In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 25 mei 2023, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun verzoek om tegemoetkoming in planschade beoordeeld. Eisers, eigenaren van twee kadastrale percelen in Coevorden, hebben schade geleden door een wijziging in het bestemmingsplan dat de bestemming van hun perceel van verblijfsrecreatie naar agrarisch heeft veranderd. Dit heeft geleid tot een waardevermindering van hun eigendommen. De rechtbank onderzoekt of eisers voldoende inspanningen hebben verricht om hun schade te beperken en of de schade anderszins verzekerd is.
Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van 2 maart 2021, waarin hun verzoek om planschade werd afgewezen. De rechtbank stelt vast dat eisers niet verplicht waren om een zienswijze in te dienen tegen de wijziging van de bestemming, omdat de Wet ruimtelijke ordening geen dergelijke verplichting kent. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van het verzoek op deze grond niet terecht was.
Daarnaast wordt de vraag behandeld of de schade anderszins verzekerd is. De rechtbank concludeert dat de verkoopprijs van de percelen, die aanzienlijk hoger was dan de getaxeerde waarde, betekent dat de schade voldoende anderszins verzekerd is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat de afwijzing op andere gronden voldoende gemotiveerd is. De rechtbank veroordeelt de gemeente tot betaling van proceskosten aan eisers.