ECLI:NL:RBNNE:2023:2495
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tegen handhavingsverzoek wegens ontbreken spoedeisend belang
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 14 juni 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had een handhavingsverzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen, dat op 19 april 2023 werd afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 juni 2023 behandeld, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigden van het college aanwezig waren.
Verzoeker stelde dat het college handhavend moest optreden tegen het parkeren van auto’s op de gemeentelijke oprit en het rijden met auto’s over het voet- en fietspad ter hoogte van een specifiek adres. De voorzieningenrechter moest beoordelen of verzoeker een spoedeisend belang had bij de gevraagde voorlopige voorziening. Hij oordeelde dat verzoeker geen spoedeisend belang had, omdat de situatie niet zodanig gevaarlijk was dat de bezwaarprocedure niet kon worden afgewacht. De voorzieningenrechter merkte op dat er sinds 2019 geen ongelukken waren gebeurd en dat de stelling van verzoeker over dreigend dodelijk onheil onvoldoende onderbouwd was.
Daarnaast overwoog de voorzieningenrechter dat, ook al zou er geen spoedeisend belang zijn, hij een voorlopige voorziening kon treffen als het besluit van 19 april 2023 evident onrechtmatig was. Dit was in dit geval niet het geval, aangezien het college had aangegeven dat het met een auto rijden over het voet- en fietspad beboet zou worden als het werd gesignaleerd. De voorzieningenrechter concludeerde dat het besluit niet evident onrechtmatig was en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Verzoeker kreeg geen proceskostenvergoeding.