ECLI:NL:RBNNE:2023:2057

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
23 mei 2023
Zaaknummer
LEE 23/1849
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake openbaarmaking diertelgegevens

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 17 mei 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekers, die vertegenwoordigd worden door mr. N.E. Koelemaij, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 april 2023, waarin diertelgegevens van hun bedrijf openbaar gemaakt zouden worden. De minister heeft echter verklaard dat de uitvoering van dit besluit wordt opgeschort tot twee weken na de beslissing op het bezwaarschrift van verzoekers. Hierdoor is er volgens de voorzieningenrechter geen sprake van een spoedeisend belang, wat een voorwaarde is voor het toewijzen van een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter legt uit dat de minister's beslissing om de uitvoering van het besluit op te schorten voldoende is om te concluderen dat er geen onverwijlde spoed vereist is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 23/1849

uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 mei 2023 in de zaak tussen

[verzoeker] , [verzoeker] en [verzoeker] uit [plaats] , verzoekers

(gemachtigde: mr. N.E. Koelemaij),
en

de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, de minister

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen het besluit van de minister van 20 april 2023 om diertelgegevens van het bedrijf van verzoekers openbaar te maken. Verzoekers hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
1.1.
De minister heeft verklaard dat de uitvoering van het besluit van 20 april 2023 wordt opgeschort tot twee weken nadat op het bezwaarschrift van verzoekers is beslist.
1.2.
Verzoekers hebben naar aanleiding hiervan het verzoek niet ingetrokken.
1.3.
Omdat het verzoek kennelijk ongegrond is doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting. Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De voorzieningenrechter legt hierna uit waarom het verzoek kennelijk ongegrond is.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb alleen een voorlopige voorziening als onverwijlde spoed dat vereist. De minister heeft verklaard dat de uitvoering van het besluit van 20 april 2023 wordt opgeschort tot twee weken nadat op het bezwaarschrift van verzoekers is beslist. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er daarom geen spoedeisend belang. Dat de minister de uitvoering van het besluit tot openbaarmaking niet heeft opgeschort tot dit besluit onherroepelijk is geworden, zoals door verzoekers primair was verzocht, maakt dit niet anders.

Conclusie en gevolgen

3. Het verzoek is daarom kennelijk ongegrond. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.