De opgelegde maatregel
Bij vonnis van 24 december 2015 heeft de rechtbank Noord-Nederland aan veroordeelde de PIJmaatregel opgelegd wegens poging tot diefstal met geweld, diefstal, en mishandeling, begaan tegen zijn moeder. De maatregel is aangevangen op 8 januari 2016 en laatstelijk op 23 april 2021 verlengd met negen maanden.
Het advies van de reclassering
Bij veroordeelde is sprake van een kwetsbare persoonlijkheid. Hij loopt sociaal en emotioneel achter in zijn ontwikkeling. Er is sprake van een disharmonisch intelligentieprofiel. Het verbaal IQ valt hoger uit dan het performaal IQ. Hierdoor kan veroordeelde snel overschat en overvraagd worden. Daarnaast is sprake van ASS, verslavingsproblematiek, een gedragsstoornis, een gebrekkige gewetensfunctie, impulsiviteit en een beperkte agressieregulatie. De kans op herhaling wordt gemiddeld tot hoog geschat. Veroordeelde is in het kader van een Scholings- en Trainingsprogramma (hierna: STP) per 1 november 2021 uitgestroomd naar de [instelling] in [plaats]. Veroordeelde heeft zich tot op heden, op een paar incidenten na, gehouden aan de in het STP opgenomen voorwaarden. Op 6 januari 2022 zal de PIJ-maatregel van rechtswege voorwaardelijk worden beëindigd. De reclassering adviseert voorzetting van het inhoudelijke STP met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals die nu ook worden gehanteerd in het STP. Veroordeelde wil zich aan de voorwaarden houden, maar heeft moeite met een eventueel alcoholverbod.
De deskundige B. Pasman heeft ter zitting van 21 december 2021 het advies toegelicht. Deze toelichting houdt – zakelijk weergegeven – in:
Veroordeelde werkt goed samen, ook al is hij het niet altijd eens met de reclassering. Als hij problemen heeft, vraagt hij eerst advies aan mensen in zijn netwerk, maar hij houdt de reclassering wel op de hoogte en blijft in gesprek.
Het rapport van de psychiater
Veroordeelde is gediagnosticeerd met een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, zijnde een stoornis in het middelengebruik, zoals alcohol en cannabis, in een gecontroleerde omgeving in remissie, en een licht verstandelijke (cognitieve) beperking. Anders dan eerder vastgesteld, is er geen sprake van een autismespectrumstoornis. De deskundige schat het risico op herhaling buiten de huidige setting hoog in. Veroordeelde heeft zijn behandelplafond bereikt. Hij beschikt vanuit zijn beperkte cognitieve vermogens over een gebrekkig in- en overzicht in probleemsituaties, een gebrekkige zelfsturing met egocentrisch georiënteerde gewetensfuncties en er is sprake van verslavingsproblematiek. Hij is makkelijk beïnvloedbaar waardoor hij in de toekomst structurele begeleiding en behandeling in de nodig zal blijven houden om het recidiverisico te beperken. De deskundige adviseert het inhoudelijke programma van het STP voort te zetten. Als de woonwerkvoorziening van [instelling] voor veroordeelde toch een brug te ver is, dan zal dit snel duidelijk worden. In dat geval moet een zorgmachtiging (WvGGZ) voor een gesloten plaatsing worden aangevraagd.
Het rapport van de psycholoog
Bij veroordeelde is sprake van een verstandelijke beperking, vroege verwaarlozing en hechtingsproblemen en een gevoeligheid voor het misbruik maken van softdrugs. Anders dan eerder vastgesteld, is er geen sprake van een autismespectrumstoornis. De deskundige schat het risico op herhaling laag in binnen de huidige setting. Per 1 november 2021 gaat veroordeelde wonen in een zorgboerderij met 24-uursbegeleiding. De deskundige schat in dat het risico op herhaling in die setting op zal lopen naar matig. De instelling en de deskundige hadden het wenselijker gevonden als veroordeelde eerst in een gesloten instelling voor personen met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen was gaan wonen, een zogeheten SGLVG-instelling. Daarvoor zijn echter de wachtlijsten te lang. Het STP kan nog voor slechts enkele maanden tot 6 januari 2022 worden ingezet. Daarna volgt normaliter een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ. Mocht het STP (weer) mislopen dan wordt geadviseerd om veroordeelde terug te plaatsen in de JJI en een zorgmachtiging aan te vragen, met verplichte opname in een SGLVG-instelling. Na het STP-traject wordt geadviseerd om de PIJ voorwaardelijk te beëindigen. De deskundige kan zich vinden in de door de reclassering geadviseerde voorwaarden en interventies.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot het vaststellen van bijzondere voorwaarden na de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen.
Veroordeelde is van ver gekomen. Hij heeft, met vallen en opstaan, grote stappen gemaakt.
Het oordeel van de rechtbank
Ingevolge artikel 6:6:31 tweede lid Sv eindigt een verlengde PIJ-maatregel van rechtswege voorwaardelijk, een jaar voordat de maximale duur van de maatregel wordt bereikt.
De PIJ-maatregel van de veroordeelde zal van rechtswege voorwaardelijk eindigen op 6 januari 2022.
Op grond van artikel 6:6:32 Sv (voorheen art. 77tb, derde lid Sr.), kan de rechter pastijdensde voorwaardelijke beëindiging de bijzondere voorwaarden stellen die zullen gelden naast de van rechtswege geldende algemene voorwaarden. Strekking van deze bepaling is om de nazorg zo goed mogelijk toe te snijden op de begeleiding van de jeugdige. De Hoge Raad heeft echter in zijn arrest van 11 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2297, overwogen dat deze bepaling zich er niet tegen verzet dat de rechter alvóóraanvang van de voorwaardelijke beëindiging zulke bijzondere voorwaarden stelt, om het mogelijk te maken dat deze nazorg zo spoedig mogelijk op gang komt. Deze voorwaarden dienen dan door de jeugdige te worden nageleefd vanaf de aanvang van de voorwaardelijke beëindiging. De rechtbank is van oordeel dat het ook in de onderhavige zaak van belang is om al vóórdat de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel aanvangt bijzondere voorwaarden te stellen, die vervolgens van kracht worden vanaf het moment van aanvang van die voorwaardelijke beëindiging. Veroordeelde is per 1 november 2021 in het kader van het STP uitgestroomd naar de [instelling] in [plaats]. Veroordeelde is kwetsbaar en beïnvloedbaar en hij zal blijvend begeleiding en behandeling nodig hebben. Uit het advies van de reclassering blijkt dat veroordeelde de afgelopen tijd binnen het kader en de voorwaarden van het huidige STP stabiel is en naar behoren functioneert. Hij staat open voor hulp en begeleiding en spant zich daarvoor in. In het kader van goede nazorg, en om het risico op een terugval te verkleinen, is het van belang dat de positieve lijn van het STP ook tijdens de voorwaardelijke beëindiging wordt voorgezet. De gevorderde bijzondere voorwaarden bestaan uit de nu reeds binnen het STP gehanteerde voorwaarden. De rechtbank zal daarom deze voorwaarden overnemen en opleggen. De voorwaarden zijn ter zitting met de veroordeelde besproken en hij heeft zich bereid verklaard om zich eraan te houden.
De rechtbank heeft gelet op artikel 77s, 77ta, 77z van het Wetboek van Strafvordering.