ECLI:NL:RBNNE:2023:2476

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
C/18/183923 / HA ZA 18-96
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding en proceskostenveroordeling in bouwzaak met vliegenproblematiek na oplevering operatiekamercomplex

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 21 juni 2023, staat de stichting Treant Zorggroep (hierna: Treant) tegenover BAM Bouw en Techniek B.V. (hierna: Interflow) in een civiele procedure over schadevergoeding en proceskosten. De zaak betreft een bouwgeschil dat voortvloeit uit de oplevering van een nieuw operatiekamercomplex, waarbij Treant schadevergoeding vordert vanwege een vliegenproblematiek die zich na de oplevering heeft voorgedaan. De rechtbank heeft eerder op 1 maart 2023 een tussenvonnis gewezen waarin Treant werd opgedragen om nadere toelichting te geven op de schadeposten. In het eindvonnis van 21 juni 2023 heeft de rechtbank de schadeposten beoordeeld en vastgesteld dat de schadevergoeding voor de onderzoekskosten insecten toewijsbaar is voor een bedrag van € 115.150,21. Daarnaast zijn ook de kosten voor projectmanagement en andere schadeposten in aanmerking genomen, wat leidt tot een totaalbedrag van € 610.879,84 dat Interflow aan Treant moet betalen. De rechtbank heeft ook de buitengerechtelijke kosten en proceskosten aan de zijde van Treant toegewezen, waarbij Interflow grotendeels in het ongelijk is gesteld. De rechtbank heeft de tegenvordering van Interflow integraal afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. Sanna.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/183923 / HA ZA 18-96
Vonnis van 21 juni 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING TREANT ZORGGROEP,
gevestigd te Hoogeveen,
eiseres,
advocaat mr. W. Boonstra te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAM BOUW EN TECHNIEK B.V.,
gevestigd te Bunnik,
gedaagde,
advocaat thans mr. D. van Veen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Treant en Interflow genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 1 maart 2023;
  • de akte uitlating en overlegging producties, tevens akte vermeerdering van eis van Treant;
  • de antwoordakte van Interflow.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald. De uitspraak daarvan is (nader) vastgesteld op heden.

2.De verdere beoordeling

in conventie

2.1.
De rechtbank heeft bij vonnis van 1 maart 2023 Treant bevolen om een nadere toelichting te geven op de schadeposten ‘Onderzoekskosten insecten’ en ‘Projectmanagement’. Treant heeft hieraan gehoor gegeven in haar akte uitlating en overlegging producties. Interflow heeft bij antwoordakte gereageerd. Treant heeft vervolgens bij B16formulier bezwaar gemaakt tegen de inhoud daarvan. De rechtbank gaat aan dat bezwaar voorbij. Anders dan Treant stelt, is er geen sprake van een nieuwe of aanvullende betwisting van de aansprakelijkheid van Interflow. De antwoordakte behelst hoofdzakelijk een reactie op de nieuwe overzichten en producties van Treant en zal dan ook bij de verdere beoordeling worden betrokken.
2.2.
De rechtbank stelt vast dat Interflow geen bezwaar heeft gemaakt tegen de eiswijziging ter zake van beide schadeposten. De rechtbank oordeelt deze ook niet in strijd met de goede procesorde, omdat het gaat om een vermeerdering van de schadevergoeding die al eerder gevorderd werd. Er zal dus recht worden gedaan op de gewijzigde eis.
Onderzoekskosten insecten
2.3.
Treant heeft als productie 48 een nieuw overzicht in het geding gebracht van alle voor deze schadepost relevante facturen, uitgesplitst en gegroepeerd per bedrijf. De totaaltelling komt thans uit op een (hoger) bedrag van € 127.229,90 (inclusief btw). Voor het meerdere (€ 7.120,00) heeft zij haar eis gewijzigd. Ook heeft zij schermafdrukken in het geding gebracht die aantonen dat alle facturen betaald zijn.
2.4.
Interflow heeft per bedrijf betwist dat de door Treant overgelegde facturen voor vergoeding in aanmerking komen. Dat die facturen betaald zijn, heeft zij niet weersproken. Hierna zal de rechtbank per bedrijf het verweer van Interflow bespreken.
2.5. -
Alpheios
2.5.1.
Interflow betwist dat de factuur van Alpheios voor vergoeding in aanmerking komt. Volgens Interflow betreft het een bestelling van regulier schoonmaakmateriaal voor de dag waarop het OKC opgeleverd is.
2.5.2.
De rechtbank constateert met Interflow dat de factuur een bestelling betreft van/voor de datum van oplevering (14 november 2016). Aangezien Treant zelf niet heeft toegelicht hoe de aan haar gefactureerde goederen gerelateerd zijn aan de vliegenproblematiek, zal de rechtbank uitgaan van de lezing van Interflow. Het OKC is na de oplevering in gebruik genomen (van 27 december 2016 tot en met 30 januari 2017) en moest daarvoor - logischerwijze - schoongemaakt zijn. Dat betekent dat de gemaakte kosten niet als schade ten gevolge van de tekortkoming kunnen worden aangemerkt. Het betreffende bedrag van € 4.519,00 zal daarom worden afgewezen.
2.6. -
Anticimex
2.6.1.
Interflow betwist niet dat de facturen voor de uitgevoerde inspecties (VF7003612, VF7007275, VF7007630, VF7007950, VF7008378) voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Alleen de redelijkheid van het uitvoeren van in totaal vijf inspecties stelt zij ter discussie. De rechtbank volgt Interflow daar niet in. Uit de in het vonnis van 10 april 2019 vastgestelde feiten volgt dat na de oplevering sprake was van aanhoudende problemen door de vliegenproblematiek, zodat het uitvoeren van meerdere inspecties gerechtvaardigd was. Deze kosten acht de rechtbank daarom toewijsbaar.
2.6.2.
Interflow betwist dat facturen VF7003414 en VF7003447 voor vergoeding in aanmerking komen. De facturen bevatten volgens haar niet nader gespecificeerde kosten voor bestrijding van vliegen en aanschaf van lijmplaten en elektrische insectenvangers. De rechtbank volgt Interflow hier niet in. Uit de stellingen van partijen en stukken volgt dat na de oplevering van het OKC diverse soorten maatregelen getroffen zijn tegen de vliegenproblematiek, waaronder het plaatsen van lijmplaten en insectenvangers boven de plafonds van de operatiekamers (zie o.a. randnummer 1.27 en productie 3 bij de dagvaarding). Deze kosten acht de rechtbank daarom toewijsbaar.
2.6.3.
Interflow betwist op zichzelf terecht dat factuur VF7041397 voor vergoeding in aanmerking komt. Deze factuur ziet immers op muizen en staat derhalve los van de tekortkoming. Het betreffende bedrag van € 299,93 is echter niet meegenomen in de totaaloptelling van Treant; het betreft een van de rood gearceerde regels die zijn komen te vervallen. Er zal daarom geen aftrek voor dit bedrag plaatsvinden.
2.7. -
Cureconsult
2.7.1.
Interflow betwist dat de facturen van Cureconsult voor vergoeding in aanmerking komen. Het gaat volgens haar om een bouw- en projectmanagementbureau dat kennelijk advies heeft gegeven aan [persoon], maar het is niet duidelijk waar de uitgevoerde werkzaamheden precies op hebben gezien. Ook is niet onderbouwd waarom dit bedrijf ingezet moest worden naast Anticimex, Thermophoto en Deerns.
2.7.2.
De rechtbank gaat aan dit verweer voorbij. Uit de specificaties bij de overgelegde facturen blijkt dat Cureconsult in januari tot en met maart 2017 geadviseerd heeft over onder meer een (eerder) plan van aanpak, de rapportages van Anticimex, Thermophoto en Deerns en de regiegroep. Dit strookt met het verloop van de verschillende onderzoeken die in die periode uitgevoerd zijn, zoals uit de vaststaande feiten volgt (o.a. rechtsoverwegingen 2.142.18 van het vonnis van 10 april 2019). Deze kosten acht de rechtbank daarom toewijsbaar.
2.8. -
Deerns
2.8.1.
Interflow betwist dat de overgelegde facturen van Deerns voor vergoeding in aanmerking komen. Het merendeel hiervan ziet op de periode van na het sluiten van de Tijdelijke Regeling en (dus) na de datum van het door Deerns opgestelde plan van aanpak.
2.8.2.
De rechtbank gaat aan de bezwaren van Interflow voorbij. Haar kennelijke lezing dat alle bemoeienissen van Deerns geëindigd (moesten) zijn nadat het plan van aanpak van 22 september 2017 was opgesteld, is te beperkt. Uit de specificaties bij de overgelegde facturen volgt immers dat Deerns na het opstellen van dat plan van aanpak betrokken is gebleven bij de uitvoering daarvan, getuige de vele besprekingen en inspecties in Stadskanaal die gefactureerd zijn. Deze kosten acht de rechtbank bovendien niet buitensporig, dus toewijsbaar.
2.9. -
IAA Architecten
2.9.1.
Interflow betwist dat de overgelegde facturen van IAA Architecten voor vergoeding in aanmerking komen. Uit de beschrijving “kwaliteitsinspecties/adviezen” volgt niet dat de inzet van de architect noodzakelijk was in verband met de vliegenproblematiek.
2.9.2.
De rechtbank is het met Interflow eens. Uit de overgelegde facturen kan niet worden opgemaakt dat de werkzaamheden van de architect terug te voeren zijn op de tekortkoming van Interflow, althans de vliegenproblematiek. Treant heeft daar zelf geen uitleg over gegeven, wat wel op haar weg lag om te doen. Het betreffende deelbedrag van € 7.560,69 zal dus worden afgewezen.
2.10. -
Thermophoto
2.10.1.
Interflow betwist dat de overgelegde facturen van Thermophoto voor vergoeding in aanmerking komen, omdat geen duidelijke specificatie van de uitgevoerde werkzaamheden is opgenomen.
2.10.2.
De rechtbank volgt Interflow niet haar verweer. Uit de vaststaande feiten volgt dat Thermophoto (herhaaldelijk) betrokken is geweest bij de inspecties aan het OKC in december 2016 en februari 2017. Er zijn ook meerdere rapporten in het geding gebracht. Het is evident dat Thermophoto werkzaamheden heeft uitgevoerd en dat de overgelegde facturen, mede gelet op de factuurdata, hier betrekking op hebben.
2.10.3.
Dat - zoals Interflow stelt - uit de inspectie van 20 december 2016 zou volgen dat het OKC geen gebreken meer vertoonde bij de gevel ter plaatse van de hoek bij OK 1, staat niet aan de toewijsbaarheid van deze schadepost in de weg. De inspecties van Thermophoto waren niet tot die hoek beperkt en nadien moesten er nog meer inspecties worden uitgevoerd. Deze kosten acht de rechtbank daarom toewijsbaar.
2.10.4.
De factuur van 1 maart 2017 heeft blijkens de specificatie betrekking op een omstreeks 28 februari 2017 uitgevoerde luchtdichtheidstest. Uit het rapport van februari 2017 (productie 16 bij de dagvaarding) volgt dat een luchtinfiltratie-onderzoek is uitgevoerd teneinde lekken in de binnen- en buitenschil van het OKC aan te tonen. Ook deze factuur acht de rechtbank daarom toewijsbaar.
2.11. -
G. van Wouw
2.11.1.
Interflow betwist dat de uren van G. van Wouw voor vergoeding in aanmerking komen, omdat niet duidelijk is wie hij is en wat hij op de betreffende dagen heeft gedaan.
2.11.2.
De rechtbank volgt Interflow hier niet in. Uit de overgelegde weekstaten blijkt dat het gaat om interne projecturen van één van de medewerkers van Treant, werkzaam bij de afdeling Huisvesting & Bouw. Uit de specificatie blijkt dat deze projectleider in week 48 van 2017 (28 en 29 november 2017) werkzaamheden heeft uitgevoerd in het kader van ‘herstel OKC Refaja Stadskanaal’. Het betreft de maand voordat de herstelwerkzaamheden aan het OKC zijn afgerond, zodat het voldoende aannemelijk is dat deze werkzaamheden verband houden met de uitvoering van het plan van aanpak van 22 september 2017. Deze kosten acht de rechtbank daarom toewijsbaar.
2.12.
Resumé
2.12.1.
Uit het bovenstaande volgt dat de schadepost ‘Onderzoek insecten’ toewijsbaar is voor een bedrag van € 127.229,90 – € 4.519,00 – € 7.560,69 = € 115.150,21 (inclusief btw).
Projectmanagement uitloop
2.13.
Treant heeft als productie 54 een nieuw overzicht in het geding gebracht van alle facturen die in het kader van deze schadepost door 14FL aan Treant verstuurd zijn. De totaaltelling komt thans uit op een (hoger) bedrag van € 68.600,94 (inclusief btw). Voor het meerdere (€ 6.222,42 + € 1.536,30) heeft zij haar eis gewijzigd. Ook heeft zij schermafdrukken in het geding gebracht die aantonen dat alle facturen betaald zijn.
2.14.
Interflow betwist dat de uren van de projectmanager van Treant, [persoon] van het bedrijf 14FL, voor vergoeding in aanmerking komen. Onduidelijk is welke werkzaamheden hij precies zou hebben uitgevoerd, omdat op de overgelegde urenstaten slechts ‘OKC onderzoek Stadskanaal’ als omschrijving is opgenomen. Bovendien kan niet zijn gehele tijdsbesteding van 618 uren in redelijkheid voor rekening van Interflow worden gebracht.
2.15.
De rechtbank gaat aan het verweer van Interflow voorbij. Uit de eerder door Treant ingenomen stellingen volgt dat zij deze projectmanager had ingeschakeld voor de begeleiding van de realisatie van het operatiekamercomplex en dat zijn dienstverlening moest worden verlengd als gevolg van de vliegenproblematiek en het niet opleveren van het OKC overeenkomstig de aannemingsovereenkomst. Dit heeft Interflow als zodanig niet betwist. Het enkele feit dat in de urenstaten niet steeds is uitgediept welke werkzaamheden [persoon] heeft uitgevoerd, staat niet aan de toewijsbaarheid van de vordering in de weg. De urenstaten zelf heeft Interflow bovendien niet betwist. Het definitief in gebruik (kunnen) nemen van het OKC heeft ruim een jaar op zich laten wachten. De projectmanager is blijkens de in rekening gebrachte uren nauw betrokken geweest bij het zoeken naar een oplossing voor de vliegenproblematiek. De niet nader onderbouwde stelling van Interflow dat de gehele tijdsbesteding niet redelijk is, kan de rechtbank daarom niet volgen. Deze kosten acht de rechtbank daarom redelijk en dus toewijsbaar.
Vaststelling van de schade
2.16.
In het vonnis van 1 maart 2023 heeft de rechtbank al meerdere schadeposten vastgesteld. Daaraan kunnen nu de twee overgebleven schadeposten worden toegevoegd, waar in dit eindvonnis over is beslist. De schade laat zich (definitief) als volgt vaststellen:
Onderzoekskosten insecten
€ 115.150,20
Uitvoering Interflow sep/dec ‘17
€ 424.354,00
Projectmanagement uitloop
€ 68.600,94
Valideren oude complex jan ‘17
€ 8.000,00
Extra inzet door Logistiek
€ 612,00
Controle lijmplaten
€ 1.001,00
Inzet inkoopadviseur
€ 10.000,00
Afschrijving medische inventaris
€ 139.715,20
Extra inzet infectiepreventie
€ 3.147,00
Kosten afdeling communicatie
€ -
Inzet OKC personeel
€ -
Huur koffieruimte oude OKC
€ 6.911,00
Reiskosten OKC personeel naar Emmen en Hoogeveen
€ 2.721,00
Afgewezen ingrepen
€ 81.898,00
Opgave uren inzet technische dienst collega’s
€ -
Uitkering verzekeraar
€ -100.000,00
Totaal
€ 762.110,34
2.17.
Hierop dient in mindering te worden gebracht het openstaande bedrag aan meerwerk en reguliere termijnen van € 151.230,50 (zie rechtsoverweging 2.54 van het vonnis van 1 maart 2023). Interflow zal dus worden veroordeeld tot betaling van € 610.879,84. Omdat niet aannemelijk is geworden dat sprake is van nog meer schade als gevolg van de tekortkoming, kan een verwijzing naar de schadestaat achterwege blijven.
2.18.
De gevorderde rente over de toe te wijzen hoofdsom kan slechts worden toegewezen met ingang van de datum van dagvaarding (29 maart 2018). Er is namelijk niet toegelicht waarom de rente met ingang van de gevorderde ingangsdatum verschuldigd zou zijn.
2.19.
Treant vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoofdvordering valt niet onder het toepassingsbereik van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De rechtbank zal daarom de gevorderde vergoeding toetsen aan de oriëntatiepunten voor de beoordeling van dergelijke vorderingen uit het Rapport BGK-integraal, maar met toepassing van de wettelijke tarieven die geacht worden redelijk te zijn. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen tot ten hoogste het bedrag van de wettelijke staffel zoals vermeld in artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, zijnde een bedrag van € 4.829,40. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten zal eveneens worden toegewezen vanaf de dag waarop Interflow is gedagvaard (29 maart 2018).
2.20.
Interflow is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Treant als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
98,01
- griffierecht
3.946,00
- kosten deskundige
22.343,33
- aanvullende kosten deskundige
1.854,93
- salaris advocaat
15.358,50
(4,50 punten [1] × € 3.413,00)
Totaal
43.600,77
2.21.
De door Treant gevorderde vergoeding van nakosten (en de wettelijke rente daarover) wordt geacht begrepen te zijn in de proceskostenveroordeling, zodat daarop niet afzonderlijk behoeft te worden beslist (HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853).
in reconventie
2.22.
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.54 van het vonnis van 1 maart 2023 zal de tegenvordering van Interflow thans integraal worden afgewezen. In de omstandigheid dat Treant het openstaande bedrag aan meerwerk en reguliere termijnen van € 151.230,50 heeft erkend, maar bij het instellen van de eis in conventie geen rekening heeft gehouden met de door haar buiten rechte uitgebrachte verrekeningsverklaring, ziet de rechtbank aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren.

3.De beslissing

in conventie

3.1.
verklaart voor recht dat Interflow toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming (en in verzuim verkeert ter zake) van haar verplichting jegens Treant tot het uitvoeren en opleveren van het werk naar de eisen van goed en deugdelijk werk, althans de verplichting tot uitvoering van het werk naar de bepalingen van de Overeenkomst en overeenkomstig de eisen van billijkheid (ex paragraaf 6 lid 1 UAV 2012),
3.2.
veroordeelt Interflow tot betaling aan Treant van een schadevergoeding van € 610.879,84, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 29 maart 2018 tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt Interflow tot betaling aan Treant van € 4.829,40 voor buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover met ingang van 29 maart 2018 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt Interflow in de proceskosten, aan de zijde van Treant tot dit vonnis vastgesteld op € 43.600,77, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
3.5.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 3.2 tot en met 3.4 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
3.7.
wijst de vorderingen van Interflow af,
3.8.
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Sanna en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023. [2]

Voetnoten

1.De rechtbank is als volgt tot deze puntentelling gekomen: dagvaarding: 1; akte eiswijziging: 0; comparitie: 1; akte uitlating deskundige: 0; conclusie na deskundigenbericht: 0,5; mondelinge behandeling: 1; akte na nader deskundigenbericht: 0,5; antwoordakte na nader deskundigenbericht: 0; akte na tussenvonnis: 0,5.
2.750