In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 26 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende voorlopige voorzieningen in een familiekwestie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.P. van Dalen, verzocht de rechtbank om de kinderen met ingang van 20 januari 2023 aan hem toe te vertrouwen, de kinderalimentatie te wijzigen en een zorgregeling vast te stellen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. de Jong, voerde verweer en vroeg om afwijzing van de verzoeken van de man. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 12 april 2023, waarbij ook de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat de man onvoldoende belang had bij de verzochte voorlopige voorzieningen, aangezien de bodemprocedure over vier weken zou worden behandeld. De rechtbank maakte zich zorgen over de kinderen en de rol van de ouders in de huidige situatie. De rechtbank adviseerde partijen om een hulpverleningstraject bij Wolfert in Context te starten en benoemde een bijzondere curator om de stem van de kinderen te vertegenwoordigen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verzoeken van de man afgewezen, maar benadrukte de noodzaak van hulpverlening voor de kinderen.
De beschikking is openbaar uitgesproken op 21 april 2023 door mr. J. Teertstra, (kinder)rechter, en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.