ECLI:NL:RBNNE:2023:2298
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake woningsluiting op basis van artikel 13b Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 1 juni 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Emmen om zijn woning voor drie maanden te sluiten, naar aanleiding van de aangetroffen aanzienlijke hoeveelheden hard- en softdrugs in de woning. De burgemeester had op 4 mei 2023 besloten tot sluiting, na een bestuurlijke rapportage van de politie waarin melding werd gemaakt van een vermoedelijke drugsdeal en de vondst van een grote hoeveelheid drugs in de woning van verzoeker. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester voldoende gemotiveerd heeft aangetoond dat de sluiting noodzakelijk is, gezien de ernst van de overtredingen en de kwetsbaarheid van de wijk waarin de woning zich bevindt.
De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoeker de bevoegdheid van de burgemeester om de woning te sluiten niet betwist, maar wel de noodzakelijkheid en evenredigheid van de maatregel. Verzoeker voert aan dat hij een bijzondere binding heeft met de woning en dat de sluiting niet evenredig is, gezien zijn persoonlijke omstandigheden. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat verzoeker niet voldoende heeft onderbouwd dat de sluiting onevenredig is, en dat de burgemeester terecht heeft gesteld dat er een spoedeisend belang is bij de sluiting van de woning. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, wat betekent dat het besluit van de burgemeester in stand blijft en verzoeker geen proceskostenvergoeding ontvangt.