ECLI:NL:RBNNE:2023:2540

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
18-307292-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkeersdelict met zwaar lichamelijk letsel als gevolg van roekeloos rijgedrag

Op 23 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 16 april 2022 betrokken was bij een verkeersongeval op de N48 in de gemeente De Wolden. De verdachte, die met een overbeladen aanhangwagen reed, veroorzaakte een aanrijding waarbij een andere verkeersdeelnemer zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder een gebroken borstbeen en meerdere gekneusde ribben. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich als verkeersdeelnemer zodanig had gedragen dat het aan zijn schuld te wijten was dat het ongeval had plaatsgevonden. De verdachte had de aanhangwagen met een gewicht van 1640 kilogram getrokken, terwijl het toegestane maximum gewicht 750 kilogram was. De rechtbank concludeerde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig had gehandeld door met deze overbelading de weg op te gaan. De officier van justitie had een taakstraf van 120 uren en een rijontzegging van zes maanden geëist, welke straffen door de rechtbank werden opgelegd. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte geen verantwoordelijkheid had genomen voor zijn daden en dat hij zijn eigen dochter in gevaar had gebracht door haar zonder autogordel mee te laten rijden. De rechtbank achtte de opgelegde straffen passend en geboden, conform de eis van de officier van justitie.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18.307292.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 juni 2023 in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 09 juni 2023.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G.R. Stoeten.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op 16 april 2022 te [adres] , althans in de gemeente De Wolden, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (een personenauto), daarmede rijdende over de weg, de N48, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend rijgedrag, te weten:
het terwijl hij, verdachte, met dat door hem bestuurde motorrijtuig een ongeremde aanhangwagen voorttrok met een gewicht van ongeveer 1640 kilogram, in elk geval een hoger gewicht dan het op grond van artikel 5.12.7 onder 2 van de Regeling voertuigen toegestane maximum gewicht van 750 kilogram,
  • heeft gereden met een snelheid die hoger lag dan de snelheid die gezien debelading van die aanhangwagen verantwoord was en/of
  • als gevolg waarvan die aanhangwagen achter dat motorrijtuig is gaan slingerenen/of scharen en/of
  • het in strijd met artikel 3 van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens
1990 niet, althans onvoldoende rechts heeft gehouden en/of
- dat motorrijtuig en/of die aanhangwagen niet voortdurend onder controle heeft
gehad en/of als gevolg waarvan dat motorrijtuig en/of die aanhangwagen terecht is gekomen op het weggedeelte, bestemd voor het tegemoetkomende verkeer, waardoor een ander, te weten [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, te weten een gebroken borstbeen en/of meerdere gekneusde ribben, of zodanig letsel werd toegebracht dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op 16 april 2022 te [adres] , althans in de gemeente De Wolden als bestuurder van een voertuig (een personenauto), daarmee rijdende op de weg, de N48, terwijl hij, verdachte, met dat door hem bestuurde motorrijtuig een ongeremde aanhangwagen voorttrok met een gewicht van ongeveer 1640 kilogram, in elk geval een hoger gewicht dan het op grond van artikel 5.12.7 onder 2 van de Regeling voertuigen toegestane maximum gewicht van 750 kilogram,
  • heeft gereden met een snelheid die hoger lag dan de snelheid die gezien debelading van die aanhangwagen verantwoord was en/of
  • als gevolg waarvan die aanhangwagen achter dat motorrijtuig is gaan slingerenen/of scharen en/of
  • het in strijd met artikel 3 van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens
1990 niet, althans onvoldoende rechts heeft gehouden en/of
- dat motorrijtuig en/of die aanhangwagen niet voortdurend onder controle heeft
gehad en/of als gevolg waarvan dat motorrijtuig en/of die aanhangwagen terecht is gekomen op het weggedeelte, bestemd voor het tegemoetkomende verkeer, door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het primair ten laste gelegde.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal VerkeersOngevallenAnalyse d.d. 8 juni 2022, opgenomen op pagina 33 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022094695 d.d. 28 oktober 2022 inhoudend als relaas van verbalisanten [naam 1] en [naam 2] :
Het verkeersongeval had op zaterdag 16 april 2022 plaatsgevonden.
(…)
Het verkeersongeval vond plaats op de N48, gelegen buiten de als zodanig aangeduide bebouwde kom van [adres] in de gemeente De Wolden.
(…)
Voor wat betreft de wegsituatie hebben wij, verbalisanten, geen bijzonderheden waargenomen die van invloed waren met betrekking tot de oorzaak, de toedracht of de gevolgen van het verkeersongeval. Op de plaats van het verkeersongeval zagen wij op het wegdek voor en ter plaatse van het verkeersongeval geen oneffenheden welke van invloed waren of zouden zijn geweest op het ontstaan van het verkeersongeval.
(…)
Wij, verbalisanten, zagen dat de trekstang van de aanhangwagen afgebroken was.
(…)
Op zaterdag 16 april 2022, omstreeks 16.40 uur, heeft collega Roda een weging uit laten voeren van de aanhangwagen. Het totale gewicht van de aanhangwagen, inclusief het nog aanwezige brekerszand, betrof 1640 kilogram. De maximale massa van een ongeremde aanhangwagen mag niet meer zijn dan 750 kilogram.
(…)
Uit ons onderzoek is gebleken dat de bestuurder van de BMW met de aanhangwagen reed op de N48. Hij kwam uit de richting van [adres] en reed in de richting van Hoogeveen. De bestuurder van de Citroën reed eveneens op de N48. Hij kwam uit de richting van Hoogeveen en reed in de richting van [adres] .
De BMW trok een aanhangwagen welke volgeladen was met brekerszand. De aanhangwagen was overbeladen.
(…)
Door de te zware lading op de aanhangwagen begon op een gegeven moment, de aanhangwagen te slingeren.
(…)
Op een gegeven moment helde de aanhangwagen over naar rechts (…).
Ongeveer op dat moment ontstond de aanrijding tussen de BMW en de Citroën. De aanrijding ontstond op de rijstrook van de Citroën. De BMW botste nagenoeg met de voorzijde tegen de voorzijde van de Citroën op. Hierbij maakten beide voertuigen een roterende beweging en belandde de BMW in de linker berm. De Citroën kwam op zijn eigen rijstrook, in tegengestelde richting tot stilstand. De aanhangwagen kwam in botsing met de rechter achterzijde van de Citroën en kwam op de botsplaats tot stilstand.
Bij dit verkeersongeval liep de passagier van de BMW lichamelijk letsel op. Tevens liep de bestuurder van de Citroën lichamelijk letsel op;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 oktober 2022,opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier inhoudende:
De totale toegestane massa van een ongeremde aanhanger mag niet meer zijn dan 750 kilogram. Er was derhalve een overschrijding van 890 kilogram. De BMW mocht volgens gegevens kentekenbewijs een ongeremde aanhanger trekken met een maximum gewicht van 690 kilogram, terwijl deze nu 1640 kilogram was.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 25 oktober2022, opgenomen op pagina 106 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik ging met een vriend van mij zand halen in [adres] . De aanhanger is van mij, ik had deze kar een jaartje. [getuige 1] had geregeld dat ik een kuub zand kreeg.
(…)
Ik denk dat er 3 a 4 bakjes zand in mijn aanhanger zijn gegaan. Ik denk dat een kuub zand ongeveer 1000 kilo weegt. Ik zag dat de spatborden van de aanhanger op de wielen kwamen en daarom heb ik ze daar bij het bedrijf er af gehaald.
(…)
Op een gegeven moment reed ik de N48 op, je rijdt dan door een soort van kom bocht in het rond. Daarna moet ik invoegen, ik denk dat ik 70 a 80 km/h reed en voegde in op de N48. Op een gegeven moment hoorde ik een harde "krak" en voelde dat de auto opzij bewoog en begon te slingeren, dit was ongeveer 700 meter na de oprit. Ik heb toen tegengestuurd en heb nog geprobeerd voorzichtig te remmen. Ik was de controle kwijt, de aanhanger nam het als het ware over. (…)
Wat ik me wel herinner dat ik een frontale botsing met een tegenligger heb gehad;
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor slachtoffer d.d. 27 september2022 opgenomen op pagina 101 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Ik reed op die dag in een witte Citroën Picasso op de N48 richting [adres] . Op een gegeven moment kwam er een personenauto op mijn weghelft en ontstond een aanrijding.
(…)
Na de klap kwam ik tot stilstand en later ben ik zelf uit mijn auto gestapt. Ik had enorme pijn aan mijn borst. Later bleek dat mijn borstbeen gebroken was, ook mijn ribben waren gekneusd. Alles bij elkaar ben ik tien tot elf weken niet aan het werk geweest;
5. Een geneeskundige verklaring, op 12 mei 2022 opgemaakt en op 12 mei 2022 ondertekend doorE.J.B.W. Poorts, huisarts, opgenomen op pagina 104 e.v. van voornoemd dossier voor zover inhoudend, als zijn/haar geneeskundige verklaring:
Medische informatie betreffende:
Achternaam: [slachtoffer]
Voornamen: [slachtoffer]
Geschatte duur van de genezing: breuk borstbeen herstelt gemiddeld in 10 ½ week
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 27 september2022 opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] :
We waren een kleine kuub (M2) zand nodig. Mijn vriend reed met zijn auto met aanhanger en ik reed in mijn eigen auto. Bij [bedrijf] is het zand met een mini shovel in de aanhanger gedaan. Met een mini shovel gaat er in een keer een kuub (m2) zand in de auto. Een kuub (m2) zand weegt ongeveer 1000 kg.
(…)
Op een gegeven moment reed ik ongeveer 60 km/h, op de autoweg mag je normaal 100 km/h en met een kar 90 km/h. Ik zag dat mijn vriend [verdachte] zijn snelheid verhoogde om in te voegen. Zijn aanhanger begon te slingeren toen hij al op de autoweg reed. We hebben toen ongeveer 100 a 200 meter op de N48 gereden. Toen slingerde de aanhanger dusdanig veel dat alles heen en weer ging. Op een gegeven moment kwam er een witte auto uit de tegengestelde richting. Dit is een hoge witte auto. Die is volgens mij tegen de auto, de BMW, van [verdachte] aangereden. De tegenligger reed op zijn eigen weghelft en daarom denk ik dat mijn vriend op de verkeerde weghelft is gekomen door het slingeren. In die witte auto zat een man van ongeveer halverwege 30 jaar. Door de klap is de witte auto rondgedraaid en stond achterste voren op de rijbaan, gezien vanuit zijn rijrichting. Ook zag ik dat de trekstang van de aanhanger was afgebroken.
Oordeel van de rechtbank
Aan verdachte wordt primair verweten dat hij zich als verkeersdeelnemer zodanig heeft gedragen dat het aan zijn schuld te wijten is dat een verkeersongeval heeft plaatsgevonden waardoor een ander lichamelijk letsel heeft opgelopen. Om van schuld in de zin van artikel 6 Wegenverkeerswet 1994 te kunnen spreken, moet ten minste sprake zijn van aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend handelen. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van deze mate van ‘schuld’ komt het aan op het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst ervan en de overige omstandigheden van het geval. Niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in hier bedoelde zin. (Vgl. HR 1 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5822).
Verdachte heeft op 16 april 2022 als bestuurder gereden in een personenauto die een aanhangwagen voorttrok die veel te zwaar beladen was met zand. Het zand heeft hij opgehaald in [adres] , met de bedoeling dit te brengen naar zijn woning in Hoogeveen.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat de aanhangwagen gevuld zou worden met één kuub zand. Verdachte ging er van uit dat één kuub ongeveer 1000 kilo weegt. Hij zag na de belading dat de spatborden van de aanhangwagen op de wielen kwamen en heeft de spatborden er met een slijptol afgeslepen. Verdachte is vervolgens met de veel te zwaar beladen aanhanger achter zijn auto, naar Hoogeveen gereden en raakte de controle kwijt over zijn auto toen de aanhangwagen begon te slingeren. De auto kwam vervolgens op de verkeerde weghelft terecht, waarna er een aanrijding ontstond met een personenauto van het merk Citroën die uit de tegengestelde richting kwam.
Bij dit verkeersongeval liep de bestuurder van de Citroën zwaar lichamelijk letsel op, te weten een gebroken borstbeen en meerdere gekneusde ribben.
Uit de VOA (VerkeersongevallenAnalyse) blijkt dat uit onderzoek niet is gebleken dat de situatie ter plaatse of een andere omstandigheid van invloed is geweest op het ontstaan van het verkeersongeval. Daarbij komt dat dat de trekstang van de aanhangwagen afgebroken was. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat het verkeersongeval is ontstaan doordat de aanhangwagen te zwaar beladen was. Na weging bleek dat het totale gewicht van de aanhangwagen, inclusief het nog aanwezige zand, 1640 kilogram betrof. De verdachte heeft hiermee gehandeld in strijd met artikel 5.12.7 onder 2 van de Regeling Voertuigen, waaruit een toegestaan maximum gewicht van 750 kilogram blijkt. Daarbij wijst de rechtbank voorts op het feit dat de auto van verdachte volgens kentekengegevens een ongeremde aanhanger mag trekken met een maximum gewicht van 690 kilogram.
Verdachte heeft verklaard dat hij uit ging van een belading van één kuub. Hij had moeten weten dat deze belading fors boven de toegestane belading uitkwam. Dat de aanhangwagen te zwaar beladen was heeft hij zelf ook gezien. Hij heeft immers de spatborden van de aanhangwagen afgeslepen omdat die op de wielen kwamen. Ondanks dit besef is verdachte toch gaan rijden.
De rechtbank overweegt dat verdachte door zo te handelen aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld. Daarmee staat vast dat de verdachte in de in artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 bedoelde zin schuld heeft aan het ontstaan van het verkeersongeval dat zwaar lichamelijk letsel van [slachtoffer] tot gevolg heeft gehad.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij, op 16 april 2022 te [adres] , althans in de gemeente De Wolden, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (een personenauto), daarmede rijdende over de weg, de N48, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag, te weten:
het terwijl hij, verdachte, met dat door hem bestuurde motorrijtuig een ongeremde aanhangwagen voorttrok met een gewicht van ongeveer 1640 kilogram, een hoger gewicht dan het op grond van artikel 5.12.7 onder 2 van de Regeling voertuigen toegestane maximum gewicht van 750 kilogram,
  • als gevolg waarvan die aanhangwagen achter dat motorrijtuig is gaan slingerenen
  • het in strijd met artikel 3 van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens
1990 niet, althans onvoldoende rechts heeft gehouden en
- dat motorrijtuig en die aanhangwagen niet voortdurend onder controle heeft
gehad als gevolg waarvan dat motorrijtuig en die aanhangwagen terecht is gekomen op het weggedeelte, bestemd voor het tegemoetkomende verkeer, waardoor [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, te weten een gebroken borstbeen en meerdere gekneusde ribben.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het feit wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren en een onvoorwaardelijke rijontzegging voor de duur van zes maanden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 april 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 16 april 2022, als verkeersdeelnemer, zodanig gedragen dat het aan zijn schuld te wijten is dat er een verkeersongeval heeft plaatsgevonden waardoor aan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zeer onverschillig heeft gehandeld ten opzichte van de verkeersveiligheid en daarbij ook zijn eigen toen 9 jarige dochter heeft blootgesteld aan gevaar door haar – in ieder geval op de heenweg zonder gebruikmaking van de autogordels – op de passagiersstoel mee te laten rijden. De rechtbank betrekt hierbij ook dat uit het uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte op 10 augustus 2022 een geldboete heeft gekregen voor een snelheidsovertreding die op 27 april 2022 is begaan, dus slechts enkele dagen na onderhavig verkeersongeval. Daarnaast rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij op geen enkele manier verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn gedrag. Uit de verklaring van slachtoffer [slachtoffer] blijkt dat verdachte geen contact met hem heeft opgenomen na het ongeval. Ook heeft verdachte zich niet verantwoord door op de terechtzitting te verschijnen en uitleg te geven over zijn gedragingen.
Alles afwegende acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 120 uren en een rijontzegging voor de duur van zes maanden, passend en geboden. Deze strafoplegging is conform de eis van de officier van justitie en de LOVS oriëntatiepunten. De rechtbank heeft geen reden gezien om hiervan af te wijken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175 en 179 Wegenverkeerswet 1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een taakstraf voor de duur van 120 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 60 dagen zal worden toegepast.
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen-bromfietsen daaronder begrepen- voor de tijd van
zes maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. van der Werff, voorzitter, mr. H.M. Lenting en mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door mr. A.A. Geertsema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 juni 2023.
De griffier en mr. Krijger zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.