ECLI:NL:RBNNE:2022:4958

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 december 2022
Publicatiedatum
30 december 2022
Zaaknummer
LEE 22/4191
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen evenementenvergunning voor carbidschieten in Emmen

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 29 december 2022, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekers hebben het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen verzocht om handhaving met betrekking tot geluidsoverlast en gezondheidsgevaar door carbidschieten op 31 december 2022. Dit verzoek volgde op de verlening van een evenementenvergunning door de burgemeester op 8 december 2022, die ook randactiviteiten zoals het plaatsen van een tent en het ten gehore brengen van versterkte muziek omvatte. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en hebben op 19 december 2022 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.

De voorzieningenrechter heeft de zaak op zitting behandeld op 28 december 2022, waarbij verzoekers en de gemachtigde van verweerders aanwezig waren. De rechter heeft beoordeeld of er sprake was van connexiteit tussen het verzoek om voorlopige voorziening en de hoofdzaak. Hij concludeert dat niet is voldaan aan het connexiteitsvereiste, omdat het verzoek om handhaving niet als een relevante hoofdzaak kan worden beschouwd. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen relevante procedure aanhangig is en het verzoek niet kan worden toegewezen op basis van de evenementenvergunning.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. D.H. ter Beek.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 22/4191

uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 december 2022 in de zaak tussen

[verzoekers]

, verzoekers
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen

de burgemeester van Emmen, hierna samen aangeduid als verweerders
(gemachtigde: mr. M.M. Rieff).
Als derde-partijen zijn aangemerkt:
[derde-partijen]
(de melders).

Inleiding

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om voorlopige voorziening van verzoekers.
Bij brief van 16 november 2022 hebben verzoekers het college van burgemeester en wethouders verzocht om handhaving op 31 december 2022. Het verzoek gaat over het omgevingsgeluid als gevolg van carbidschieten dat is te meten bij de gevels van hun woningen en waarvan verzoekers en hun dieren geluidsoverlast en gezondheidsgevaar ondervinden.
Bij brief van 19 november 2022 hebben verzoekers verzocht om toezending van een aantal (mogelijke) carbidmeldingen voor een negental terreinen, onder verwijzing naar de Wet open overheid (Woo).
Bij brief van 7 december 2022 hebben burgemeester en wethouders gereageerd op het verzoek om handhaving.
Bij besluit van 8 december 2022 heeft de burgemeester een evenementenvergunning verleend voor het carbidschieten met randactiviteiten op de hoek van de Huizingsbrinkweg en Baxhoekweg te Emmen. De randactiviteiten betreffen het plaatsen van een tent, het ten gehore brengen van versterkte muziek en het schenken van zwak-alcoholische dranken op 31 december 2022 (Gemeenteblad 2022, 560264). Daartoe zijn tevens verleend een ontheffing geluidhinder en een ontheffing voor verstrekking van zwak-alcoholische drank. Verzoekers hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Bij brief van 15 december 2022 heeft het college aan [verzoeker #1] meegedeeld dat de beslistermijn voor het Woo-verzoek met twee weken is verlengd. Verzoekers hebben daartegen bezwaar gemaakt.
Op 19 december 2022 hebben verzoekers het onderhavige verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
Verzoekers hebben de gronden van het verzoek meermaals aangevuld. In één van die aanvullingen is het verzoek om een voorlopige voorziening aangevuld in die zin dat het tevens betrekking heeft op de evenementenvergunning gedateerd 8 december 2022. Verzoekers hebben tegen die vergunning op 21 december 2022 bezwaar gemaakt.
Verweerders hebben op het verzoek om voorlopige voorziening gereageerd bij verweerschrift.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 28 december 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [verzoeker #1] en [verzoeker #2] namens verzoekers en de gemachtigde van verweerders.
Het onderzoek is ter zitting gesloten.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Formele connexiteit is het vereiste van samenhang tussen het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen en het geschil in de hoofdzaak. Materiële connexiteit is het verband tussen de gevraagde voorlopige voorziening en de inhoud van het bestreden besluit. De voorzieningenrechter is gehouden ambtshalve na te gaan of dergelijke connexiteit aanwezig is.
Connexiteitsvereiste in de handhavingsprocedure
2. Bij brief van 16 december 2022 hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen door het carbidschieten op bepaalde terreinen te verbieden c.q. te laten verplaatsen naar een plek waar vandaan geen overlast is te verwachten voor omwonenden. Zij hebben daarbij verwezen naar de percelen genoemd in hun Woo-verzoek: gemeente Emmen, sectie AD, nrs. 3, 25, 26, 27, 663 sectie AE, nrs. 2376, sectie K, nr. 2988 en sectie M, nrs. 983 en 2956.
3. Verzoekers stellen dat is voldaan aan het connexiteitsvereiste. Zij wijzen in dit verband op:
a. de brief van verzoekers gedateerd 16 november 2022 (bijlage 3 bij het verzoek);
b. de brief van het college gedateerd 15 december 2022 (bijlage 6 bij het verzoek) en het bezwaarschrift van verzoekers gedateerd 16 december 2022 (bijlage 7 bij het verzoek).
4. De voorzieningenrechter is, anders dan verzoekers, van oordeel dat niet is voldaan aan het connexiteitsvereiste, daartoe overweegt hij als volgt.
4.1.
Met verzoekers brief van 16 november 2022 is niet voldaan aan het formele connexiteitsvereiste. Deze brief betreft een aanvraag om handhaving, die volgens verzoekers tevens een bezwaarschrift is.
Niet in geschil is dat op de datum van indiening nog niet was beslist op de aanvraag om handhaving. De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet tegelijk met het indienen van de aanvraag bezwaar kan worden gemaakt tegen een mogelijke beslissing tot afwijzing van dat verzoek om handhaving. Van een door verzoekers ingediend bezwaarschrift is daarom geen sprake.
De voorzieningenrechter wijst in dit verband nog op de uitspraak van 7 december 2022, gedaan tussen partijen (ECLI:NL:RBNNE:2022:4826), waarin is geoordeeld dat en waarom geen sprake is van een prematuur bezwaarschrift gericht tegen de brief van het college van 7 december 2022 (artikel 6:10 van de Algemene wet bestuursrecht; Awb). Dit leidt tot de conclusie dat in de handhavingskwestie geen relevante hoofdzaak aanhangig is zodat niet aan de vereiste van connexiteit wordt voldaan.
Connexiteitsvereiste in de Woo kwestie
5. Verzoekers hebben op 19 november 2022 verzocht om toezending van de (eventueel gedane) carbidmeldingen voor de kadastrale percelen genoemd in rov. 2. Ingevolge artikel 4.4 van de Woo dient in beginsel binnen vier weken te worden beslist op het verzoek. De brief van het college, gedateerd 15 december 2022, is naar voorlopig oordeel een voorbereidingshandeling zoals bedoeld in artikel 6:3 van de Awb, gedaan in een Woo-zaak. Het bezwaarschrift van verzoekers gedateerd 16 december 2022 heeft betrekking op die zaak. De Woo gaat over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang. Het gaat verzoekers evenwel om voorkoming van geluidsoverlast. Zij willen dat het carbidschieten door de voorzieningenrechter wordt verboden of verplaatst. Juridisch bezien is er daarom geen sprake van materiële connexiteit. Dat het doen van een melding voorafgaande aan het carbidschieten verplicht is gesteld in artikel 2:40 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Emmen 2021 (Apv), doet daar niet aan af.
Connexiteitsvereiste in de procedure over de evenementenvergunning
6. Bij brief van 21 december 2022 hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om de verleende evenementenvergunning te vernietigen.
7. Verzoekers stellen dat is voldaan aan het connexiteitsvereiste. Zij wijzen in dit verband op het bezwaarschrift tegen de evenementenvergunning gedateerd 21 december 2022 (bijlage 19 bij het verzoek).
8. De voorzieningenrechter stelt vast dat de evenementenvergunning ziet op hetgeen door de burgemeester is aangeduid als “Carbidschieten met randactiviteiten”. Het betreft:
a. het plaatsen van een tent;
b. ten gehore brengen van versterkte muziek en
c. het schenken van zwak-alcoholische dranken.
8.1.
De voorzieningenrechter stelt verder vast dat de vergunning ziet op de randactiviteiten bij het carbidschieten, niet op het carbidschieten zelf. Daarvoor geldt immers op grond van artikel 2:40 van de Apv een ander regime, met een stelsel van meldingen. Voorts moet, gelet op de gronden die verzoekers naar voren hebben gebracht, ervan uitgegaan worden dat het verzoekers niet zozeer om genoemde randactiviteiten is te doen. Veeleer gaat het hen om voorkoming van (de geluidsoverlast van) het carbidschieten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat met het onderhavige verzoek om een voorlopige voorziening niet kan worden bereikt dat het carbidschieten door hem wordt beoordeeld alsof het een vergunningplichtig evenement is. Verzoekers kunnen niet worden gevolgd in hun betoog dat, nu in de evenementenvergunning geluidsnormen zijn opgenomen, deze tevens van toepassing zijn op het carbidschieten.
Conclusie
9. Gelet op het onderwerp van het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen is niet gebleken dat is voldaan aan het vereiste dat tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt in een relevante procedure (artikel 8:81 van de Awb).
10. De voorzieningenrechter zal daarom het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen afwijzen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Bastin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. D.H. ter Beek, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 december 2022.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Algemene wet bestuursrecht
Artikel 6:3
Een beslissing inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit is niet vatbaar voor bezwaar of beroep, tenzij deze beslissing de belanghebbende los van het voor te bereiden besluit rechtstreeks in zijn belang treft.
Artikel 6:10
1. Ten aanzien van een voor het begin van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien het besluit ten tijde van de indiening:
a. wel reeds tot stand was gekomen, of
b. nog niet tot stand was gekomen, maar de indiener redelijkerwijs kon menen dat dit wel reeds het geval was.
2. […]
Artikel 8:81
1. Indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt […], kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2-5. […]
Algemene plaatselijke verordening gemeente Emmen 2021
Artikel 2:40 Carbid schieten
Carbid schieten (acetyleengas of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen op explosieve wijze tot verbranding te brengen) is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden:
1-5. […]
6. uiterlijk 15 december van het betreffende jaar wordt het terrein, van waar wordt carbid geschoten onder bovenstaande voorwaarden, schriftelijk of digitaal doorgegeven aan het college met gegevens van de organisator ten einde efficiënt en effectief toezichthoudende taken te kunnen uitvoeren;
7. […]