2.5.Op 1 juni 2016 zijn [eiseres] en [opstalhouder] opnieuw een schriftelijke overeenkomst aangegaan met elkaar (hierna te noemen: ''de tweede overeenkomst''). In deze overeenkomst is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
Huurovereenkomst voor brandstoffenverkooppunt
En andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW
[eiseres] BV. gevestigd aan de [vestigingsplaats] , ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door [bestuurder] hierna te noemen ''verhuurder'' verklaart te hebben verhuurd aan:
De besloten vennootschap [opstalhouder] gevestigd aan de [vestigingsplaats] ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [bestuurder gedaagde] , hierna te noemen ''huurder''.
Huurder verklaart van verhuurder te hebben gehuurd, met het recht het gehuurde zelf te exploiteren, de helft van het onbemande verkooppunt voor motorbrandstoffen, welke voldoet aan de eisen van het Besluit Tankstations milieubeheer d.d. 20 januari 1994, alsmede de wijziging Besluit Tankstation d.d. 12 december 2002, gelegen aan de [vestigingsplaats] , kadastraal bekend [verkooppunt] compleet met de bestaande luifel, hierna te noemen ''het verkooppunt'' een en ander zoals rood omlijnd is aangegeven op bijgaande door beide partijen gewaarmerkte tekening, alsmede de door huurder gemaakte technische omschrijving welke geacht wordt deel uit te maken van deze overeenkomst, en wel onder navolgende;
Artikel 1 Algemene bepalingen
Deze overeenkomst is ondeelbaar en verplicht partijen tot naleving van de wet en plaatselijke gebruiken met betrekking tot huur en verhuur van bedrijfsruimte, voor zover daar bij deze overeenkomst niet uitdrukkelijk van wordt afgeweken. E.e.a. conform artikel 290 Boek 7 zesde afdeling van de vierde titel van het Burgerlijk Wetboek.
Het bestaande verkooppunt plus tankstation terrein zal voor rekening van huurder onderhouden worden en jaarlijks worden geïnspecteerd en gerepareerd. Huurder zal er voor zorgen dat de benodigde investeringen worden verricht om het tankstation van een goede en moderne uitstraling te voorzien. Ook zal huurder er zorg voor dragen dat het tankstation voldoet aan de eisen van het Besluit Tankstations milieubeheer d.d. 20 januari 1994, alsmede de wijziging Besluit Tankstations d.d. 12 december 2002.
Het tankstation is geplaatst op een kavelgrond welke in eigendom is van verhuurder.
Het tankstation op zich is gebouwd in 2 gedeeltes tw:
1.
De helft van de vloeistofdichte bestrating met pompeiland nummer één welke eigendom is van [eiseres] Op dit pompeiland zijn 2 dubbele pompen geplaatst (pomp 1, 2, 3, en 4) deze pompen zijn voor de brandstof voorziening van [eiseres] BV.
2.
De helft van de vloeistofdichte bestrating met pompeiland nummer twee welke eigendom is van [opstalhouder] . Op dit eiland zijn tevens 2 dubbele pompen geplaatst (pomp 4,5 voor euro benzine en pomp 7 voor dieselolie alsmede de Tokheim creditcard paal.
In 2018 zal het tankstation de 15 jaarlijkse keuring ondergaan. Huurder zal deze keuring volledig verzorgen in samenspraak met [eiseres] . De kosten van deze keuring worden in eerst instantie door huur huurder betaald, daarna wordt de vervanging of reparatie van tank en leidingwerk welke aangesloten zit op pomp 1,2 en 3 doorberekend aan [eiseres] . Deze kosten worden betaald in overleg d.m.v. een factuur in eens of door afbetaling over de getankte liters.
Deze huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van 5 jaren met 5 optiejaren, ingaande 1 juni 2016.
Indien huurder c.q. verhuurder niet uiterlijk 12 maanden voor afloop van de periode van 5 jaar, per aangetekende brief, aan verhuurder c.q. huurder heeft aangegeven dat hij van verlenging geen gebruik wil maken, zal deze overeenkomst stilzwijgend worden verlengd met een zelfde periode en zo vervolgens van periode tot periode.
Artikel 4 Huurprijs en betaling
De huurprijs welke huurder aan verhuurder jaarlijks betaalt bedraagt € 3600,00. Huur zal per kwartaal worden gefactureerd inclusief de energiekosten.
(…)
Artikel 5 Oplevering en bodem
(…)
Bij het einde van de overeenkomst zal huurder het verkooppunt en de door hem ten behoeve daarvan geïnstalleerde materialen van het perceel verwijderen en dit in oorspronkelijke staat weer aan verhuurder ter beschikking stellen. Met wederzijdse goedkeuring kan worden besloten, dat bepaalde materialen op het perceel achterblijven, welke in dat geval in de staat waarin deze zich alsdan bevinden tegen een redelijke vergoeding, te weten de boekwaarde van de door huurder geïnvesteerde materialen, in eigendom en risico op verhuurder overgaan.
(…)''