In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 10 maart 2023, heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Eiser verzocht om handhavend op te treden door wijzigingen aan te brengen in de financiële regelingen die betrekking hebben op de vergoeding van mijnbouwschade en subsidies in het aardbevingsgebied in Groningen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet bevoegd is om de door eiser aangehaalde regelingen te wijzigen. Hierdoor is de reactie van de staatssecretaris op het verzoek van eiser niet aan te merken als een besluit, en is er geen sprake van niet tijdig beslissen. De rechtbank concludeert echter dat de staatssecretaris het bezwaar van eiser ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard, aangezien er geen sprake is van een aanvraag en besluit waartegen bezwaar kon worden gemaakt. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 31 maart 2022, waarbij het bezwaar van eiser als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. De rechtbank bepaalt dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk is en dat de staatssecretaris het griffierecht aan eiser moet vergoeden.