ECLI:NL:RBNNE:2023:1714

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
18/129116-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot afdreiging met bedreiging en openbaarmaking van compromitterende beelden

Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen verdachte [verdachte], die beschuldigd werd van het medeplegen van een poging tot afdreiging. De rechtbank oordeelde dat wettig en overtuigend bewezen was dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] [slachtoffer] heeft bedreigd met de openbaarmaking van compromitterende beelden om zo een gunstige vaststellingsovereenkomst te verkrijgen. De rechtbank constateerde een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn van 42 maanden, wat leidde tot een gematigde straf. De rechtbank legde een gevangenisstraf op gelijk aan de duur van het voorarrest, zijnde 2 dagen. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] werd niet-ontvankelijk verklaard wegens onvoldoende onderbouwing. De rechtbank benadrukte dat de waarheidsvinding niet in het geding was door de termijnoverschrijding en dat er geen sprake was van een complexe zaak. De rechtbank sprak verdachte vrij van het primair ten laste gelegde, maar achtte het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/129116-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 25 april 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is -na verwijzing door de politierechter naar de meervoudige kamer- gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 maart 2023 (inhoudelijke behandeling) en 25 april 2023 (sluiting van het onderzoek).
Verdachte is ter terechtzitting van 28 maart 2023 verschenen, bijgestaan door mr. A.M. Veld, advocaat te Assen. Het openbaar ministerie is op die terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
zij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip gelegen in of omstreeks 01 augustus 2017 tot en met 1 september 2017 te Assen en/of Dedemsvaart, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim, [slachtoffer] te dwingen tot het opstellen en/of afgifte van een vaststellingsovereenkomst , (tussen [slachtoffer] (werkgever) voornoemd en verdachte [verdachte] (werknemer) met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving, en/of het kwijtschelden van een inschuld, in ieder geval tot het opstellen en/of afgifte van enig formulier,
hebbende verdachte en/of diens mededader(s) (telkens) met dat oogmerk via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) aan die [slachtoffer] één of meer seksueel getinte foto's en/of een (seksueel getinte) filmpje gestuurd, waarop die [slachtoffer] (samen met een vrouw, gedeeltelijk naakt) was afgebeeld en welk(e) foto's en/of filmpje verdachte en/of diens medeverdachte(n) in zijn /hun bezit had(den), en/of heeft verdachte en/of diens mededader(s) (vervolgens) aan [slachtoffer] voornoemd medegedeeld, deze foto’s en/of filmpje(s) aan iedereen en/of de familie van die [slachtoffer] door te sturen, door meermalen via berichten (whatsapp) te dreigen de beelden openbaar te maken als hij niet zou overgaan tot het opstellen van die gunstige vaststellingsovereenkomst en/of kwijtschelding van die inschuld en/of via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik heb ze nu en ga ze tegen jou gebruiken. Of je moet zorgen dat dit goed afloopt. Ik stuur alles naar iedereen. Jouw familie iedereen. Jij gaat er nog achter komen” , althans woorden van gelijke aard en/of strekking bij en/of prints van die afbeeldingen met een compromitterende tekst, te weten dat [slachtoffer] seks vraagt in ruil voor behandelingen bij diens praktijk in Assen en/of Dedemsvaart op te hangen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks 01 augustus 2017 tot en met 1 september 2017 te Assen en/of Dedemsvaart, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte ’s en/of diens mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim [slachtoffer] te dwingen tot het opstellen en/of afgifte van een vaststellingsovereenkomst , (tussen [slachtoffer] (werkgever) voornoemd en verdachte [verdachte] (werknemer) met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving, en/of het kwijtschelden van een inschuld, in ieder geval tot het opstellen en/of afgifte van enig formulier, hebbende verdachte en/of diens mededader(s) (telkens) met dat oogmerk via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) aan die [slachtoffer] één of meer seksueel getinte foto's en/of een (seksueel getinte) filmpje gestuurd, waarop die [slachtoffer] (samen met een vrouw, gedeeltelijk naakt) was afgebeeld en welk(e) foto's en/of filmpje verdachte en/of diens medeverdachte(n) in zijn /hun bezit had(den), en/of heeft verdachte en/of diens mededader(s) (vervolgens) aan [slachtoffer] voornoemd medegedeeld, deze foto’s en/of filmpje(s) aan iedereen en/of de familie van die [slachtoffer] door te sturen, door meermalen via berichten (whatsapp) te dreigen de beelden openbaar te maken als hij niet zou overgaan tot het opstellen van die gunstige vaststellingsovereenkomst en/of kwijtschelding van die inschuld en/of via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik heb ze nu en ga ze tegen jou gebruiken. Of je moet zorgen dat dit goed afloopt. Ik stuur alles naar iedereen. Jouw familie iedereen. Jij gaat er nog achter komen” , althans woorden van gelijke aard en/of strekking bij en/of prints van die afbeeldingen met een compromitterende tekst, te weten dat [slachtoffer] seks vraagt in ruil voor behandelingen bij diens praktijk in Assen en/of Dedemsvaart op te hangen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht het openbaar ministerie gelet op de forse overschrijding van de redelijke termijn, niet ontvankelijk te verklaren in de vervolging van verdachte. Zij verwijst daartoe
naar de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant d.d. 31 januari 2022 (ECLI:NL:RBZWB:2022:436) en doet daarbij een beroep op het gelijkheidsbeginsel.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (o.a. het arrest van de Hoge Raad van 3 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7309) een overschrijding van de termijn niet leidt tot een niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de strafvervolging, ook niet in uitzonderlijke gevallen. Daarnaast is, aldus de officier van justitie, het beroep op het gelijkheidsbeginsel onvoldoende onderbouwd, omdat de exacte omstandigheden waaronder de rechtbank Zeeland-WestBrabant tot een niet-ontvankelijkverklaring is gekomen, onbekend zijn.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat, hoewel sprake is van een niet aan de verdediging te wijten aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn van 42 maanden, deze overschrijding op zichzelf niet voldoende is om tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie te beslissen.
De waarheidsvinding is naar het oordeel van de rechtbank door deze termijnoverschrijding niet in het geding. Er is een eindproces-verbaal en er is geen sprake van een complexe zaak. Daarom kan niet worden gezegd dat geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden.
Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet, omdat gesteld noch gebleken is van gelijke gevallen die ongelijk zijn behandeld. De rechtbank ziet daarom geen grond om te oordelen dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in zijn vervolging.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het primair ten laste gelegde medeplegen van afdreiging, nu het bij een poging lijkt te zijn gebleven.
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het subsidiair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot afdreiging. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de uitgelezen berichten tussen aangever [slachtoffer] enerzijds en de verdachten anderzijds de aangifte van [slachtoffer] ondersteunen. [slachtoffer] is gechanteerd met de openbaarmaking van compromitterende beelden met als doel om de vaststellingsovereenkomst rondom het ontslag van verdachte gunstig uit te laten pakken voor verdachte en een op haar rustende schuld kwijt te laten schelden. Medeverdachte [medeverdachte 1] is degene die telkens daadwerkelijk dreigt met de openbaarmaking en ook de eisen stelt in de berichten. De compromitterende beelden stonden op de telefoon van verdachte, veel van de communicatie tussen medeverdachte [medeverdachte 1] en [slachtoffer] werd via de telefoon van verdachte gedaan en zij was degene met het conflict met [slachtoffer] . De officier van justitie is van mening dat gelet op deze combinatie van omstandigheden sprake is van medeplegen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte wetenschap en dus betrokkenheid had bij de gestelde bedreiging met smaadschrift en/of openbaring van een geheim.
Subsidiair, mocht de rechtbank aannemen dat verdachte wel wetenschap zou hebben gehad van het sturen van de afbeeldingen, heeft de raadsvrouw aangevoerd dat ook dit onvoldoende is voor het aannemen van medeplegen. Immers, verdachte heeft dan geen intellectuele en/of materiële bijdrage geleverd.
Meer subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het bij een poging gebleven is nu er geen hoger salaris is afgesproken of een schuld is kwijt geschonden.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hiertoe dat uit de inhoud van het strafdossier en hetgeen ter terechtzitting is besproken niet is gebleken dat de chantage (afdreiging) daadwerkelijk heeft geleid tot het beoogde doel, zijnde het opstellen/afgeven van een vaststellingsovereenkomst tussen aangever [slachtoffer]
(werkgever) en verdachte (werknemer) met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving en/of het kwijtschelden van een schuld.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter terechtzitting van 28 maart 2023 afgelegde verklaring, voor zoverinhoudend:
Ik werkte bij tandartspraktijk [slachtoffer] . Toen het werk stopte, wilden aangever [slachtoffer] en ik samen tot een vaststellingsovereenkomst komen. Het klopt dat ik een schuld had bij [slachtoffer] . Het concept van de overeenkomst was gemaakt vanuit een vaststellingsovereenkomst van een andere werknemer. Ik wist inderdaad van de inhoud van de vaststellingsovereenkomst op het moment dat we de afspraak hadden met [slachtoffer] op 18 augustus 2017. Medeverdachte [medeverdachte 1] was destijds mijn partner en is de vader van mijn kinderen. Hij ging met mij mee naar de afspraak bij [slachtoffer] . Ik zat tijdens deze afspraak boven achter de computer. Ik was niet aanwezig bij het gesprek tussen [slachtoffer] en medeverdachte [medeverdachte 1] . Ik wist wel dat er over en weer werd gesproken over de vaststellingsovereenkomst. Er is die dag geen overeenkomst getekend. Ik weet dat medeverdachte [medeverdachte 1] via mijn telefoon nadien WhatsApp contact had met [slachtoffer] . Het klopt dat medeverdachte [medeverdachte 1] wel eens WhatsApp berichten stuurde via mijn telefoon naar [slachtoffer] waar ik bij was, maar ik kreeg niet goed mee wat de inhoud van deze berichten was.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte met bijlagen d.d. 22 augustus2017, opgenomen op pagina 32 e.v. van het dossier van Politie Eenheid
Noord-Nederland met registratienummer: PL0100-2017214442 d.d. 12 januari 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Ik doe aangifte van afdreiging.
In juli 2017, aan het eind van de maand, kreeg ik via facebook een kortstondige relatie met [medeverdachte 2] . Die contacten verdiepten zich waarna na verloop van tijd een afspraak werd gecreëerd. We zijn met elkaar naar bed geweest. Na de laatste ontmoeting kwam [medeverdachte 2] naar mijn praktijk (ik ben namelijk tandarts). Zij toonde mij een brief waarop een tekst stond vermeld en waarop twee foto's waren afgebeeld. Op die foto's was te zien dat wij half naakt op haar bed lagen. Ik lag daar met ontbloot bovenlijf. Op die foto's is zij zichtbaar maar dan zodanig dat haar gezicht niet te zien is. Mijn gezicht en tors daarentegen wel.
In de tekst op de brief die zij mij toonde stond dat zij gedreigd werd de foto's op internet openbaar te maken. Ik vroeg haar hoe dat mogelijk was dat er foto's gemaakt waren. Wij waren de enige personen in de kamer. Zij gaf aan dat zij dat niet wist. Ik had mijn twijfels daarover.
Ik heb op 12 augustus 2017 hiervan melding gedaan bij de politie in Assen. Die foto's en brief waren nog niet openbaar gemaakt. Ik heb er toen enkel melding van gedaan omdat ik vond dat zij verdachte was van het maken van die foto's.
Op 18 augustus 2017 had ik een afspraak met mijn medewerkster [verdachte] , zij is al 7 jaar mijn assistente in de praktijk. Zij heeft een relatie met [medeverdachte 1] die met haar samenwoont. Wij wilden een vaststellingsovereenkomst samenstellen zodat in geval van ontslag zij via het UWV een uitkering zou kunnen krijgen. Bij het gesprek was haar partner [medeverdachte 1] aanwezig. Hij verwachtte van mij dat ik op de overeenkomst haar loon dubbel zo hoog zou vaststellen zodat zij een hogere uitkering zou kunnen toucheren.
Ik gaf aan dat ik het daar niet mee eens was. Ik gaf aan dat ik in overleg met de salarisadministratie zou gaan om te zien wat er mogelijk was. Ik wilde eventueel tot een paar procent verhoging gaan. Als dat legaal mogelijk was.
[medeverdachte 1] bedreigde mij indirect dat hij in het bezit was van foto's en een video van mij met die [medeverdachte 2] waar ik eerder over sprak. Hij zei dat het verschrikkelijk zou zijn als die foto's op zouden duiken en mijn medewerkers daarvan weet zouden krijgen. Op die manier oefende hij druk op mij uit om die extreme loonsverhoging op papier te zetten.
Op 20 augustus 2017 heb ik [verdachte] geappt op haar [telefoonnummer] nummer dat het niet mogelijk zou zijn nog iets aan de verhoging van het salaris te kunnen doen.
Later werd er een whatsapp gestuurd vanaf haar 06 nummer inhoudende beide foto's en een korte video waarop te zien is dat ik op het bed lig van [medeverdachte 2] . De foto's zijn geknipt uit de video. In de whatsapp wordt verder gedreigd met openbaar maken van de video en foto's.
"Ik stuur alles naar iedereen. Jouw familie iedereen. Jij gaat er nog achterkomen".
Op 22 augustus 2017 omstreeks 08.00 uur werd ik door mijn assistente [naam 3] in Dedemsvaart, waar ik ook een praktijk heb, gebeld. Zij gaf aan dat patiënten met een brief naar binnen kwamen. Die brief was geplakt op de hoofingang van mijn praktijk in Dedemsvaart.
Verder werd ik vanmorgen door medewerkers van mijn praktijk in Assen geappt dat dezelfde brief ook hier in Assen op mijn praktijk was aangeplakt. Tekst op de brief die op de deuren was geplakt: "TANDARTS [slachtoffer] . Deze beste heer [slachtoffer] vraagt seks in ruil voor behandelingen in zijn praktijken! Deze beste man heeft nog veel meer op zijn kerfstok..
het moet stoppen!! Ik heb beelden van deze meneer [slachtoffer] , graag roep ik alle dames op die last van deze ouwe viezerik heeft gehad! VIDEOBEELDEN WORDEN BINNEKORT ONLINE GEZET!! Daaronder twee foto's waar ik op het bed lig met [medeverdachte 2] .
Om 12.00 uur vandaag appt [medeverdachte 1] vanaf zijn eigen telefoonnummer ( [telefoonnummer] ): Ik heb de foto's en ik ga ze tegen jou gebruiken of je moet er voor zorgen dat dit goed afloopt.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 januari 2018, opgenomen op pagina 83 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 6 januari 2018 las ik, verbalisant, de resultaten van het digitale onderzoek van de GSM's van aangever [slachtoffer] en verdachte [verdachte] .
GSM [verdachte] Participants: Hoi [telefoonnummer] @s.whatsapp.net / [slachtoffer] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
18-8-2017 16:04:57(UTC+0) Heb net site van uwv gekeken ww uitkering is 70% mijn salaris moet omhoog dus op papier
18-8-2017 16:05:04(UTC+0) Anders heb ik er niks aan
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
18-8-2017 16:05:35(UTC+0) Nee dat kan niet ineens, dat valt op
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
18-8-2017 16:42:56(UTC+0) Hey vriend [medeverdachte 1] hier wat is allemaal weer aan de hand
18-8-2017 16:43:10(UTC+0) [verdachte] is weer helemaal over haar toeren
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
18-8-2017 18:16:15(UTC+0) Helaas, met de loon kan ik niet veranderen, dus gaa maar goed over nadenken, ik eind het uitstekend aanbod...ik kan de uurloon van poetsen wel verhogen op 15 euro
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
18-8-2017 19:25:38(UTC+0) Alles gaat via mij [verdachte] heeft stress
(..)
18-8-2017 19:26:42(UTC+0) Ik heb gelezen wat jij kan doen na al die jaren
18-8-2017 19:26:50(UTC+0) Voor [verdachte]
18-8-2017 19:26:58(UTC+0) HELEMAAL NIKS
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
18-8-2017 19:27:36(UTC+0) Ik zei toch ik kan de loon wel verhogen, de schuld van 4000 euro kwijt schelte
18-8-2017 19:27:42(UTC+0) Is dat niks???
18-8-2017 19:28:48(UTC+0) Ik heb 2 peojekte, als je mij helpt dan help ik je broer
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
18-8-2017 19:29:45(UTC+0) DAAAAAT HEEFT [verdachte] NIKS MEE E MAKEEN 18-8-2017 19:30:05(UTC+0) EN IK PRAAT NIET OVER TEL
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
19-8-2017 8:05:51 (UTC+0) [medeverdachte 1] ik ben om 13.00 praktijk, heb bijnaa dan ook alles klaar....dan neem je contractt mee, kunnen jullie samen thuis lezen en overleggen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
19-8-2017 9:42:13(UTC+0) [medeverdachte 1] komt mee
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
19-8-2017 10:55:01(UTC+0)
[slachtoffer] verstuurt een drietal afbeeldingen van een vaststellingsovereenkomst
19-8-2017 21:51:34(UTC+0) Net gedprek met [naam 4] gehad, helaas word hem niet
19-8-2017 21:52:04(UTC+0) Meer als vandsag asngeboden is, is niet mogelijk
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 13:48:33(UTC+0) [medeverdachte 1] hier
20-8-2017 13:49:04(UTC+0) Ik heb begrepen datje niks kan betekenen voor ons?
(..)
20-8-2017 13:52:55(UTC+0) Wij wachten niks meer af
20-8-2017 13:53:02(UTC+0) Wacht jij maar af
20-8-2017 13:53:35(UTC+0) Ik heb namelijk wel men huiswerk goed gedaan
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 13:55:51 (UTC+0) Heel goed voor jouw
20-8-2017 13:57:02(UTC+0) Als je nu nog een opmerking deze richting doet, dan komt een ontslag op staande foet, kijken if je dan 1 cent uitkering krijgt
20-8-2017 13:57:27(UTC+0) Nog 1 opmerking is afgelopen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
Er worden beelden verstuurd naar [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
Op deze beelden is te zien dat aangever [slachtoffer] op een bed ligt met een jonge vrouw
20-8-2017 14:00:42(UTC+0) Kijk de beelden goed jij bied sex aan voor behandelingen
20-8-2017 14:00:48(UTC+0) Alles heb ik op beeld
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 14:01:06(UTC+0) Ik stuur morgen ontslag!
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 14:01:21(UTC+0) Ik stuur alles naar iedereen
20-8-2017 14:01:32(UTC+0) Jou familie iedereen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 14:01:33(UTC+0) Doe maar
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 14:01:55(UTC+0) [verdachte] NIKS JIJ OOK NIKS
(..)
20-8-2017 14:03:06(UTC+0) Ik heb men leven gewaagt om deze beelden
20-8-2017 14:03:16( UTC+0) Jij gaat achterkomend
20-8-2017 14:03:43(UTC+0) Inspectie gezondheidszorg
20-8-2017 14:03:57(UTC+0) Alles en iedeeeen mail ik dit
20-8-2017 14:04:12(UTC+0) WIJ NIKS JIJ NIKS
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
22-8-2017 6:14:52(UTC+0) Nu zijn jullie echt te veer gegaan, straks afspraak bij mijn advocaat, alles is op de camera te zien wAt [naam 2] gistern opgehangen heeft....heb straks afspraak met me strafrechtsadvocaat, nu ben je echt te veer gegangen, dat word gevangenis!!!!
Participants [naam 1] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net / [medeverdachte 1] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [medeverdachte 1]
22-8-2017 10:11:02(UTC+0) IK HEB ZE NU EN GA ZE TGEN JOU GEBRUIKEN
22-8-2017 10:12:18(UTC+0) Of je moet er voor zorgen dt dit goed afloopt
Participants [naam 1] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net / [medeverdachte 1] [verdachte] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [medeverdachte 1] [verdachte]
28-8-2017 18:52:44(UTC+0) Met [medeverdachte 1] hier
28-8-2017 18:52:59(UTC+0) En [verdachte]
28-8-2017 18:55:16(UTC+0) Denk dar wuj moet prqteb
(..)
28-8-2017 18:57:14(UTC+0) Ik wou je alleen helpen
28-8-2017 18:57:31 (UTC+0) Maar we spreken morgen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [naam 1]
28-8-2017 18:57:49(UTC+0) Helpen met fotos op mij praktijkdeur??
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [medeverdachte 1] [verdachte]
28-8-2017 18:59:04(UTC+0) Misschien was het en reactie op een reactie
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 september 2020, opgenomen in het aanvullend procesdossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 9 september 2020 deed ik, [verbalisant 2] , nader onderzoek naar de gegevens die waren veiliggesteld uit de in beslag genomen Iphone 5 onder verdachte [verdachte] .
Ik zag dat een map van de telefoon ook die naam had "Iphone 5 [verdachte] ". Ik opende de map en het programma om de data te bekijken. Ik keek vervolgens in de map met video's. Ik zag hierop o.a. video's die eenzelfde startscherm hadden als de afbeeldingen die bij aangever [slachtoffer] op zijn praktijkdeur waren gehangen. Ik opende deze video's één voor één. Ik zag dat bestand genaamd [bestandsnaam] een filmpje was van 27:48 minuten en dat de overige filmpjes, die leken op die film, "stukjes" waren van deze film.
Ik zag bij het bestand [bestandsnaam] bij de veilig gestelde data onder het kopje "Meta data" informatie stond over de camera, type Iphone 5, recordtime 5-8-2017 21:43.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen bewezen dat medeverdachte [medeverdachte 1] heeft gepoogd aangever [slachtoffer] door bedreiging met smaadschrift en openbaring van een geheim te dwingen tot het opstellen en afgeven van een vaststellingsovereenkomst tussen [slachtoffer] en verdachte [verdachte] , met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving en het kwijtschelden van een schuld. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft via WhatsApp aan [slachtoffer] seksueel getinte beelden gestuurd, waarop te zien is dat [slachtoffer] (gedeeltelijk naakt) samen met een jonge vrouw op bed ligt. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft vervolgens aan [slachtoffer] medegedeeld dat hij deze beelden aan iedereen doorstuurt (waaronder de familie van [slachtoffer] ) als [slachtoffer] niet over zou gaan tot het opstellen van een voor verdachte [verdachte] gunstige vaststellingsovereenkomst en kwijtschelding van een op haar rustende schuld bij [slachtoffer] . Medeverdachte [medeverdachte 1] is blijkens de hiervoor genoemde WhatsApp berichten degene die daadwerkelijk [slachtoffer] chanteert en daarbij dreigt met de openbaarmaking van de seksueel getinte beelden. Op 22 augustus 2017 hangen er opeens print-screens van de beelden op de deur van de hoofingang van [slachtoffer] zijn tandartspraktijken in Dedemsvaart en Assen.
De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van de raadsvrouw dat verdachte [verdachte] geen wetenschap zou hebben gehad van de gepleegde poging tot afdreiging. Daartoe overweegt de rechtbank dat verdachte destijds een affectieve relatie had met medeverdachte [medeverdachte 1] , zij feitelijk samenleefden, de seksueel getinte beelden zijn aangetroffen op de telefoon van verdachte en [slachtoffer] via dit telefoonnummer contact onderhield met verdachte én medeverdachte [medeverdachte 1] . Bovendien had verdachte een conflict met [slachtoffer] en was juist zij de begunstigde van de afdreiging. Gelet op voornoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte op zijn minst op de hoogte moet zijn geweest van de gepleegde poging tot afdreiging en dat zij niet heeft ingegrepen op het moment dat het nodig en geboden was. De voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] is hiermee komen vast te staan. Hoewel geen sprake is van een gezamenlijke uitvoering, is de bijdrage van verdachte aan het subsidiair ten laste gelegde naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot afdreiging. Immers, zoals hiervoor reeds is overwogen, is niet gebleken dat de chantage daadwerkelijk heeft geleid tot het beoogde doel, te weten de vaststellingsovereenkomst over de beëindiging van het dienstverband van verdachte gunstiger uit te laten pakken voor verdachte en een op haar rustende schuld kwijt te laten schelden.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
zij omstreeks 1 augustus 2017 tot en met 1 september 2017 te Assen en Dedemsvaart, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte’s en haar mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaadschrift en openbaring van een geheim [slachtoffer] te dwingen tot het opstellen en afgifte van een vaststellingsovereenkomst tussen [slachtoffer] (werkgever) voornoemd en verdachte [verdachte] (werknemer) met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving en het kwijtschelden van een schuld, hebbende verdachte en haar mededader (telkens) met dat oogmerk via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) aan die [slachtoffer] seksueel getinte foto's en een seksueel getint filmpje gestuurd, waarop die [slachtoffer] (samen met een vrouw, gedeeltelijk naakt) was afgebeeld en welke foto's en filmpje verdachte en haar medeverdachte in hun bezit hadden, en heeft verdachte en/of haar mededader (vervolgens) aan [slachtoffer] voornoemd medegedeeld, deze foto’s en dit filmpje aan iedereen en de familie van die [slachtoffer] door te sturen, door meermalen via berichten (whatsapp) te dreigen de beelden openbaar te maken als hij niet zou overgaan tot het opstellen van die gunstige vaststellingsovereenkomst en kwijtschelding van die schuld en door via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik heb ze nu en ga ze tegen jou gebruiken. Of je moet zorgen dat dit goed afloopt. Ik stuur alles naar iedereen. Jouw familie iedereen. Jij gaat er nog achter komen”, en prints van die afbeeldingen met een compromitterende tekst, te weten dat [slachtoffer] seks vraagt in ruil voor behandelingen, bij diens praktijk in Assen en/of Dedemsvaart op te hangen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Subsidiair medeplegen van een poging tot afdreiging
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie stelt vast dat de redelijke termijn in onderhavige zaak in ernstige mate is geschonden, te weten met 3 jaar en 5 maanden. Dit dient te leiden tot matiging van de straf. De officier van justitie acht thans het opleggen van een substantiële onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op het tijdsverloop en voorts gelet op de leidende rol die medeverdachte [medeverdachte 1] bij het gepleegde feit heeft gehad, niet meer opportuun.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht (zijnde 2 dagen).
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, geen standpunt ingenomen ten aanzien van de op te leggen straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het rapport van Reclassering Nederland van 22 februari 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 februari 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot afdreiging. Zij heeft, samen met haar (in elk geval toenmalige) partner medeverdachte [medeverdachte 1] , aangever [slachtoffer] (haar werkgever) gepoogd te chanteren met de openbaarmaking van compromitterende beelden met als doel om de vaststellingsovereenkomst over de beëindiging van haar dienstverband gunstiger uit te laten pakken door daarin een hoger salaris te laten vermelden dan zij daadwerkelijk genoot en daarbij een op haar rustende schuld kwijt te laten schelden. Daarbij stelde medeverdachte [medeverdachte 1] zich zeer intimiderend en dreigend op. Door het medeplegen van dit feit heeft verdachte getoond geen respect te hebben voor andermans levenssfeer. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat op het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 21 februari 2023 enkel een voorwaardelijk sepot is vermeld voor het plegen van witwassen in de periode van 30 november 2018 tot en met 2 december 2018. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het rapport van Reclassering Nederland van 22 februari 2023. De reclassering signaleert geen problemen op de verschillende leefgebieden. Verdachte woont samen met haar drie minderjarige kinderen in een huurhuis. Zij is werkzaam als tandartsassistente en houdt zich daarnaast bezig met de opvoeding van de kinderen en het huishouden. Er is geen sprake van verslavingen en/of problematisch middelengebruik en verdachte ervaart haar familierelaties en sociale netwerk als steunend. Er is geen sprake meer van een partnerrelatie tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] , maar er is wel sprake van goed contact en ook ziet medeverdachte [medeverdachte 1] de kinderen wekelijks.
Bij een veroordeling adviseert de reclassering een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Overschrijding redelijke termijn.
Voorts overweegt de rechtbank dat in artikel 6, eerste lid, EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht.
Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsvrouw op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De redelijke termijn is aangevangen op 5 november 2017, de datum van inverzekeringstelling. De rechtbank wijst eindvonnis op 25 april 2023. Van bijzondere omstandigheden die van invloed zijn geweest op de redelijke termijn is niet gebleken. Dit betekent dat de redelijke termijn van twee jaren is overschreden met ruim 42 maanden. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Straf
Alles afwegende acht de rechtbank -evenals de officier van justitie- het opleggen van een straf die uitgaat boven de duur van het voorarrest, niet langer opportuun. De rechtbank zal dan ook volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest.

Benadeelde partij

De heer [slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 11.000,- immateriële schade, bestaande uit € 7.500,- voor het wegvallen van cliënten en € 3.500,- voor een misgelopen vakantie, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Daarnaast worden proceskosten gevorderd, te weten een bedrag van € 1.642,58.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer] onvoldoende is onderbouwd en daarom niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Ook is, aldus de officier van justitie, onduidelijk waar de gevorderde proceskosten op zien.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] niet ontvankelijk dient te worden verklaard, vanwege de bepleite vrijspraak
Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard dan wel dient te worden afgewezen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de gevorderde materiële kosten -de kosten die gemoeid zijn met het opstellen van de vaststellingsovereenkomst- geen schade is als gevolg van de verdenking. De gevorderde immateriële schade is niet onderbouwd en is ook nog eens buitenproportioneel, aldus de raadsvrouw.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering, die namens verdachte is betwist, door de benadeelde partij [slachtoffer] onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer] daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank zal verder bepalen dat de benadeelde partij [slachtoffer] zijn eigen proceskosten zal dragen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 45, 47 en 318 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 2 dagen.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer] zijn eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Depping, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. M.A.A. van Capelle, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 april 2023.
Mr. F Sieders is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.