ECLI:NL:RBNNE:2023:2429

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
19 juni 2023
Zaaknummer
C/18/221843 / HA ZA 23-87
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit hoofde van een overeenkomst van geldlening met een onaanvaardbare woekerrente

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een verstekzaak tussen de stichting STICHTING BRICK ONE en L.M.J.D. B.V. Eiseres vorderde op basis van een overeenkomst van geldlening de terugbetaling van de hoofdsom, vermeerderd met een contractuele rente van 1,25% per maand en een boete van € 500,00 per dag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de contractuele boete feitelijk neerkomt op een jaarlijkse rente van circa 182%, wat volgens de rechtbank kwalificeert als een (moreel onaanvaardbare) woekerrente. Dit leidt tot de conclusie dat de boete nietig is wegens strijd met de goede zeden, zoals vastgelegd in artikel 3:40 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.

De rechtbank heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom en de contractuele rente toegewezen, maar de vordering tot betaling van de boete afgewezen. Daarnaast heeft de rechtbank de beslagkosten en proceskosten toegewezen aan eiseres, waarbij de totale proceskosten zijn begroot op € 7.198,32. De gedaagden zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het totaalbedrag van € 114.328,60, vermeerderd met de contractuele rente en de beslagkosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagden zijn in de gelegenheid gesteld om verzet aan te tekenen tegen dit vonnis.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/221843 / HA ZA 23-87
Vonnis van 17 mei 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING BRICK ONE,
gevestigd te Groningen,
eiseres,
advocaat: mr. R.J. de Boer te Assen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
L.M.J.D. B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Groningen,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • het tegen gedaagden verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eiseres vordert, op grond van een overeenkomst van geldlening, (terug)betaling van de hoofdsom te vermeerderen met de contractuele rente van 1,25% per maand. Daarnaast vordert eiseres een “contractuele boete” van € 500,00 per dag. Naar gangbaar spraakgebruik wordt een vergoeding in geld voor het ter beschikking stellen van geld gekwalificeerd als rente. Naar het oordeel van de rechtbank kwalificeert de contractuele boete, ook al wordt zij niet woordelijk aangeduid als rente, als een vorm van rente. Afgezet tegen de hoofdsom komt dit feitelijk neer op een jaarlijkse rente van circa 182% [1] , náást de rente van 1,25% per maand die eiseres ook nog vordert.
2.2.
De rechtbank is, onder verwijzing naar onder andere het arrest van het Gerechtshof Leeuwarden d.d. 5 juli 2011 (ECLI:NL:GHLEE:2011:BR0354), van oordeel dat een dergelijk hoge rente kwalificeert als (moreel onaanvaardbare) woekerrente, en daarmee nietig is wegens strijd met de goede zeden (art. 3:40 lid 1 BW). De vordering zal op dit punt dan ook worden afgewezen.
2.3.
Eiseres vordert gedaagden te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 4.209,66 voor verschotten en € 1.880,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 1.880,00).
2.4.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.5.
Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat een aanzienlijk deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van eiseres op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding € 257,32
- griffierecht 5.061,00
- salaris advocaat
1.880,00(1,0 punt × tarief € 1.880,00)
Totaal € 7.198,32

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan eiseres te betalen een bedrag van € 114.328,60 (éénhonderdveertienduizenddriehonderdachtentwintig euro en zestig eurocent), vermeerderd met de contractuele rente van 1,25% per maand over het bedrag van € 100.000,00
met ingang van 1 februari 2023 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 6.089,66,
3.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 7.198,32,
3.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.B. Faber-Siermann en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023. [2]
Als bij dit vonnis een vordering tegen u is toegewezen, kunt u bij de rechtbank daartegen in verzet komen. Het verzet moet namens u door een advocaat worden ingesteld. Voor het instellen van dit rechtsmiddel geldt slechts een korte termijn. Als u in verzet wilt komen, dient u zich dus zo spoedig mogelijk tot een advocaat te wenden.
Mocht u op grond van onvoldoende financiële draagkracht niet in staat zijn de kosten daarvan te dragen, dan kunt u wellicht aanspraak maken op toevoeging van een bij de raad voor rechtsbijstand ingeschreven advocaat. Inlichtingen daarover zijn te verkrijgen bij het Juridisch Loket. Over de adressen en spreekuren van het Juridisch Loket zijn inlichtingen te verkrijgen bij de griffies van rechtbanken.
N.B. Zolang op het verzet niet is beslist, blijft het vonnis van kracht en zal het in het algemeen ook door de deurwaarder ten uitvoer kunnen worden gelegd.

Voetnoten

1.((365 x 500) / 100000) x 100%) = 182,5%.
2.type: 7.2.1.