ECLI:NL:RBNNE:2023:1210
Rechtbank Noord-Nederland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in Wajong-uitkeringszaak met deskundigenkosten
Op 28 maart 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoekster uit Drachten en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een proceskostenveroordeling na een beroep dat de verzoekster had ingesteld tegen een besluit van het Uwv. In het primair besluit van 16 december 2021 werd de aanvraag van verzoekster voor een Wajong-uitkering afgewezen. Het bezwaar tegen dit besluit werd in het bestreden besluit van 19 mei 2022 ongegrond verklaard. Echter, op 20 februari 2023 trok het Uwv het bestreden besluit in en besloot verzoekster met terugwerkende kracht in aanmerking te brengen voor de Wajong-uitkering, waardoor verzoekster haar beroep introk en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelde dat het Uwv tegemoet was gekomen aan het beroep van verzoekster en dat de proceskosten vergoed dienden te worden. De rechtbank stelde de kosten voor de rechtsbijstand vast op € 837,- en de kosten voor de ingeschakelde deskundige op € 1.073,88, wat resulteerde in een totale proceskostenveroordeling van € 1.910,88. De rechtbank achtte de deskundigenkosten redelijk, ondanks dat de deskundige geen verslag had uitgebracht, en besloot tot vergoeding van deze kosten.
De uitspraak werd gedaan door mr. P.G. Wijtsma, in aanwezigheid van griffier H. Siebers, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.