft. Je hebt mij ook verteld dat je graag naar een andere school wilt, maar dat je vader dat niet goed vindt.
Ik heb met je ouders en de Raad gesproken en ik heb geluisterd naar wat iedereen mij verteld heeft. Je ouders hebben mij verteld dat je inmiddels ingeschreven staat op een nieuwe school en je vader heeft hier ook toestemming voor gegeven. Omdat dit al door jullie geregeld is, hoef ik daarover geen beslissing meer te nemen. Ik heb wel besloten om jouw officiële inschrijving niet te veranderen naar het adres van jouw moeder. Ik leg hier uit waarom.
Het belangrijkste punt is dat allebei je ouders veel van jou houden en zij ook het beste voor je willen. Je vader en je moeder kunnen ook allebei, op hun eigen manier, goed voor jou zorgen. Je vader heeft gezegd dat hij het ook heel vervelend vindt dat hij de afspraak bij de orthodontist is vergeten, dit was niet zijn bedoeling. Omdat allebei je ouders goed voor jou kunnen zorgen, zie ik geen reden om jouw inschrijving te veranderen. Ik vind het belangrijk dat je vader betrokken blijft in je leven en samen met je moeder beslissingen over jou neemt. Op dit moment loopt de communicatie tussen jou en je vader, maar ook tussen jouw ouders onderling, niet goed. Ik vind het belangrijk dat je probeert om open te zijn over je wensen richting je vader, zodat hij van jou hoort wat jij belangrijk vindt. Je vader hoeft niet altijd te doen wat jij graag wilt, maar het is wel goed als hij hoort wat jij vindt. Ik heb met je ouders gesproken en ik heb de indruk gekregen dat zij allebei met jou willen meedenken als je met dingen zit. De volgende keer dat er iets geregeld moet worden, zoals een Digi-D, kun je bijvoorbeeld met je vader daarover proberen te praten. Of je stuurt hem een appje waarin je vertelt wat jij graag wilt. Dit is ook voor je vader fijner, want dan gaat het niet achter zijn rug om. Het is in ieder geval belangrijk dat je open bent naar elkaar, want alleen dan kun je elkaar begrijpen.
Hieronder lees je tot slot nog de formele beslissing.
Voor de ouders en de Raad
4.4.
De rechtbank ziet onvoldoende aanleiding om de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] te
wijzigen. [de minderjarige] heeft zijn hoofdverblijfplaats bij de vader en verblijft volgens een co-ouderschapsregeling afwisselend bij de vader en de moeder. Het is de rechtbank niet gebleken dat een wijziging van het hoofdverblijf van [de minderjarige] in het belang van zijn verzorging en opvoeding noodzakelijk is.
Het is duidelijk dat er sprake is van een moeizame communicatie tussen zowel de ouders als [de minderjarige] en de vader. De rechtbank ziet niet hoe de wijziging van de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] kan bijdragen aan het oplossen van de communicatieproblemen tussen de ouders. Het is belangrijk dat de ouders onderling het gesprek met elkaar aangaan over zaken die in het belang zijn van [de minderjarige] en dat zij [de minderjarige] daar niet mee belasten. De rechtbank zal het verzoek tot wijziging van het hoofdverblijf van [de minderjarige] daarom afwijzen.
4.5.
Een en ander betekent dat de volgende beslissing moet worden genomen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijst het verzoek van [de minderjarige] om bij zijn moeder te worden ingeschreven af.
Deze beschikking is gegeven door mr. T. ter Brugge, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. P.G. de Boer, de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2023.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
a. namens de minderjarige door zijn wettelijk vertegenwoordiger of de bijzondere curator, door tussenkomst van een advocaat: binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door de minderjarige zelf als zijn verzoek ziet op de benoeming van een bijzondere curator: binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
c. door de anderen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden door tussenkomt van een advocaat: binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
d. door andere belanghebbenden door tussenkomst van een advocaat: binnen 3 maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op een andere manier bekend is geworden.
PGdeB