Op 18 november 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, die twijfels had over de deskundigheid en onpartijdigheid van mr. S.B. van Baalen, de rechter in zijn zaak. Het wrakingsverzoek was ingediend op 11 november 2022 en was gebaseerd op de stelling dat de rechter de door verzoeker ingediende documenten niet inhoudelijk had behandeld en dat de rechter vooringenomen was in zijn oordeel over de zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De rechtbank oordeelde dat de gronden van het wrakingsverzoek niet konden slagen, omdat de verzoeker geen bijzondere omstandigheden had aangevoerd die een objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid konden onderbouwen. Bovendien werd opgemerkt dat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen betekent dat een rechterlijke beslissing op zich geen grond voor wraking kan zijn. De rechtbank concludeerde dat verzoeker het wrakingsmiddel misbruikte, wat leidde tot onredelijke vertraging van de rechtspleging. Daarom werd besloten dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet meer in behandeling zou worden genomen.