Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
(p. 21) V: Tegen wie wil jij nu aangifte doen?
A: Tegen [verdachte] .
(p. 25) V: Hoe vaak hebben jij en [verdachte] elkaar gezien dat er wat gebeurd is op seksueel gebied?
A: Ik denk dat het twee of drie keer is geweest.
V: Waar waren jullie toen?
A: Eén keer vlak bij die motorclub. Vlakbij is een afgelegen stukje veld en daar heeft hij de auto neergezet.
A: Vagina seks.
A: Dat zijn piemel in mijn vagina ging.
V: Wanneer was dit?
A: Na de lichtjesparade in 2018.
A: Hij zou mij thuis brengen. Toen legde hij zijn hand tussen mijn benen neer. Al snel verder omhoog richting het kruis en toen begon hij te wrijven. Hij wist wel een plek en hij reed daar naar toe. Wij zoenden. De kleren gingen steeds verder uit en gooiden we op de achterbank neer. De bijrijdersstoel ging naar achteren. Het ging van eerst vingeren vaginaal tot hij met zijn piemel in mij wou. Hij zat met zijn knieën en voeten op de plek waar de voeten horen voor de bijrijdersstoel. Ik lag op de plek. Toen ging hij in mij en toen nam hij mij.
V: Wanneer is de lichtjesavond?
A: De laatste donderdagavond voordat Sinterklaas weer teruggaat naar Spanje. Dat is dan op 30 november 2018.
(p. 27) A: Ik heb mijn benen over elkaar gedaan. Toen kwam hij niet zo ver meer.
V: Hoe reageert [verdachte] daarop?
A: Hij trekt ze gewoon weer uit elkaar.
A: Dan wrijft hij. Wat harder en sneller.
V: Wrijft [verdachte] over de kleren of anders?
A: Over.
(p. 28) V: De auto staat stil. Hij reed en jij zat op de passagiersstoel. En dan?
A: Toen ging hij mij zoenen en daarna vingeren.
V: Wat voor zoenen waren dat?
A: Met de tong.
A: Hij had het wel over dat het goed was en dat ik ook wel met hem mocht spelen. Ik zei dat ik dat niet durfde en dan pakte hij mijn hand en dan deed hij dat met mijn hand.
V: Terwijl jullie aan het tongzoenen zijn waar zijn dan de handen van [verdachte] ?
A: Tussen mijn benen. Ook wel bij mijn borsten maar vooral tussen mijn benen.
V: Jij zegt hij raakte jou aan bij jouw borst. Wat doet hij dan?
A: Met mijn tepels spelen. Hij deed dat met zijn vingers maar ik weet niet welke.
A: Mijn broek was nog aan. Mijn knoop en rits waren wel los maar het was nog wel steeds buiten mijn broek. Mijn jas en trui had ik nog wel aan. Die gingen kort daarna uit.
A: Hij ging wel verder buiten mijn broek. Al snel ging hij verder met mijn broek uit doen.
(p. 29) V: Hoe zit het dan met je onderbroek?
A: Die ging er vrij snel achteraan. Hij had eerst mijn jas uit, toen mijn broek, toen mijn shirt en toen had ik alleen nog maar een thermo shirt aan en die ging ook uit. Toen had ik alleen nog maar een BH en onderbroek aan.
V: Hoe zit het met [verdachte] zijn onderbroek?
A: Die ging als laatste. Toen hij op zijn knieën bij mijn voetenruimte zat. Toen hij die uit had trok hij ook mijn ondergoed uit.
(p. 30) A: Toen hij naar het voeteneind ging. Toen moest de stoel naar achteren en de rugleuning is met een draaiknop naar achteren gedaan.
A: Hij trok mij naar voren. Hij vroeg of ik hem wilde pijpen. Dat wilde ik niet. Toen ging hij met zijn piemel vaginaal naar binnen.
A: Hij pakte mij bij mijn bovenbenen en toen trok hij mij een stukje naar voren.
A: Toen ging hij heen en weer met zijn piemel naar binnen. Ik weet niet of het belangrijk is maar hij had wel een condoom.
A: Ik heb gezegd dat ik het niet wilde doen zonder condoom. Dus hij had al condooms gehaald en die lagen in de auto.
V: Hebben jullie het voor die tijd er dan over gehad?
A: Ja.
A: Over de app.
Op donderdag 9 juli 2020 heb ik onderzoek verricht naar de whatsapp gesprekken gevoerd tussen [slachtoffer] en [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) (verder: [verdachte] ). Van dit gesprek is een uitdraai gemaakt en wordt bijgevoegd als bijlage 1 bij dit verbaal (p. 56 e.v.).
Bij het opmaken van het dossier bleek dat getuige [getuige] een usb stick had overhandigd aan de politie. Hierop stonden de gesprekken die aangeefster [slachtoffer] had met verdachte [verdachte] . De gesprekken tussen aangeefster [slachtoffer] en verdachte [verdachte] werden
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen.
een gedeelte, groot 179 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.