In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 16 maart 2022, hebben eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. A. Kwint-Ocelikova, beroep ingesteld tegen de besluiten van verweerder, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, die hun aanvragen tot vergoeding van waardedaling van hun woning hebben afgewezen. De rechtbank heeft de beroepen gevoegd behandeld op 9 februari 2022. De eisers, die vanaf 4 maart 2013 eigenaar waren van een woning in [woonplaats 3], stelden dat de waardedaling van hun woning het gevolg was van een imago-effect dat pas na de aankoop van de woning was ingetreden. Verweerder daarentegen stelde dat dit imago-effect al was ontstaan na de beving bij Huizinge op 16 augustus 2012, en dat de waardedaling van de woning in de periode dat eisers eigenaar waren, niet was aangetoond.
De rechtbank overwoog dat verweerder op goede gronden had vastgesteld dat het imago-effect was ingetreden op 16 augustus 2012. De rechtbank baseerde zich op het onderzoek van Atlas, dat aantoont dat de waardedaling door het stigma van de aardbevingen in het risicogebied al vanaf die datum invloed had op de woningprijzen. De rechtbank concludeerde dat eisers niet aannemelijk hadden gemaakt dat het imago-effect in hun postcodegebied later was ingetreden en dat de abstracte berekening van de waardedaling door verweerder op basis van het model van Atlas aanvaardbaar was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand bleef. Eisers kregen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 maart 2022.