ECLI:NL:RBNNE:2023:1694

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
C/18/221912 / FA RK 23-1427
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging en weigering advocaat in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 17 april 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die gedwongen is opgenomen ter behandeling van een psychotische decompensatie, veroorzaakt door het staken van medicatie en middelengebruik. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 13 april 2023 en diende uiterlijk op 17 april 2023 te beslissen. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 april 2023 was de betrokkene niet aanwezig, omdat hij had aangegeven geen gebruik te willen maken van de toegewezen advocaat en zelf een nieuwe advocaat te willen benaderen. De rechtbank heeft de behandeling aangehouden om de betrokkene de gelegenheid te geven een andere advocaat te vinden, maar op de voortzetting van de zitting was de betrokkene wederom afwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene kwetsbaar is voor terugval in drugsgebruik, wat ernstige gevolgen heeft voor zowel hemzelf als voor medepatiënten. De rechtbank oordeelde dat de tijdelijke verplichte zorg, die op 9 april 2023 was gestart, noodzakelijk bleef. De wijziging van de zorgmachtiging, die de beperking van het recht op het ontvangen van bezoek inhield, werd toegewezen voor de resterende duur van de zorgmachtiging tot en met 28 september 2023. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de veiligheid van de betrokkene en de noodzaak om zijn deelname aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter D.W.J. Vinkes en is schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Groningen
Zaak-/rekestnr.: C/18/221912 / FA RK 23-1427
Wijziging zorgmachtiging
Beschikking van
17 april 2023naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam] ,
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie van [naam accommodatie] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 13 april 2023.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 31 augustus 2022;
  • het op 1 september 2022 opgestelde zorgplan;
  • de bevindingen en het voorstel van de geneesheer-directeur d.d. 12 september 2022;
  • het verzoekschrift zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging d.d. 13 september 2022;
  • de beschikking d.d. 28 september 2022 waaruit blijkt dat er een zorgmachtiging is verleend tot en met 28 september 2023;
  • het op 21 november 2022 opgestelde zorgplan;
  • de beslissing van [naam] , psychiater met betrekking tot het verlenen van tijdelijke verplichte zorg in een noodsituatie d.d. 9 april 2023;
  • de aanvraag tot wijziging zorgmachtiging d.d. 11 april 2023 van de zorgverantwoordelijke [naam]
  • de aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging van de geneesheer-directeur aan de officier van justitie d.d. 12 april 2023;
  • de aanvullende verklaring van een onafhankelijk psychiater bij de aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging d.d. 12 april 2023;
  • het op 12 april 2023 opgestelde zorgplan;
  • de gegevens d.d. 13 april 2023 uit de Justitiële Documentatie van de Justitiële Informatiedienst;
- een verklaring d.d. 13 april 2023 waaruit blijkt dat betrokkene niet voorkomt in het curatele- en bewindregister;
  • de politiegegevens als bedoeld in de Wet Politiegegevens van betrokkene in de periode 4 mei 2022 t/m 2 augustus 2022;
  • een historisch overzicht waaruit de eerder ten behoeve van betrokkene afgegeven rechterlijke machtigingen blijken.
1.3.
De mondelinge behandeling is op 17 april 2023 om 11:45 uur aangevangen in bijzijn van [naam] , psychiater en zorgverantwoordelijke, [naam] , arts-assistent, alsmede betrokkene en mr. [naam] toegevoegd advocaat. Betrokkene gaf bij aanvang van de zitting te kennen niet te willen worden bijgestaan door mr. [naam] en meteen een eigen advocaat te zullen benaderen. De mondelinge behandeling is vervolgens aangehouden om betrokkene die gelegenheid te geven.
1.3.1.
Op 17 april 2023 is de mondelinge behandeling voortgezet om 14:30 uur. Daarbij zijn gehoord:
- [naam] , psychiater en tevens zorgverantwoordelijke;
- [naam] , arts-assistent.
Betrokkene was niet aanwezig. Hij was op de hoogte van de zitting en is meermaals door de psychiater en arts-assistent gevraagd aanwezig te zijn. Hij gaf te kennen dat hij niet bereid was om zich door de rechter te doen horen.
1.4.
De officier van justitie, die heeft aangegeven niet voornemens te zijn de mondelinge behandeling bij te wonen, is niet verschenen.

2.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank om de zorgmachtiging van betrokkene te wijzigen/aan te vullen met de verplichte zorg in de vorm van het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek voor de resterende duur van de zorgmachtiging, te weten tot en met 28 september 2023.

3.De beoordeling

3.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 28 september 2022 een zorgmachtiging afgegeven.
3.2.
Op 3 april 2023 is betrokkene gedwongen opgenomen ter behandeling van een psychotische decompensatie veroorzaakt door het staken van zijn medicatie in combinatie met middelengebruik. Deze toestand is nog floride.
3.3.
Tijdens de opname heeft betrokkene drugs (cocaïne) laten bezorgen door een kennis in een jas van Thuisbezorgd. Betrokkene heeft de drugs gebruikt en aan medepatiënten uitgedeeld. Betrokkene heeft dit erkend. Vervolgens is het onderhavige verzoek ingediend.
3.4.
Ter zitting is gebleken dat betrokkene niet wenste te worden bijgestaan door mr. [naam] . Betrokkene verklaarde meteen een eigen advocaat te zullen benaderen en hij verzocht om aanhouding van de behandeling van het verzoek.
3.5.
Indien een betrokkene te kennen geeft niet (meer) door de toegevoegde advocaat te willen worden bijgestaan, dient de rechtbank te onderzoeken of de betrokkene toevoeging van een andere advocaat wenst. De rechtbank dient in zijn beschikking van het resultaat van dit onderzoek te doen blijken (Hoge Raad, 9 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1837). Met inachtneming van deze uitspraak is de mondelinge behandeling aangehouden om betrokkene de gelegenheid te geven een andere advocaat te benaderen. De mondelinge behandeling is, op dezelfde dag, via een gelijktijdige beeld- en geluidsverbinding voortgezet. Betrokkene wenste echter niet te worden gehoord en ook was niet gebleken van inschakeling door betrokkene van een andere advocaat.
3.6.
Bij het voorgaande heeft de rechtbank tevens acht geslagen op de omstandigheid dat uit artikel 8:12 lid 6 onder c Wvggz volgt dat uiterlijk drie dagen na ontvangst van het verzoek dient te worden beslist. Het verzoekschrift is op 13 april 2023 ontvangen, zodat de rechtbank derhalve, met inachtneming van de Algemene Termijnwet, was gehouden uiterlijk op 17 april 2023 te beslissen. Hierbij heeft de rechtbank ook acht geslagen op de beschikking van de Hoge Raad van 19 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3663) waarin is geoordeeld dat de termijn binnen welke de rechtbank een beslissing moet nemen in de weg kan staan aan vervanging van de eerder toegevoegde advocaat. Als de rechtbank vaststelt dat er geen tijd is om de toegevoegde advocaat te doen vervangen, dient betrokkene er op te worden gewezen dat de consequentie van zijn afwijzing is dat geen advocaat hem zal bijstaan. Betrokkene staat dan voor de keuze om de afgewezen advocaat te accepteren, of in het geheel geen rechtsbijstand te ontvangen.
3.7.
Nu op 17 april 2023 de wettelijke beslistermijn eindigde, betrokkene niet bereid was zich te doen horen, en tevens niet was gebleken van een nieuwe advocaat, terwijl betrokkene uitdrukkelijk kenbaar had gemaakt niet van de toegevoegde advocaat gebruik te willen maken, heeft de rechtbank, gelet op hetgeen hiervoor onder 3.6. en 3.7. staat, geoordeeld tot voortzetting van de mondelinge behandeling op 17 april 2023, zonder de aanwezigheid van rechtsbijstand voor betrokkene.
3.8.
De rechtbank oordeelt als volgt.
3.9.
Op grond van de overgelegde stukken en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling stelt de rechtbank vast dat betrokkene erg kwetsbaar is voor terugval in drugsgebruik. Het bezorgen van drugs door koeriers levert ernstig nadeel op voor betrokkene en voor medepatiënten, aan wie hij drugs heeft uitgedeeld. Het gebruik van drugs zal betrokkene verder ontregelen hetgeen de doelen tegenwerkt. De tijdelijk verplichte zorg in het kader van een noodsituatie, waarbij betrokkene beperkt is in het recht op het ontvangen van bezoek is gelet hierop dan ook terecht op 9 april 2023 gestart.
3.10.
Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat voornoemde vorm van verplichte zorg langer noodzakelijk is, nu de zucht naar drugs niet is veranderd. De rechtbank oordeelt daarom dat de in de zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
3.11.
De rechtbank stelt voorts vast dat de verzochte wijziging van de verplichte zorg onder de gegeven omstandigheden evenredig en naar verwachting effectief en veilig is. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.12.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek om de zorgmachtiging te wijzigen zal worden toegewezen, voor de resterende duur van de initiële zorgmachtiging. Nu, desgevraagd, niet is gebleken dat de genoemde beperking betrekking dient te hebben op familie en directe naasten, zullen zij worden uitgezonderd.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
wijzigt de zorgmachtiging d.d. 28 september 2022 verleend ten aanzien van
[naam], geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregel kan worden getroffen:
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek uitgezonderd familie en directe
naasten van betrokkene;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 28 september 2023;
4.3.
bepaalt dat de zorgmachtiging van 28 september 2022 voor het overige tot en met 23 september 2023 in stand blijft.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 17 april 2023 door mr. D.W.J. Vinkes, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op diezelfde dag.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
RH