Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het (verdere) procesverloop
2.De (verdere) beoordeling
3.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 november 2022 een beschikking gegeven over de omgangsregeling en informatieregeling tussen een vader en zijn dochter, die verblijft in de Verenigde Arabische Emiraten. De vader had verzocht om een omgangsregeling en om de moeder te verplichten haar verblijfsgegevens bekend te maken. De rechtbank heeft het verzoek van de vader om de moeder te verplichten haar verblijfsgegevens bekend te maken afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw in een conflict zijn verwikkeld, waarbij de vrouw zich buiten Nederland heeft gevestigd en de man in Nederland verblijft. De Raad voor de Kinderbescherming heeft onderzoek gedaan naar de thuissituatie van de vrouw en de dochter, en heeft geadviseerd om een omgangsregeling vast te stellen waarbij de man en de dochter wekelijks via videobellen contact hebben. De rechtbank heeft dit advies gevolgd en een omgangsregeling vastgesteld waarbij de man en de dochter één keer per week gedurende een half uur via videobellen contact hebben. Daarnaast is er een informatieregeling vastgesteld waarbij de vrouw de man één keer per maand een e-mail stuurt met informatie over de dochter. De rechtbank heeft het verzoek van de man om de verblijfsgegevens van de dochter bekend te maken afgewezen, omdat de verstandhouding tussen de partijen niet goed is en het vertrouwen beschadigd is. De rechtbank heeft de verzoeken van de man om een dwangsom te verbinden aan de omgangsregeling en informatieregeling afgewezen, omdat er voor het eerst een omgangsregeling wordt vastgesteld. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.