ECLI:NL:RBNNE:2022:4525

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
5 december 2022
Zaaknummer
18.084951.22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel en (eenvoudig) witwassen met betrekking tot seksuele uitbuiting van een verstandelijk beperkte vrouw

Op 2 december 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een vonnis uitgesproken in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel en eenvoudig witwassen. De verdachte heeft gedurende een periode van meer dan een jaar de seksuele uitbuiting van een verstandelijk beperkte vrouw, hierna te noemen [slachtoffer], gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van dwang, geweld, misleiding en misbruik van de kwetsbare positie van [slachtoffer]. De verdachte heeft [slachtoffer] gedwongen tot prostitutie en heeft haar inkomsten geïncasseerd, terwijl hij haar deed geloven dat hij haar geld voor haar zou sparen. De rechtbank heeft de verklaringen van [slachtoffer] en andere getuigen als bewijs gebruikt, evenals chatgesprekken en videomateriaal dat de uitbuitingssituatie bevestigde. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien de psychische en fysieke gevolgen voor het slachtoffer. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling is afgewezen, omdat de rechtbank dit niet opportuun achtte in het licht van de opgelegde straf.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie
Leeuwarden
parketnummer 18.084951.22
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18.069658.21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 december 2022 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 november 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. K.E. Wielenga, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 10 mei 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland en/of elders in Nederland,
A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
  • heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksueleuitbuiting van die [slachtoffer] (sub 1°) en/of
  • heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid ofdiensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
  • heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar,[slachtoffer] , seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten [slachtoffer] , (sub 6°), bestaande hierin dat verdachte,
-een of meer seksadvertenties voor die [slachtoffer] heeft opgesteld en/of geplaatst op Sexjobs.nl en/of de/een advertentie(s) heeft beheerd en/of een prijslijst voor seksuele handelingen heeft opgesteld en naar die [slachtoffer] gestuurd en/of
-seksafspraken met klanten voor die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of klanten heeft gezocht en/of de zogenaamde werktelefoon meermalen heeft beheerd en/of die [slachtoffer] naar klanten heeft gebracht en/of telkens heeft geïnformeerd hoeveel klanten ze heeft en/of hoeveel ze heeft verdiend en/of die [slachtoffer] meermalen naar klanten heeft gebracht en/of weer opgehaald en/of
-telkens het door die [slachtoffer] in de prostitutie verdiende geld heeft opgehaald en/of aan zich heeft laten afstaan en/of geld door die [slachtoffer] naar zich heeft laten overmaken en/of
-telkens tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "dat ze moet werken" en/of "waarom ze niet heeft gewerkt" en "dat haar inzet weer knudde is" en/of "dat ze geld moet maken" en/of "dat ze (een klant) terug moet bellen, nu! en/of "dat ze omhoog moet bellen" en/of "dat hij (een) bo(o)t(en) en/of velgen en/of een slang wil kopen" en/of "dat er een ligplaats betaald moet worden", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
-die [slachtoffer] telkens heeft uitgescholden en/of beledigd en/of gekleineerd en/of die [slachtoffer] heeft laten werken terwijl ze ziek was en/of bedreigd en/of mishandeld en/of laten werken zonder condoom en/of aangespoord tot seksuele handelingen die ze niet wilde en/of
-die [slachtoffer] toestemming heeft laten vragen als ze iets wil kopen van het door haar verdiende geld en/of
-op de deur van een slaapkamer in zijn woning heeft gezet: "Hoeren Kamer" en/of
-die [slachtoffer] een briefje heeft laten ondertekenen met de tekst "hier verklaar ik dat ik vrijwillig hoerenwerk voor [verdachte] doe zonder gezeik en gezeur voor 3 jaar lang" en/of
-die [slachtoffer] in strijd met de waarheid heeft voorgespiegeld dat ze goede vrienden zijn en/of gaan samenwonen en/of dat hij (een deel van ) het door haar verdiende geld spaart en/of
zulks terwijl die [slachtoffer] een kwetsbare persoon is, (onder andere) omdat zij een verstandelijke beperking heeft, althans verstandelijk (ruim) beneden gemiddeld begaafd is, en/of kampte met psychische en/of sociale problemen, en/of verdachte met gebruikmaking van zijn geestelijk en/of fysiek overwicht op die [slachtoffer] een situatie heeft gecreëerd waardoor die [slachtoffer] niet in staat was, althans niet durfde om zich tegen verdachte te verzetten en/of zich niet aan de werkzaamheden in de prostitutie kon onttrekken; 2.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 10 mei 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland (van) een voorwerp(en), te weten telkens een hoeveelheid geld (in totaal ongeveer
10.371,- euro) en/of een boot (met de naam [naam boot] ) en/of een personenauto van het merk Mercedes type Benz C2000 en/of levensmiddelen,
  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
  • gebruik heeft gemaakt terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en heeft daartoe samengevat het volgende aangevoerd.
Feit 1
Onder feit 1 is sprake van seksuele uitbuiting van met toepassing van de dwangmiddelen dwang, misleiding, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie.
Het feit is te bewijzen op grond van de verklaringen van [slachtoffer] (verder: [slachtoffer] ), verdachte, [naam 1] (moeder van [slachtoffer] ), [naam 2] (vader van verdachte) en [naam 3] . Verder op grond van het aangetroffen contract met betrekking tot “hoerenwerk” in de woning van verdachte, de processen-verbaal van bevindingen over de aangetroffen chatgesprekken en video’s op de telefoon van [slachtoffer] en de aangetroffen chatgesprekken op de telefoon van verdachte en de taps op hun beider telefoonnummers.
Feit 2
Uit onder meer voorgaande bewijsmiddelen en een bewezenverklaring van feit 1 volgt de constatering dat verdachte zich tevens aan eenvoudig witwassen heeft schuldig gemaakt.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair betoogd dat verdachte integraal van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken en heeft daartoe samengevat het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft in zijn brief aan de rechtbank d.d. 24 oktober 2022 spijt betuigd voor de wijze waarop hij [slachtoffer] heeft bejegend en er bij haar op heeft aangedrongen om te gaan werken dan wel door te werken. Blijkens de verklaring van [slachtoffer] van 8 november jl. bij de rechter-commissaris – een verklaring die volgens de raadsman als betrouwbaar kan worden aangemerkt – is zij het niet eens met deze spijtbetuiging en heeft zij geen enkele druk van verdachte ervaren.
[slachtoffer] is uit eigen beweging met prostitutiewerkzaamheden begonnen, al voordat verdachte daarvan af wist en er is geen causaal verband vast te stellen tussen de gedragingen van verdachte en het doen van prostitutiewerkzaamheden door [slachtoffer] , behalve rond de aanschaf van de boot. Deze aanschaf was evenwel een gezamenlijk project en ook voor het overige hebben [slachtoffer] en verdachte gezamenlijk geprofiteerd van het prostitutiegeld van [slachtoffer] . Verdachte heeft geen oogmerk gehad op de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] . Het ging hem om geld en niet om hoe het geld werd verdiend. Uitbuiting als expliciet en impliciet bestanddeel is daarom niet bewijsbaar.
Subsidiair kan een bewezenverklaring volgen waarbij sprake is van voordeel trekken met gebruikmaking van het dwangmiddel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht. [slachtoffer] was geen kwetsbare persoon, ook niet vanwege haar IQ; de vaststelling daarvan heeft al twaalf à dertien jaar geleden plaatsgevonden. De gedachtestreepjes die zien op: de seksadvertentie, de slaapkamerdeur, het briefje (betreffende het contract over “hoerenwerk”) en het samenwonen/sparen van geld, moeten worden uitgestreept.
Feit 2 is slechts te bewijzen bij een veroordeling voor feit 1 en tot een maximaal bedrag van € 3.921,50, eventueel vermeerderd met de prijs van de velgen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen en zakelijk weergegeven bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Bewijsoverwegingen
Verdachte heeft, in zijn verhoren bij de politie en ter zitting, stellig betoogd dat hij [slachtoffer] niet heeft uitgebuit. De manier waarop hij haar heeft behandeld en de uitlatingen die hij jegens haar heeft gedaan moeten volgens hem worden gezien in het licht van een langjarige relatie tussen hartsvrienden. In het milieu waarin verdachte en [slachtoffer] verkeerden is zulk gedrag volgens verdachte heel normaal. Verdachte heeft er veelvuldig op gewezen dat [slachtoffer] hier precies zo over denkt, hetgeen [slachtoffer] tegenover de politie, maar ook ter zitting blijkens mimiek en gebaren, kennelijk ruimhartig heeft willen bevestigen.
De rechtbank gaat niet mee in deze door verdachte geschapen fabel. Hoewel de rechtbank onderkent dat binnen subculturen de omgangsvormen binnen vriendschapsrelaties sterk kunnen verschillen, zijn binnen de relatie tussen verdachte en [slachtoffer] de kleineringen, misleiding, dreigementen, geweld en het financieel plukken zó veelvuldig en vergaand, dat geen redelijk denkend mens deze relatie als een ‘vriendschap’ zal omschrijven, getuige ook de navolgende overwegingen.

Ten aanzien van feit 1

De verklaringen van [slachtoffer]ontkent dat zij door verdachte seksueel is uitgebuit. Zij heeft verklaard dat zij zelf voor het prostitutiewerk heeft gekozen en (een deel van) haar inkomsten vrijwillig aan verdachte heeft afgestaan.
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] haar verklaringen bij de politie meermalen in het voordeel van verdachte heeft bijgesteld, bijvoorbeeld op momenten nadat haar stukken waren voorgehouden die belastend waren voor verdachte. De verklaring die [slachtoffer] op 8 november 2022 bij de rechtercommissaris heeft afgelegd wijkt ook weer op onderdelen af van de verklaringen die zij bij de politie heeft afgelegd. Uit het reclasseringsrapport van 26 oktober jl. blijkt dat [slachtoffer] verdachte tijdens zijn voorarrest wekelijks in de P.I. heeft bezocht. De rechtbank kan zich daarbij niet onttrekken aan de indruk dat verdachte [slachtoffer] heeft bewogen en/of geïnstrueerd om bij de rechter-commissaris zo gunstig mogelijk over hem te verklaren en onderdelen uit haar verklaringen bij de politie in zijn voordeel bij te stellen.
Anders dan de raadsman gaat de rechtbank er dan ook niet vanuit dat [slachtoffer] bij de rechtercommissaris volledig naar waarheid heeft verklaard. Bij de beoordeling van het navolgende zal de rechtbank dan ook geen waarde toekennen aan haar verklaringen voor zover die overduidelijk in het voordeel van verdachte zijn bijgesteld.
Feitelijke gedragingen
De rechtbank overweegt verder allereerst dat zij op grond van de bewijsmiddelen de feitelijke gedragingen zoals ten laste gelegd onder de verschillende gedachtestreepjes, onder B, bewezen acht, met uitzondering van het opstellen van seksadvertenties, het zoeken van klanten voor
[slachtoffer] , het plaatsen van de tekst “Hoeren Kamer” op de deur van een slaapkamer in de woning van verdachte en het haar voorspiegelen van samenwonen, nu onvoldoende bewijs aanwezig is voor de betrokkenheid van verdachte daarbij.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman dat vrijspraak moet volgen van de ten laste gelegde gedragingen die zien op het opstellen van het contract betreffende het “hoerenwerk” en het voorspiegelen door verdachte van het sparen van geld. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De verklaring van [slachtoffer] bij de rechter-commissaris, dat zij bedoeld “contract” zelf als grap heeft opgesteld, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Haar verklaring (op dit punt) is niet consistent. Zo zou er volgens haar eerst sprake zijn geweest van een door haar zelf geschreven briefje (het was haar handschrift) dat op haar laptop was ingescand en op haar printer was uitgeprint, terwijl ze even later verklaart “Hebben we getypt in plaats van geschreven. Want anders kan je niet uitprinten natuurlijk”. De rechtbank volgt op dit punt de verklaring van verdachte dat hij wel degelijk betrokken was bij het opstellen van het contract
1, waarbij de rechtbank verdachte, samen met “contracthouder” en medeondertekenaar [naam 4] (de rechtbank begrijpt: [naam 4] , p. 458) als initiatiefnemers van deze “grap” aanmerkt, die het briefje door [slachtoffer] in haar onwetendheid hebben laten ondertekenen. Kennelijk is er ook ruchtbaarheid aan de inhoud van het contract gegeven, want [slachtoffer] wordt op 4 mei 2022 in de WhatsAppgroep de [naam groep] door ene [naam 5] op haar “contractuele verplichting” gewezen.
2Bovendien blijkt uit deze chat ook dat verdachte [slachtoffer] wel degelijk aan haar “contractuele verplichting” wenst te houden getuige zijn opmerking in deze WhatsAppgroep: “Als er wat komt moet ze wel”.
Dat verdachte [slachtoffer] in strijd met de waarheid heeft voorgespiegeld dat hij een deel van haar geld voor haar spaarde, blijkt uit zijn verklaring ter terechtzitting waarin hij dit toegeeft.
Dat [slachtoffer] niet beter wist dan dat hij haar geld spaarde, leidt de rechtbank af uit haar verklaringen bij de politie waar zij zulks tot twee maal toe heeft aangegeven. Op p. 775 verklaart zij dat hij haar spaarpot is en spaart en op p. 811 bevestigt zij dit nog eens nadrukkelijk met de woorden “dat is wel waar”.
3
Mensenhandel
De rechtbank leidt uit de bewezenverklaarde feitelijke gedragingen af dat sprake is geweest van mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 1, 4, 6 en 9 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), waarbij door verdachte met gebruikmaking van de dwangmiddelen dwang, geweld en andere feitelijkheden, dreigen met geweld, misleiding, misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht is gehandeld ten opzichte van [slachtoffer] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Dwangmiddelen
Dwang
Dwang betreft een overkoepelend begrip en wordt geëffectueerd door het gebruik van middelen zoals opgenomen in sub 1 van voornoemde bepaling.
Verdachte bepaalde voor [slachtoffer] wat ze moest doen, controleerde haar, informeerde naar inkomsten en incasseerde die. Zoals hierna overwogen had zij geen andere keuze dan zich aan deze gedragingen van verdachte te onderwerpen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is dwang in de zin van voornoemde bepaling.
(Dreiging met) geweld
Het geweld en het dreigen daarmee jegens [slachtoffer] werd door verdachte naar het lijkt op willekeurige wijze toegepast. Zo leidt de rechtbank onder meer uit verschillende door verbalisant omschreven videofragmenten af, dat verdachte [slachtoffer] tegen de rechterwang heeft geslagen, een tik tegen het achterhoofd heeft gegeven en haar arm heeft omgedraaid (video 10)
4, haar heeft gedreigd haar voor haar harses te slaan en de kanker te slaan (video 40)4 en haar gevraagd wat zij met haar hoofd heeft, want hij raakte haar niet eens op haar hoofd.
5Ter terechtzitting heeft verdachte erkend dat hij [slachtoffer] éénmaal met een natte theedoek in het gezicht heeft geslagen, waarna zij een striem in haar gezicht had.
Het verweer van de raadsman dat verdachte [slachtoffer] niet heeft mishandeld wordt dan ook verworpen.
Ondanks de willekeurige toepassing van het geweld en de dreiging daarmee, is de rechtbank van oordeel dat ze door verdachte zijn aangewend als dwangmiddelen in de zin van voornoemde bepaling. De gedragingen waren erop gericht [slachtoffer] bang te maken (zij wilde hem niet boos maken
6), haar op haar ondergeschikte plaats te houden en er bijgevolg voor te zorgen dat ze voor hem aan het werk bleef.
Andere feitelijkheden
[slachtoffer] werd vanuit haar kwetsbare positie veelvuldig beledigd, gekleineerd en gepest door verdachte en door deelnemers van de door verdachte beheerde WhatsAppgroep de [naam groep] . Als onderdeel van dit kleineren rekent de rechtbank ook het opstellen van het hiervoor genoemde contract met betrekking tot de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] . [slachtoffer] werd door al deze gedragingen nog kleiner gemaakt dan zij zich met haar lage zelfbeeld al voelde. Tegelijkertijd wilde zij erbij horen en aan de wensen van verdachte voldoen. Zij wilde, zoals gezegd, hem niet boos maken. Aldus heeft verdachte deze omstandigheden, die de rechtbank aanmerkt als “andere feitelijkheden”, gebruikt als dwangmiddel in de zin van voornoemde bepaling.
Misleiding
Verdachte wist dat [slachtoffer] stapelgek op hem was en alles voor hem over had en heeft doelbewust haar beeld in stand gelaten dat hij haar beste vriend was. Onder die omstandigheden was [slachtoffer] bereid zich te prostitueren en haar inkomsten aan hem af te staan.
Uit de wijze waarop hij haar behandelde en de manier waarop hij over haar sprak naar derden toe, zoals uit vele chats en telefoontaps is gebleken, blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat het verdachte niet te doen was om haar vriendschap, maar veeleer om het geld dat zij met haar prostitutiewerkzaamheden verdiende. Hij heeft haar tevens misleid door haar in strijd met de waarheid voor te houden dat hij haar geld zou sparen voor haar rijbewijs, terwijl hij haar geld in werkelijkheid spendeerde aan een boot en andere zaken. De verklaring van [slachtoffer] bij de rechter-commissaris dat de boot ook voor haar is aangeschaft acht de rechtbank ongeloofwaardig, gelet op haar eerdere verklaring daarover bij de politie waaruit blijkt dat zij niets met de aanschaf van de boot te maken heeft gehad en dat zij daar buiten stond.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat misleiding door verdachte is aangewend als dwangmiddel in de zin van voornoemde bepaling.
Misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht wordt verondersteld aanwezig te zijn als, kort gezegd, in het geval van seksuele uitbuiting, het slachtoffer in een situatie verkeert die niet gelijk is aan de omstandigheden van een mondige prostituee in Nederland. Een dergelijke situatie wordt aangeduid als uitbuitingssituatie. Met het misbruik maken van een kwetsbare positie wordt gedoeld op een situatie waarin de betrokkene geen reële of aanvaardbare keuze heeft anders dan het misbruik te ondergaan.
Deze situaties overlappen elkaar grotendeels. Uit jurisprudentie volgt dat beide situaties ruim worden uitgelegd. Beoogd wordt een ruime bescherming te bieden aan slachtoffers. Allerlei omstandigheden kunnen hierbij een rol spelen. Te denken valt aan de financiële, psychische en sociale situatie waarin het slachtoffer zich bevindt.
Voor het bewijs van deze dwangmiddelen is toereikend dat de dader zich bewust met zijn geweest van de kwetsbare positie van het slachtoffer of de relevante feitelijke omstandigheden van het slachtoffer waaruit het overwicht voortvloeit, dan wel verondersteld moet worden voort te vloeien, in die zin dat tenminste voorwaardelijk opzet ten aanzien van die prostitutie en die omstandigheden bij hem aanwezig moeten zijn.
De rechtbank overweegt dat [slachtoffer] een kwetsbaar persoon was, die naar eigen zeggen kampte met een laag zelfbeeld en depressieve gevoelens. Zij had een verstandelijke beperking, leefde van een Wajong-uitkering en werd begeleid vanuit instanties, zo blijkt uit de verklaring van haar moeder
7. Vanuit die kwetsbare positie en na een aantal gewelddadige relaties kreeg zij vriendschap met verdachte die “alles” voor haar was geworden en om wie haar hele sociale leven draaide. Zij had er dan ook “alles” voor over om hem gunstig te stemmen en om maar met hem bevriend te kunnen zijn en deel uit te mogen maken van zijn vriendengroep, ondanks de vele pesterijen en vernedering die zij daarvoor moest ondergaan. Zelfs de wetenschap dat verdachte er intieme relaties met anderen op na hield - waarop zij dan wel jaloers kon reageren - maakten haar toewijding aan hem niet minder.
Verdachte was van al deze omstandigheden op de hoogte. Zijn verklaring ter terechtzitting dat [slachtoffer] beslist niet dom was en heel goed haar eigen boontjes kon doppen, wordt weersproken door zijn eigen uitlatingen die hij jegens derden heeft gedaan. Zo heeft hij haar tegenover ene [naam 6] een downie genoemd die niks kan
8en heeft hij haar tegenover ene [naam 7] een dom wijf en een dikke vieze simpele genoemd die niet spoort.
9
Verdachte wist blijkens zijn verklaring ter terechtzitting ook dat [slachtoffer] al jaren met zichzelf in de knoop zat en dat zij naast hem niemand had om op terug te vallen. En in een chatgesprek heeft hij tegen haar het volgende gezegd:
“We kunne je ook wel helemaal op zeggen. Bye bye [slachtoffer] is het dan en dan voel je je wel heel eenzaam denk ik.”10
Het verweer van de raadsman dat [slachtoffer] geen kwetsbare persoon was wordt gelet op het voorgaande verworpen.
[slachtoffer] bevond zich aldus in een situatie waarin zij zich niet tegen de wil van verdachte durfde te verzetten en waarin zij geen andere reële keuze had dan, zoals haar werd opgedragen, in de prostitutie te blijven werken en een substantieel deel van het daaruit verdiende geld aan verdachte af te dragen en aldus het misbruik te ondergaan.
De omstandigheid dat [slachtoffer] al vrijwillig als prostituee werkte voordat zij haar inkomsten daaruit aan verdachte moest gaan afstaan, maakt niet dat van een dergelijke dwang geen sprake kan zijn.
Handelingen
Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte de handelingen heeft verricht zoals opgenomen in de bewezenverklaring.
(Oogmerk van) uitbuiting
Uit de wettekst van sub-onderdelen 1 en 6 van lid 1, artikel 237f Sr volgt dat voor bewezenverklaring van deze sub-onderdelen is vereist dat sprake is van (het oogmerk van) uitbuiting. Uit de jurisprudentie
11volgt dat de in de overige sub-onderdelen omschreven gedragingen eveneens alleen strafbaar zijn indien zij zijn begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. Uitbuiting moet derhalve worden aangemerkt als een impliciet bestanddeel van deze sub-onderdelen. Op grond van het tweede lid van artikel 237f Sr vallen onder uitbuiting in ieder geval uitbuiting in de prostitutie en uitbuiting van strafbare activiteiten.
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van uitbuiting komt onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd.
12
Uitbuiting veronderstelt altijd een zekere mate van onvrijwilligheid of onderwerping van degene die wordt uitgebuit. In het geval van prostitutiewerkzaamheden zal er - gelet op de aard van het werk en de forse inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer - in het geval van gebruik van enig dwangmiddel en enig financieel gewin bij de verdachte al snel sprake zijn van uitbuiting.
Ten aanzien van het oogmerk van uitbuiting overweegt de rechtbank dat hiervoor is vereist dat het handelen van verdachte, naar hij moet hebben beseft, als noodzakelijk en dus door hem gewild gevolg meebracht dat de ander werd of zou kunnen worden uitgebuit.
Nu naar het oordeel van de rechtbank vaststaat dat [slachtoffer] er met toepassing van voornoemde dwangmiddelen door verdachte toe is gebracht om zich te prostitueren en verdachte hier financieel voordeel uit heeft gehaald, is de rechtbank van oordeel dat verdachte [slachtoffer] heeft uitgebuit.
Dat verdachte daadwerkelijk handelde met het oogmerk van uitbuiting, vloeit naar het oordeel van de rechtbank voort uit hetgeen reeds ten aanzien van de dwangmiddelen is overwogen.
Het op deze wijze financieel voordeel behalen uit werkzaamheden die door een ander onder deze omstandigheden in de prostitutie worden verricht terwijl er sprake is van dwang, zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft overwogen, leidt tot uitbuiting als bedoeld in artikel 273f Sr.

Ten aanzien van feit 2

Vast staat dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode geld heeft verworven en voorhanden heeft gehad dat onmiddellijk afkomstig was uit dit door verdachte gepleegde misdrijf. In zoverre heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan eenvoudig witwassen.
Vast staat verder dat verdachte in de ten laste gelegde periode levensmiddelen, de betreffende boot voor een bedrag van € 5.500,00 en de betreffende auto ter waarde van
€ 3.150,00 heeft gekocht. Dit terwijl het legitieme inkomen van verdachte slechts bestond uit weekgeld van 25 à 50 euro.
13
Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij met het prostitutiegeld van [slachtoffer] levensmiddelen ten behoeve van zich heeft gekocht dan wel heeft laten kopen. Met betrekking tot de boot heeft verdachte verklaard dat deze ook deels van zijn geld is aangeschaft en dat het hun gezamenlijke project was. Zijn verklaring wordt echter door de verklaring van [slachtoffer] bij de politie weersproken. Zij heeft daar desgevraagd geantwoord dat de boot van verdachte was, waar zij buiten stond en waar zij niet bij betrokken wilde zijn.
14Haar verklaring wordt ondersteund door het
Facebookbericht van verdachte van 10 april 2022, geplaatst met foto’s van de boot en zichzelf liggend in de boot, voorzien van de tekst: “zo nu echt van mij betaald en wel…”, in welk bericht [slachtoffer] niet wordt genoemd. Verdachte heeft verder verklaard de hij de auto van zijn eigen - uit “handel”verkregen geld heeft betaald, maar heeft dat niet met stukken kunnen onderbouwen. De rechtbank acht deze verklaring daarom onvoldoende concreet en niet verifieerbaar.
Voor zover verdachte een deel van de auto en de boot zelf zou hebben betaald, staat een vermenging van gelden met een legale herkomst en gelden die van misdrijf afkomstig zijn een bewezenverklaring voor witwassen ook niet in de weg.
Alles overwegende acht de rechtbank bewezen dat verdachte levensmiddelen, de boot en de auto, middellijk uit misdrijf heeft verkregen, zodat hij zich ten aanzien van deze voorwerpen schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
De rechtbank zal met betrekking tot het ten laste gelegde eenvoudig witwassen “een hoeveelheid geld” bewezen verklaren, nu in het bedrag van 10.371 euro, de bedragen voor de aanschaf van de overige voorwerpen verdisconteerd zijn en de precieze aanschafwaarde van de levensmiddelen en de auto niet bekend zijn.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 april 2021 tot en met 10 mei 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland,
A) een ander, te weten [slachtoffer] , telkens door dwang, geweld, andere feitelijkheden, dreiging met geweld, misleiding, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie,
  • heeft geworven en vervoerd met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 1°) en
  • heeft gedwongen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard (sub4°) en
  • heeft gedwongen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer] , seksuelehandelingen met een derde (sub 9°) en
B) telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander te weten [slachtoffer] , (sub 6°), bestaande hierin dat verdachte,
-seksadvertenties voor die [slachtoffer] op Sexjobs.nl heeft beheerd en een prijslijst voor seksuele handelingen heeft opgesteld en naar die [slachtoffer] gestuurd en
-seksafspraken met klanten voor die [slachtoffer] heeft gemaakt en de zogenaamde werktelefoon meermalen heeft beheerd en telkens heeft geïnformeerd hoeveel klanten ze heeft en hoeveel ze heeft verdiend en die [slachtoffer] meermalen naar klanten heeft gebracht en weer opgehaald en
-telkens het door die [slachtoffer] in de prostitutie verdiende geld heeft opgehaald en aan zich heeft laten afstaan en geld door die [slachtoffer] naar zich heeft laten overmaken en
-telkens tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "dat ze moet werken" en "waarom ze niet heeft gewerkt" en "dat haar inzet weer knudde is" en "dat ze geld moet maken" en "dat ze een klant terug moet bellen, nu! en "dat ze omhoog moet bellen" en "dat hij een boot en velgen en een slang wil kopen" en "dat er een ligplaats betaald moet worden" en
-die [slachtoffer] telkens heeft uitgescholden en beledigd en gekleineerd en die [slachtoffer] heeft laten werken terwijl ze ziek was en bedreigd en mishandeld en laten werken zonder condoom en aangespoord tot seksuele handelingen die ze niet wilde en
-die [slachtoffer] toestemming heeft laten vragen als ze iets wil kopen van het door haar verdiende geld en
-die [slachtoffer] een briefje heeft laten ondertekenen met de tekst "hier verklaar ik dat ik vrijwillig hoerenwerk voor [verdachte] doe zonder gezeik en gezeur voor 3 jaar lang" en
-die [slachtoffer] in strijd met de waarheid heeft voorgespiegeld dat ze goede vrienden zijn en dat hij een deel van het door haar verdiende geld spaart,
zulks terwijl die [slachtoffer] een kwetsbare persoon is, onder andere omdat zij een verstandelijke beperking heeft en kampte met psychische en sociale problemen en verdachte met gebruikmaking van zijn geestelijk overwicht op die [slachtoffer] een situatie heeft gecreëerd waardoor die [slachtoffer] niet in staat was zich aan de werkzaamheden in de prostitutie te onttrekken; 2.
hij in de periode van 1 april 2021 tot en met 10 mei 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland, voorwerpen, te weten telkens een hoeveelheid geld en een boot met de naam [naam boot] en een personenauto van het merk Mercedes type Benz C2000 en levensmiddelen,
  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft omgezet en
  • daarvan gebruik heeft gemaakt,terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen onmiddellijk of middellijk afkomstig waren uit eigen misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Mensenhandel
Eenvoudig witwassen en Witwassen
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1 en 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, met uitzondering van het vermijden van contact met minderjarigen. Ten aanzien van de voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat het mensenhandelfeit moet worden aangemerkt als een categorie I feit als bedoeld in de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting mensenhandel. Gelet daarop dient naar zijn mening de straf te worden beperkt tot een taakstraf van maximale duur. Temeer nu verdachte al geruime tijd heeft vastgezeten en hij zijn woning kwijt zal raken indien hij nog langer gedetineerd blijft.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting de reclasseringsrapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 7 november 2022, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim een jaar schuldig gemaakt aan de seksuele uitbuiting van een verstandelijk beperkte vrouw. Het slachtoffer was (en is nog steeds) stapelgek op verdachte die zij als haar beste vriend beschouwt en die haar “alles” is. Zij had dan ook “alles” voor deze “vriendschap” over en onderging vele vernederingen en pesterijen van verdachte en zijn vriendengroep om er maar bij te mogen blijven horen. Verdachte heeft haar ook mishandeld. Zij prostitueerde zichzelf onder zijn druk, waarbij hij haar intensief stuurde, controleerde en haar naar haar inkomsten vroeg die zij steeds aan hem moest afstaan, of vrijwillig aan hem afstond in de veronderstelling dat hij dit geld voor haar spaarde. Als zij van haar eigen inkomsten een bedrag voor zichzelf wilde houden moest zij daarvoor zijn toestemming vragen. Verdachte heeft puur gehandeld uit eigen gewin en zich volstrekt niet bekommerd om het welzijn van het volledig aan hem toegewijde slachtoffer.
Mensenhandel waarbij het slachtoffer in de prostitutie wordt gebracht of gehouden, is een vergaande vorm van uitbuiting waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt worden gemaakt aan de belangen van de uitbuiter. De psychische gevolgen van dergelijke uitbuiting kunnen voor een slachtoffer, zo is algemeen bekend, groot zijn. De omstandigheid dat het slachtoffer in deze zaak het kwalijke van de gedragingen van verdachte jegens haar niet inziet, maakt dit niet anders.
Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan (eenvoudig) witwassen.
De rechtbank is van oordeel dat met name gelet op de aard en ernst van de bewezen verklaarde seksuele uitbuiting volgt dat uit het oogpunt van normhandhaving en vergelding een onvoorwaardelijke gevangenisstaf van langere duur op zijn plaats is. De rechtbank heeft daarbij acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting mensenhandel en merkt deze zaak – anders dan de raadsman - aan als een categorie II-zaak, mede nu sprake was van (dreiging met) geweld en een ernstige mate van misleiding.
Voor categorie II geldt een oriëntatiepunt van 14 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor een bewezenverklaarde periode, variërend van een dag/dagen tot enkele maanden. Nu in deze zaak sprake is van een langere bewezenverklaarde periode ziet de rechtbank aanleiding om de duur van de gevangenisstraf te stellen op 36 maanden
.De rechtbank heeft daarbij ook gelet op de omstandigheid dat verdachte op 5 april jl. is veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling en dat hij het huidige feit deels in de proeftijd van die veroordeling heeft gepleegd.
In het rapport van Reclassering Nederland d.d. 14 september 2022 (aangevuld op 26 oktober) wordt het recidiverisico als hoog ingeschat. Ter verkleining van dit risico adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, onder oplegging van bijzondere voorwaarden, die samengevat inhouden:
Meldplicht bij reclassering;
Ambulante behandeling bij de forensische poli van Verslavingszorg Noord Nederland;
Meewerken aan middelencontrole;
Ambulante begeleiding door Humanitas of een soortgelijke zorgverlener; Vermijden contact met minderjarigen.
De rechtbank neemt het advies van de reclassering over en zal aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, met een groter voorwaardelijk strafdeel als gevorderd door de officier van justitie, en zal, zoals in het dictum nader uitgewerkt, daaraan de voornoemde geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden, met uitzondering van het vermijden van contact met minderjarigen. Deze voorwaarde staat in een te ver verwijderd verband van het feit waarvoor verdachte thans wordt veroordeeld.
De rechtbank zal, gelet op artikel 14e Sr, bepalen dat de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, na afloop van de gevangenisstraf dadelijk uitvoerbaar zijn, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank acht een strafafdoening als bepleit door de raadsman onvoldoende recht doen aan de ernst van de feiten.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk arrest van 5 april 2022 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, waarvan 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De proeftijd is ingegaan op 21 april 2022. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 7 november 2022 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten voor het einde van de proeftijd heeft begaan, kan de vordering in beginsel worden toegewezen. Gelet evenwel op duur van de vrijheidsstraf die bij vonnis van heden aan verdachte wordt opgelegd acht de rechtbank toewijzing van de vordering niet opportuun, zodat zij deze zal afwijzen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b 14c, 57, 273f, 420bis en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot twaalf maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering
en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich bij aanvang van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland,Zoutbranderij 1 te Leeuwarden;
dat de veroordeelde zich laat behandelen door de Forensische Poli van Verslavingszorg NoordNederland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering en zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de
Behandeling, De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
3. dat de veroordeelde mee werkt aan controle op het gebruik van roesmiddelen om hetmiddelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
4. dat de veroordeelde zich laat begeleiden door Humanitas of een soortgelijke zorgverlener, tebepalen door de reclassering en zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18.69658.21

Wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, opgelegd bij arrest van 5 april 2022 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.V. Nolta, voorzitter, mr. O.J. Bosker en mr. R.B. Maring, rechters, bijgestaan door W. Brandsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 december 2022.
Mr. Maring is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

BEWIJSMIDDELEN

Ten aanzien van de feiten 1 en 2

1. De door verdachte ter terechtzitting van 18 november 2022 afgelegde verklaring, voor zoverinhoudend:
Het klopt dat ik bij [slachtoffer] ’s huis langs ging om geld op te halen dat zij had verdiend met prostitutiewerkzaamheden. Ik heb haar ook wel aangespoord om haar seksadvertentie omhoog te bellen. Zelf heb ik de advertentie ook wel omhoog gebeld. Het prostitutiegeld dat ik van [slachtoffer] kreeg om te sparen voor haar rijbewijs heb ik gebruikt voor de aanschaf van de boot met de naam [naam boot] . Ik durf niet te zeggen of dat met haar toestemming was. Het kan zijn dat ze dat niet wist. Ook werden levensmiddelen van haar prostitutiegeld voor ons beiden gekocht en heb ik van haar geld velgen gekocht. Ik heb in die periode de Mercedes type Benz C2000 aangeschaft. Ik stond onder bewind. Het klopt dat ik vond dat ze met prostitutiewerk meer kon verdienen dan met haar legale schoonmaakwerkzaamheden op school en dat ik dat tegen haar gezegd heb toen ze uitbreiding van uren op school kon krijgen. Het extra geld was nodig voor de aanschaf van de boot. Ik heb haar een keer met een natte theedoek in het gezicht geslagen, waardoor zij een striem in haar gezicht had. U houdt mij een chatgesprekgesprek voor (op p. 1729) dat ik met [naam 6] heb gevoerd. Het klopt dat ik heb gezegd: “Ja die [slachtoffer] die ken niks das echt een downie”. [slachtoffer] zit al jaren met zichzelf in de knoop.”
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 19 mei 2022, opgenomenop pagina 454 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRCC21020-HPV-01, d.d. 13 juli 2022, inhoudend als verklaring van verdachte: (p. 563) V: Hoe bekostig je het drugsgebruik ?
A: Soms met mijn eigen geld, of met het geld van [slachtoffer] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 20 mei 2022, opgenomenop pagina 765 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] : (p. 768) V: Wat betekent [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte)voor jou? A: Och God, Jezus, alles.
(p. 775) V: van [verdachte] weten we gewoon dat hij om geld vraagt en dat jij het dan brengt.
A: Ja nou, omdat hij mijn spaarpot is. Hij spaart.
(p. 776) V: En je weet zeker dat [verdachte] het voor jou bewaard?
A: Ja
(p. 783) V: Hoe komt het dat [verdachte] die werktelefoon wel eens beheert?
A: Omdat ik hem vergeet.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 20 mei 2022, opgenomen op pagina 795 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
(p. 802) V: Van wie is die boot?
[slachtoffer] Van hem (de rechtbank begrijpt: verdachte).
O: Wanneer heeft hij die gekocht?
[slachtoffer] Geen idee. Ik weet er helemaal niets van wanneer die boot gekocht is, en wat het gekost heeft. En daar wil ik ook niet eens bij betrokken zijn, want dat is niet mijn zaak.
(p. 811) O: En [verdachte] spaart voor jou, zeg jij.
[slachtoffer] Ja dat zeg ik ja. Dat is wel waar.
5.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] bij de rechter-commissaris d.d. 11 november 2022, inhoudend:
(p. 7) V1: En waarom ben jij dat werk gaan doen?
(p. 8) A: Omdat ik een slecht zelfbeeld over me eigen had. Wat een man thuis niet kan krijgen zoeken ze bij een ander. En daar is zo’n prostituee de beste persoon voor.
(p. 10) V2: Wat voor afspraken heb je trouwens gemaakt daarover, over het geld ophalen, en over die telefoon? Wat voor afspraken hebben jullie samen daarover gemaakt?
A: Dat er gewoon klanten bij mij thuis komen. Daar hebben we gezamenlijk afspraken over gemaakt.
V2: Oké. En dat geld?
A: Dat heb ik gewoon zelf gebracht, of hij haalde het op.
V1: En wat waren die afspraken?
A: Dat we gewoon fifty-fifty zouden doen met dat geld.
(p. 17) V2: Heb jij druk van [verdachte] ervaren?
A: Ja, met die boot op gegeven moment wel. Omdat die boot snel betaald moest worden. V2: En wat moest je dan doen?
A: Gewoon de prostitutie in.
V2: Moest je meer werken?
A: Voor mijn gevoel moest ik meer werken.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
[verdachte] woont aan de [straatnaam] te [woonplaats] .
(p. 45) Op 14 november 2021 troffen we in de woning van [verdachte] een briefje aan waarop staat dat er een contract is tussen [verdachte] , [naam 4] en [slachtoffer] . Op dit briefje stond: "hier verklaar ik dat ik hier vrijwillig hoeren werk voor [verdachte] doe zonder gezeik en gezeur voor 3 jaar lang." Datum 02-10-2021. Handtekening van [slachtoffer] , [verdachte] en contract houder [naam 4] staan erop. Tevens staat er: "als aan dit contract niet wordt aan gehouden moet [slachtoffer] 10 jaar lang werken voor [verdachte] ."
7.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 april 2022, opgenomen op pagina 741 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: Op dinsdag 25 januari 2022 werd op de internet website "Sexjobs.nl" een advertentie aangetroffen waarvan het vermoeden bestond dat de vrouw in deze advertentie [slachtoffer] betrof. De advertentie was actief sinds 09 november 2021 en werd regelmatig omhoog geplaatst waarmee je deze advertentie als één van de eerste advertenties op de website ziet.
Op dinsdag 25 januari 2022, maandag 14 maart 2022 en donderdag 31 maart 2022 werden op de websites Sexjobs.nl de advertenties veiliggesteld waarmee [slachtoffer] adverteerde. De advertenties zijn uniek door het advertentienummer 7880718. De werknaam in de drie advertenties was [naam 8] met de leeftijd van 32 jaar en de plaats Drachten.
(p. 742) Op 6 april 2022 werden de gegevens van de advertentie gevorderd bij het bedrijf achter de advertentie geplaatst op de website Sexjobs.nl, het bedrijf Tease Media B.V. Uit de verstrekte gegevens werd het volgende vastgesteld:
• Advertentienummer: 7880718
• Naam: [naam 8]
• Email: [emailadres] @gmail.com
• Telefoonnummer: + [telefoonnummer]
• ID gebruiker: [nummer]
• Aanmaakdatum: 9-11-2021 21:31:30• Aangemaakt vanaf IP adres: [IP-adres] .
Uit de verstrekte gegevens is te zien dat er voor de advertentie handelingen zijn gedaan vanaf locaties met de IP adressen [IP-adres] en [IP-adres] . Uit de verstrekte gegevens was vastgesteld dat de IP adressen [IP-adres] en [IP-adres] door aanbieder KPN waren uitgegeven op het adres de [straatnaam] te Drachten, het woonadres van verdachte [verdachte] .
Uit de gevorderde en verstrekte gegevens is vastgesteld dat in de periode tussen 30 november 2021 en 8 april 2022 aankopen (handelingen) zijn gedaan door degene welke de advertentie beheert. Dit is steeds gedaan met drie telefoonnummers namelijk
[telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
(p. 743) • het telefoonnummer [telefoonnummer] betreft een T-Mobile abonnement op het adres [straatnaam] te Drachten, het woonadres van [slachtoffer] .
• het telefoonnummer [telefoonnummer] betreft een KPN abonnement op het adres [straatnaam] te Drachten, het woonadres van verdachte [verdachte] .
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 februari 2022, opgenomen op pagina 1332 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: Onder [naam 2] werd op 22 november 2022 een mobiele telefoon van het merk Apple, type iPhone (hierna: IPhone) inbeslaggenomen. In de veiliggestelde gegevens op deze IPhone zijn meerdere chatgesprekken en WhatsAppgesprekken aangetroffen.
(p. 1334) Het volgende chatgesprek werd aangetroffen tussen verdachte [verdachte] en [naam 6] (samengevat):
(p. 1335) • [verdachte] zegt: "Moet die 1000 euro deze week bij mekaar halen voor de hond"
• [ [verdachte] zegt: "Ja dus [slachtoffer] moet aan de slag"
• [ [verdachte] een boot kan kopen als [slachtoffer] even mee werkt.
(p. 1335) In de aangetroffen veiliggestelde data werd een chatgesprek aangetroffen met " [naam 8] ". De chat vond plaats in de periode 18 september 2021 tot en met 17 november 2021. Uit het chatgesprek blijkt (samengevat) dat:
• De chat over prostitutie gaat
• [slachtoffer] onder de naam [naam 8] in de prostitutie werkt
• [verdachte] foto’s van [slachtoffer] in deze chat naar [naam 8] stuurt.
• [verdachte] een prijslijst voor seksuele handelingen naar [naam 8] stuurt
• Daar op staat dat er contant betaald moet worden
• [naam 8] aangeeft wanneer de klanten er zijn en wanneer ze klaar is
• [verdachte] naar de klanten vraagt en aangeeft wanneer de volgende komt
• [verdachte] wil weten hoe lang de klanten blijven
• [verdachte] wil weten wat de klanten willen
• [verdachte] vraagt wat [naam 8] verdient
• [naam 8] eerst 10 en daarna 100 bericht
• [verdachte] naar [naam 8] betaalverzoeken stuurt van 70 euro en 90 euro
(p. 1336) Beide betaalverzoeken zijn afkomstig van " [verdachte] ontruiming" Verdachte [verdachte] heeft een bedrijf gehad onder de naam " [verdachte] ontruiming"
15.
(p. 1339) In de aangetroffen veiliggestelde data werd het volgende chatgesprek aangetroffen dat heeft plaatsgevonden tussen de verdachte [verdachte] en: [naam 9] . De chat vond plaats in de periode 2 juli 2021 tot en met 6 november 2021.
De volgende berichten betreffen alleen de berichten van [naam 10] uit het chatgesprek:
• Ik ga proberen voor zaterdag je 1000 te geven voor de boot en volgende week de rest als je dat goed vind wil die boot heel graag kopen maar moest echt eerst auto hebben word gek zonder auto C dus weer Mercedes gekocht ga voor dat geld zorgen • Breng je vanavond eerst wel 250 als je dat goed vind
• Kan je meschien al 500 brengen vanaaf
• Als ze allemaal op komen dagen die klanten
• Ben bezig gaat nog niet zo snel ze heb niet zo veel klanten ja om 5 uur een dan heb ik 300 kijken of ik nog meer klanten voor der kan regelen
• Heb vanavond rond 12 400 euro
• Als goed is heb [slachtoffer] genoeg klanten vandaag dan heb ik Sws al 600 vandaag en morgen heb ze ook nog klanten ©
• Heb 500 alvast voor je veel van de Mongolen komen nooit op dagen kut klanten
• Ze moet nu nog klanten doen
• Die kut moet werken want die boot moet betaald worden
• Was kut week joh niet best heb nog steeds ma 1000 en gewone rekeningen gaan ook door die blijf ik Sws wel betalen dus dat ging er ook weer af
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juni 2022, opgenomen op pagina 1343 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: (p. 1345) In de veiliggestelde gegevens van de IPhone werd een groot aantal video's aangetroffen. Het algemeen beeld van deze video’s is dat [slachtoffer] veelal wordt uitgescholden of belachelijk wordt gemaakt. Dit gebeurt als er mensen bij zijn, maar in sommige gevallen ook als [slachtoffer] en [verdachte] met zijn tweeën zijn.
Opvallende uitspraken in de video’s;
: “ [verdachte] on tour met zijn hoer” [video 4]
: “Dikke piemel voor [slachtoffer] ” [video 9]
Video 10
In deze video lijkt het er op dat [slachtoffer] de woning van [verdachte] aan het schoonmaken is. Ik hoor de stem van [verdachte] en zie dat [verdachte] al filmend richting [slachtoffer] loopt. Vervolgens hoor ik [verdachte] zeggen dat [slachtoffer] echt een ‘downie’ is.
Ik hoor [slachtoffer] zeggen: “jongen kanker op, auw! ”. Ik hoor [verdachte] zeggen: “Ik zeg toch, ik sla je. Fuck jouw". Ik hoor [slachtoffer] zeggen: “ik sluit mij wel op in de wc....”. Voordat [slachtoffer] haar zin af kan maken hoor ik een pets-geluid en zie ik dat [slachtoffer] met haar rechterhand naar haar rechterwang grijpt. Ik hoor [slachtoffer] zeggen: “ want je slaat mij altijd wel dus”. Ik zie dat [verdachte] [slachtoffer] een tik geeft op het achterhoofd. Vervolgens hoor en zie ik dat [slachtoffer] blijft weglopen rond de tafel en [verdachte] haar uitscheldt en uitlacht. Als [slachtoffer] opnieuw de telefoon wil wegduwen pakt hij [slachtoffer] haar arm en draait deze rond.
(p. 1346) Video 40
Ik hoor de stem van [verdachte] : Je moet gewoon je kankerbek dicht houden anders sla ik je echt voor je harses zo meteen in die kanker winkel. Sla ik jou de kanker, vuil kankerwijf. Vieze dikke, vieze vieze zeug.
(p. 1347) In de veiliggestelde gegevens van de IPhone is een Facebook-chatgesprek aangetroffen tussen:
• De gebruiker van het Facebook-account van [verdachte] (hierna: [verdachte] ) • Een gebruiker welke gebruik maakt van het Facebook-account met de gegeven gebruikersnaam [slachtoffer] .
Uit het chatgesprek blijkt, onder andere, dat:
- Chat start op 9 maart 2022
[slachtoffer] : “Eerste geld voor vandaag is binnen”.
[verdachte] : “Ga je ma bewijzen"
: “Komende week ff goed geld maken moeten ligplaats in de Drait haven hebben. Wil volgende weet ter water.
[slachtoffer] : “Oké komt goed
: “Breng vanaaf de tel wel". [verdachte] : “Fleb je al paar voor vandaag dan”. [slachtoffer] : “1 tegen 6en".
[verdachte] : “Oké. Ff goed wat fixen vandaag scheel komende week. Ik maak morgen de boot klaar".
[slachtoffer] : “Oké. Had wel omhoog gebeld”.
: “W8 op klant dus ja hahah".
: ‘Kan je opnemen. Heb z€30 gekregen”.
[verdachte] : “Ga ma klanten doen bam gasss. Moet kleren alle bij scooter en jij die oog shit”.
(p. 1350) In de veiliggestelde gegevens van de IPhone is een WhatsApp-chatgesprek aangetroffen tussen:
• De gebruiker van het WhatsApp-account van [naam 10] (hierna: [verdachte] ) • Een gebruiker welke gebruik maakt van het Facebook-account met de gegeven gebruikersnaam [naam 11] .
Uit het chatgesprek blijkt, onder andere, dat:
(p. 1351) [naam 11] : “Wou vragen of ik mis wat geld van je kon lenen dat je het dinsdag weer terug krijgt. Ben iets te ruig met me geld geweest op de kermis
[verdachte] : Heb nog niks meschien vanavond wel. Moet [slachtoffer] even klusjes doen.
[naam 11] : “heey ome [verdachte] had je nog wat voor mij voor naar de kermis [verdachte] : ' [slachtoffer] heb nog niks gedaan schiet niet op zo. Ga morgen die boot schilderen en pak ik zelf die telefoon we even".
(p. 1351) In de veiliggestelde gegevens van de IPhone is een WhatsApp-chatgesprek aangetroffen tussen:
• De gebruiker van het WhatsApp-account van [naam 10] (hierna: [verdachte] ) • Een gebruiker welke gebruik maakt van het Facebook-account met de gegeven gebruikersnaam [naam 7] K (hierna: [naam 7] ).
Uit het chatgesprek blijkt, onder andere, dat:
  • Chat start op 9 december 2021
  • [verdachte] noemt [slachtoffer] een dom wijf en stuurt daar een audio bericht over: “Ah jongen die
[slachtoffer] die spoort niet. Dikke vieze simpele of niet.”
(p. 1366) Uit een chatgesprek tussen verdachte en [slachtoffer] (chat start op 27 november 2021): [verdachte] : kom wel bezoek
[slachtoffer] : hoe laat
[verdachte] : straks is er wel euro dus dan
: 30 1 uur en 2 uu
[slachtoffer] : 3 stuks hoe lang haha allemaal
[verdachte] : kijken of ze eerst ma wel allemaal komen
: eentje wil uren 2
: om 2 uur
: 300
: euro
[slachtoffer] : ok
: wil naar zo huis
[verdachte] : je stel aan
[slachtoffer] : ben moe
[verdachte] : nog even joh
: vandaag even moet hebben 200 nog
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2022, opgenomen op pagina 1360 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: Op 10 mei 2022 is in de woning aan de [straatnaam] te Drachten onder [slachtoffer] een GSM ( IPhone 11 ) in beslaggenomen. Uit onderzoek is gebleken dat de telefoon in gebruik is bij [slachtoffer] . (p. 1364) Op een aangetroffen afbeelding is [slachtoffer] te zien met een blauw oog en schrammen en een dik oog.
Op een aangetroffen video is [slachtoffer] te zien. [verdachte] is niet in beeld maar zijn (ambtshalve bekende) stem is wel te horen. Letterlijke tekst video:
tegen [slachtoffer] . "Dikke vieze podde (FON), dikzak, dikzak, dikzak, he vetbek (hierbij slaat [verdachte] lichtjes met de vuist op het hoofd van [slachtoffer] ). [slachtoffer] houdt vervolgens een soort handdoek op haar hoofd. (..) [verdachte] begint te zingen : “Jij bent een dikzak”. [slachtoffer] haalt de handdoek weg en kijkt geïrriteerd en schreeuwt dat [verdachte] op moet houden.
[verdachte] zegt tegen [slachtoffer] : “wat kijk je chagrijnig moetje poepen?”. [slachtoffer] zegt dan met een lach: “Nee ik heb pijn in mijn harses”. [verdachte] zegt: “Wat heb je met je hoofd dan, keek je weer in de spiegel”. “Ik raakte je niet eens op je hoofd yo mongool”. [slachtoffer] zegt: “Nee maar ik had daar al een bult zitten”. [verdachte] zegt. ”Je hebt wel meerdere bulten op je hoofd”. [slachtoffer] kijkt geïrriteerd en houd vervolgens een kussen voor haar hoofd. [slachtoffer] zegt: “Dan ik ga ook nog dood”. [verdachte] zegt: “zeg het van te voren wel effe want ik heb wel even tijd nodig om dat gat te kunnen graven voordat jij er in past". [slachtoffer] zegt dat ze niet begraven wil worden. [verdachte] zegt in het fries: “Oh we mogen je opbranden. He [slachtoffer] mogen dat lelijke hoofd opbranden. Ex ex ex zal ik even een bezem voor je halen". [slachtoffer] zegt: “Waar blijft die nou dan?” [verdachte] zegt dat kan niet want die verdwijnt in die kut van je die vreet die gewoon op.
[verdachte] zegt: “In dat dikke vette ...NTV... kut”. Dan zegt [verdachte] je kan wel een middelvingertje doen he met je lelijke bakkes. Vervolgens noemt [verdachte] [slachtoffer] grotje. Einde filmpje.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2022, opgenomen op pagina 1366 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op de iPhone in gebruik bij [slachtoffer] is het volgende chatgesprek aangetroffen.
(p. 1367)
03-12-2021• In regel 70 tot en met regel 77 staat samengevat het volgende:[verdachte] geeft aan geen 350. [slachtoffer] moet van [verdachte] gewoon andere mensen fixen en gas geven nu.
04-12-2021 • In regel 80 tot en met 116 staat samengevat het volgende:
Dat [verdachte] de telefoon heeft en [verdachte] vraagt aan [slachtoffer] of een half uur zonder 90 is? [verdachte] geeft aan dat er straks wel bezoek komt en [slachtoffer] vraagt hoe laat. [verdachte] zegt dat er dan straks wel euro zijn. Om 1 en 2 uur 30 minuten. [verdachte] geeft aan dat eentje twee uren wil om 2 uur voor 300 euro. [slachtoffer] geeft aan dat het wei mooie centjes zijn. Als die ene niet komt geeft [verdachte] aan dan laat [verdachte] die van 30 en 14 uur wel gewoon komen.
08-12-2021 • In regel 143 tot en met 147 staat samengevat het volgende:
[verdachte] geeft aan dat [slachtoffer] even omhoog moet bellen en dat ze dat wel echt moet doen. [slachtoffer] gaat dat doen en [verdachte] moet het zo maar even kijken op de site
15-12-2021 • In regel 220 tot en met 222 staat samengevat het volgende:
[verdachte] vraagt hoeveel [slachtoffer] heeft. [slachtoffer] geeft 200 aan.
(p. 1368)
19/20-12-2021 • In regel 248 tot en met 284 staat samengevat het volgende:
[slachtoffer] geeft aan dat het haar spijt en dat ze altijd alles verpest. [slachtoffer] wilde [verdachte] niet boos maken. [verdachte] geeft aan dat iedereen kan op kankeren en met iedereen klaar is. [slachtoffer] geeft aan dat ze niemand meer heeft die bij haar wil. Ze doet toch alles fout en zegt sorry. Ze staat te trillen op haar benen. Ze heeft hoof pijn en zich nog nooit zo kut gevoeld.
02-02-2022 • In regel 298 tot en met 311 staat samengevat het volgende:
[slachtoffer] is om 18:00 uur klaar. [verdachte] geeft aan dat vandaag nog 200 moet hebben. Want zo schiet het niet op. [slachtoffer] geeft aan dat [verdachte] de telefoon wel van school kan halen.
07-02-2022 • In regel 330 tot en met 356 staat samengevat het volgende:
[verdachte] vraagt hoe laat [slachtoffer] klaar is want hij heeft berichten. [slachtoffer] zegt Fff en half 8. Om 8 uur komt er bezoek (klant) zegt [verdachte] . [slachtoffer] geeft aan dat kwart over 8 beter uitkomt. [verdachte] zegt dat dit niet kan want een half uur later komt er weer bezoek. [slachtoffer] zegt pff kak. [slachtoffer] is nog bezig en vraagt daarom om verschuiving. [verdachte] geeft aan dat dit niet kan want hij heeft er drie en die kan hij niet verschuiven. [slachtoffer] vloekt. [verdachte] zegt dat ze moet opschieten.
17-02-2022 • In regel 404 tot en met 426 staat samengevat het volgende:
[verdachte] geeft aan dat [slachtoffer] een goede foto op de site moet zetten. Die met het vervaagd gezicht. [slachtoffer] geeft aan of de gestuurde foto een goede is. [verdachte] geeft aan dat deze wel goed is maar dat het gezicht even geblurd moet worden. [verdachte] vraagt wat voor cup [slachtoffer] nou heeft. [verdachte] geeft aan dat hij (vermoedelijk klant) niet geloofd dat het echt [slachtoffer] is op de foto met die tieten. [slachtoffer] zal vanmiddag even kijken of ze een andere foto heeft.
20-02-2022 • In regel 429 tot en met 441 staat samengevat het volgende:
[slachtoffer] geeft aan dat ze binnen is. En dat deze al een keer bij haar thuis is geweest. [slachtoffer] geeft aan dat [verdachte] wel kan komen ze staat buiten. Dit werkte niet omdat zijn (klant) gewoon thuis waren.
24-02-2022 • In regel 444 tot en met 1446 staat samengevat het volgende:
[slachtoffer] zegt dat [verdachte] wel kan komen. [verdachte] vraagt hoeveel? [slachtoffer] zegt 100.
13-03-2022 • In regel 578 tot en met 589 staat samengevat het volgende:
[verdachte] vraagt of [slachtoffer] al werk heeft. [slachtoffer] geeft aan dat er niet meer zijn.
[verdachte] vraagt hoeveel. [slachtoffer] geeft aan dat die van gisteren het net wat te ver vond rijden. [verdachte] vraagt dat ze dus nog niks hebben. [slachtoffer] zegt nog steeds 70 euro. [verdachte] geeft aan dat hij dan nog steeds die velgen niet kan halen en dat dit mooi kanker is. [slachtoffer] geeft aan dat ze hoopt dat die uit Drachten wel komt. [verdachte] geeft aan dat [slachtoffer] er helemaal niet mee bezig is en dat dit meestal zo is als [slachtoffer] de telefoon heeft.
19-03-2022 • In regel 648 tot en met 681 staat samengevat het volgende:
[slachtoffer] geeft aan dat ze klaar is met mannen. Want ze laten vrouwen alleen. [verdachte] geeft aan dat zij gelukkig niet zijn vrouw is. [verdachte] vraagt of de vriendschap voorbij is. [slachtoffer] geeft aan dat geen ruzie wil en dat ze geld heeft gekregen.
(p. 1369)
21-03-2022 • In regel 689 tot en met 700 staat samengevat het volgende:
[verdachte] geeft aan dat hij 1900 heeft geboden en dat hij 200 mag aanbetalen en dat de rest over drie weken mag. Dan hebben ze nog drie weken de tijd voor 1700 euro zegt [verdachte] . [verdachte] zegt dat ze er profijt van hebben als hij volgend alles weer verkoopt want dan hebben ze een dikke boot. Dan hoeft [slachtoffer] volgend jaar bijna niks te doen.
04-04-2022 • In regel 764 tot en met 782 staat samengevat het volgende:
[slachtoffer] geeft aan dat ze vanaf morgen 2 uurtjes op school werkt omdat ze er een half uurtje bij wilde hebben. Daar was nu ruimte voor. [verdachte] geeft aan dat ze dan minder voor hun doet. [slachtoffer] geeft aan dat ze overdag ook voor hun aan het werk is. [verdachte] geeft aan dat hij haar straks gewoon 24 per dag 7 dagen in de week op papier aan het werk zet. Dan zal [slachtoffer] wel kijken hoe leuk ze legaal werken vind. [slachtoffer] zegt dat [verdachte] niet zo boos moet zijn en juist blij voor haar moet zijn.
20-04-2022 • In regel 884 tot en met 911 staat samengevat het volgende:
[verdachte] vraagt of [slachtoffer] al weer geld heeft want hij moet een slang kopen en zijn geld is op. [slachtoffer] geeft aan dat ze zo een klant heeft voor een uur. [verdachte] heeft een doppenset gezien die hij wil hebben voor 100 euro.
08-05-2022 • In regel 934 tot en met 937 staat samengevat het volgende:
[verdachte] zegt dat [slachtoffer] zich veel te veel aangrijpt. [slachtoffer] zegt dat ze de laatste tijd met veel dingen zit. Ze kan er niet mee overweg.
(p. 1370) In de veiliggestelde gegevens van de iPhone is een WhatsApp-chatgesprek aangetroffen met de naam [naam groep] . Deze groeps WhatsApp is aangemaakt door het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit onderzoek is gebleken dat dit telefoonnummer in gebruik is bij de verdachte [verdachte] . In deze groepsapp zaten in totaal 59 deelnemers.
(p. 1371)
Uit het chatgesprek binnen deze groep blijkt, onder andere, dat:Uit het chatgesprek blijkt, onder andere, dat:
Er openlijk gesproken wordt over de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] . Meerdere deelnemers sporen [slachtoffer] aan naar [verdachte] te luisteren en geld te maken door zichzelf te gaan prostitueren. Verder wordt [slachtoffer] door gebruikers in de groep vaak belachelijk gemaakt. [slachtoffer] wordt ook door deelnemende leden van de WhatsApp groep uitgescholden. In een gesprek waarin [verdachte] boos is op [slachtoffer] dreigt [verdachte] de woning van [slachtoffer] in de brand te steken brand te steken en haar nokkie te slaan. In een ander gesprek geeft [slachtoffer] aan dat het haar euro’s zijn. [verdachte] reageert hierop door haar uit te lachen en aan te geven dat ze haar geld niet kan uitgeven als ze niet meer leeft.
(p. 1391)
chat d.d. 4 mei 2022
[slachtoffer] : Straks maar weer lekker op bed
[naam 5] : Geld verdienen jij
[verdachte] : Haha
[slachtoffer] : Nee vandaag niet
[verdachte] : Als er wat komt moet ze wel
[naam 5] : Contact hè
[naam 5] : Contract
[slachtoffer] : Welke contract
[slachtoffer] : Die is er niet [verdachte] : Echt wel.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2022, opgenomen op pagina 1366 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 10 mei 2022 is in de woning aan de [straatnaam] te Drachten een IPhone 11 in beslaggenomen. In de veiliggestelde gegevens is de volgende chat aangetroffen:
(p. 1389) [slachtoffer] : Dan heb je me volgende maand mij ook niet nodig denk ik
0 [ [verdachte] : We kunne je ook wel helemaal op zeggen
0 [ [verdachte] : Bye bye [slachtoffer] is het dan
0 [ [verdachte] : Dan voel je je wel heel eenzaam denk ik
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2022, opgenomen op pagina 1403 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: Op 10 mei 2022 is in de woning aan de [straatnaam] te Drachten een GSM (Samsung A5) in beslaggenomen.
(p. 1404) Uit de veiliggestelde gegevens zijn ook diverse afbeeldingen aangetroffen. Hier werd ook de volgende foto aangetroffen waarop [slachtoffer] te zien is met duidelijk letsel aan haar hoofd.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juni 2022, opgenomen op pagina 1406 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: Op dinsdag 10 mei 2022, werd in de woning van [slachtoffer] aan de [straatnaam] te Drachten een laptop van het merk Toshiba in beslaggenomen.
(p. 1408) in de map media een foto van [slachtoffer] zit waarop te zien is dat zij een verwonding heeft aan haar rechteroog Aanmaakdatum en -tijd: 1-1-2021 15 32:16.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 mei 2022, opgenomen op pagina 575 e.v. (met bijlage tapgesprekken, p. 67 e.v.) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In de periode van 11 april 2022 tot dinsdag 10 mei 2022 werden door mij de tapgesprekken van de taplijn TA001 op het telefoonnummer + [telefoonnummer] , geanalyseerd op relevantie. Het telefoonnummer + [telefoonnummer] van de taplijn TA001 is in gebruik bij verdachte.
(p. 67) Weergave tapgesprekken:
(p. 71) TA001, sessienr. 228, 11 april 2022, [slachtoffer] ([slachtoffer]) belt verdachte ([verdachte]): [slachtoffer] Ja, moet ik eerst het geld brengen en dan naar mijn ouders? of eerst naar mijn ouders en dan geld brengen?
[verdachte] Breng eerst het geld maar
[slachtoffer] Oke dan breng ik eerst het geld. dan zie ik je zo wel [verdachte] Yo.
(p. 72) TA001, sessienr. 278, 11 april 2022, [slachtoffer] ([slachtoffer]) belt verdachte ([verdachte]):
(p. 73) [verdachte] Crack hoer [slachtoffer] Ja Crack bek.
[verdachte] Zal ik je in elkaar slaan

(p. 73) TA001, sessienr. 475, 12 april 2022, verdachte belt [slachtoffer] :

[verdachte] geeft aan dat [slachtoffer] werk / afspraak heeft voor drie kwartier. Bare anaal (fon) geeft [verdachte] aan. [slachtoffer] zegt: gadverdamme. [verdachte] vraagt wat het kost? [slachtoffer] geeft aan dat het 140 euro kost. vraagt hoe laat de klant komt. [verdachte] geeft aan dat deze over een uur komt. Dan wederom sociaal verhaal. [slachtoffer] vraagt op een gegeven moment dat ze die 20 in haar eigen zak mag steken toch? [verdachte]
geeft aan dat dit mag. Er worden door [verdachte] grapjes gemaakt dat [slachtoffer] een crack hoer is en dat ze dik is.
(p. 74) TA001, sessienr. 498, 12 april 2022, [slachtoffer] ([slachtoffer]) belt verdachte ([verdachte]):
[slachtoffer] Ik heb net gebeld 11 uur 50 euro.
[verdachte] Oke, dus dan hebben we alweer twee honderd euro [slachtoffer] Hoe kon jij aan 200?
[verdachte] Nou 190 dan
[slachtoffer] 170 hoor
[verdachte] Jou 20 euro eraf.. .oh.......
B Maar ....oke. Mongooltje.... (p. 75) TA001, sessienr. 1429, 13 april 2022, [slachtoffer] belt verdachte:
: Dan heb ik vandaag 200 gehaald.
[verdachte] : Ja maar dat moet meer. (laatste woord niet te verstaan) [slachtoffer] : Ja dat weet ik wel maar. Ik wou.. Ik probeer.
[verdachte] : Even lekker bij je moeke zitten en dan doei zeker ja! (laatste twee woorden niette verstaan)
[slachtoffer] : Nee, nee, nee want ik ben nou met die hond uit en reageer gewoon op die appjes. Want ik loop nou wat langer om de telefoon te kunnen beantwoorden en zo.
[verdachte] : Jij moet gewoon werken.
(..)
: Wat?Ja maar jij moet gewoon alles pakken wat er pakken is.
[slachtoffer] : Ja dat ga ik nou ook doen.
[verdachte] : En niet de hele middag bij je moeke zitten want dan..

(p. 83) TA001, sessienr. 5109, 17 april 2022, [slachtoffer] belt verdachte:

: ja ik heb wel heel veel apjes gehad, maar die heb ik wel allemaal terug geantwoord en er is één die er op terug heeft gereageerd [verdachte] : nou gas, werken
: je moet eerst maar even werken
(p. 84) TA001, sessienr. 5138, 17 april 2022, verdachte belt [slachtoffer] : [verdachte] zegt dat hij vanaf morgen die telefoon wel weer heeft.
(p. 85) TA001, sessienr. 5493, 18 april 2022, verdachte ([verdachte]) belt NNM3001:
Volgende week wil ik die erop hebben (tentzeil)
NNM: Doe hast geld ikke net
Zoveel geld heb ik ook met meer ik ben ook blut
NNM Ja, maarjij hebt [slachtoffer] [verdachte] Ja dat weet ik wel NNM: Nou dat heb ik niet.
(p. 89) TA001, sessienr. 7088, 21 april 2022, [slachtoffer] belt [verdachte] : is er al werk?
[slachtoffer] : wel heel veel appjes
: eerst was het heel druk op de app en nou is het heel stil dat vinden ze raar
[verdachte] : dan moetje even omhoog bellen
[slachtoffer] : oh ja, dat kan ik ook wel even doen
[verdachte] : tis helemaal niet stil op die app
[slachtoffer] : ja zonet even
[verdachte] : je moet werken [slachtoffer] : ja
Volgens [verdachte] is [slachtoffer] depressief.
(p. 91) TA001, sessienr. 7422, 21 april 2022, verdachte ([verdachte]) belt [slachtoffer] (B):
Nee ik lig op bed man!
[verdachte] Waarom heb je niet gewerkt vanavond!? (schreeuwend) Jouw inzet is ook weer knudde met een rietje.
(p. 95) TA001, sessienr. 18478, 4 mei 2022, verdachte belt [slachtoffer] :
: ja, over een half uurtje, dan heb ik één
[verdachte] : oké mooi
[slachtoffer] : oh jongen, ik voel me ziek jongen [verdachte] : ja en?
[slachtoffer] : ik lig op bed enne ik heb buikpijn, koppijn : maar eh, wat zei je voordat je ophing trouwens?
[verdachte] : tros (fon) doorzetten
[slachtoffer] : oh, zo. Maareh 70 euro
[verdachte] : moet vrijdag die bank ophalen
: nee, maar je zet ook niet door
[slachtoffer] : daarom heb jij die telefoons toch?
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 621 e.v. (met bijlage tapgesprekken, p. 100 e.v.) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In de periode van 11 april 2022 tot dinsdag 10 mei 2022 op werden door mij de tapgesprekken van de taplijn TA002 op het telefoonnummer + [telefoonnummer] , geanalyseerd op relevantie. Het telefoonnummer + [telefoonnummer] van de taplijn TA002 is in gebruik bij:
[slachtoffer] .
(p. 100) Weergave tapgesprekken:
(p. 101) TA002, sessienr. 4841, 14 april 2022 [slachtoffer] belt met haar moeder:
[slachtoffer] vraagt (lachend) of ze 20 euro mag voor de kermis. NNV geeft aan dat dit wel mag
(p. 105) TA002, sessienr. 14031, 23 april 2022 verdachte ( [verdachte] ) belt [slachtoffer]
([slachtoffer]):
[verdachte] Hallo met de ruk telefoon van [slachtoffer]
. Oh oke ik dacht al waar is mijn telefoon
[verdachte] Ja dus je kan nog steeds mijn geld brengen (lacherig)
(p. 106) TA002, sessienr. 19825, 30 april 2022 [slachtoffer] wordt gebeld door NNM: : Ik verkoop mijn lichaam. ik doe het al bijna een jaar.
(p. 109) TA002, sessienr. 27866, 8 mei 2022 [slachtoffer] belt verdachte: zegt dat degene die haar belde in de auto met komt.
Die van zeven uur komt straks om half.
[verdachte] vraagt voor hoeveel geld die is [slachtoffer] zegt dat het maar een half uur is zegt daarna dat die van half acht dus niet komt. zegt dat ze vroeg aan hem of het half negen of negen uur kon, maar dat was hem wat te laat. [verdachte] zegt dat zij het dus weer verneukte
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 19 mei 2022, opgenomen op pagina 865 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 1] V: Wij hebben wat vragen voor u want het gaat om uw dochter [slachtoffer] in verhouding tot Redde [verdachte] .
(p. 866) A: Zij heeft een beperking. Zij heeft een IQ van 68.
A: Ze is ook bekend bij WIL, ambulante begeleiding. Ze is daar twee keer in de week.
A: Zij is makkelijk over te halen.
A: Waar ze heel goed mee kan dan ben je gewoon de lul, dan kunnen wij wel praten, dan kan iedereen wel praten, maar die persoon is dan heiliger dan de rest. [verdachte] is alles.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 822 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 12] :
(p. 883) V: We gaven aan wij het over mensenhandel willen hebben. A: Dan gaat het over een prostituee. V: Hoe heet die dame?
A: [slachtoffer] denk ik.
V: Gaat het ook over anderen, dan [slachtoffer] ?
A: Nee, volgens mij niet. Volgens mij had hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) er één.
V: Wat bedoel je met hij had er één?
A: Eén die voor hem werken wou. Naar mijn weten, was hij degene die haar bracht.
V: Wat bedoel je daarmee?
A: Gewoon rijden, naar klanten volgens mij.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (rapport wederrechtelijk verkregen voordeel), d.d. 20 juni 2022, opgenomen op pagina 993 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRCC21020-HPV-01, d.d. 13 juli 2022, inhoudend als relaas van verbalisant:
Uit onderzoek bleek dat de verdachte [naam 2] leeft onder bewind van een bewindvoerder dan wel een budgetcoach en € 25, - tot en met € 50, - aan weekgeld ontvangt. Uit de banktransacties van bankrekening [rekeningnummer] , rekeninghouder verdachte [naam 2] , bleek het voornoemde weekgeld op deze bankrekening werd gestort. Ik zag dat er op deze rekening over de periode van 13 januari 2021 tot en met 28 maart 2022, geldbedragen werden gestort van respectievelijk € 25, - en € 50, - waarvan een aantal stortingen waren voorzien van de omschrijving weekgeld. Tevens zag ik dat er op deze rekening in de periode tussen 8 november 2021 en 2 mei 2022 contante stortingen werden gedaan voor een totaalbedrag van € 1.721,50 (p. 1019).
(p. 996) Volgens de ANWB Koerslijst is de waarde van de Mercedes Benz 0200, voorzien van het kenteken [kenteken] , € 3.150, - op basis van de verkoopprijs bij een BOVAG-autobedrijf (p. 1016). De verkoopprijs van de stalen kajuitboot, genaamd ‘ [naam boot] ’, is volgens de factuur bepaald op € 5.500, - (p. 1015).
20.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 mei 2022, opgenomen op pagina 745 e.v. (deel 4) van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant: Ik zag dat er op het facebook profiel [verdachte] deboer.94 op 10 april 2022 een bericht werd geplaatst met de volgende tekst:
“Zo is nu echt van mij betaald en wel hoppa super blij meee 11 meter bij 350”
Het bericht bevatte 14 afbeeldingen van een boot, waarvan op de eerste afbeelding een persoon liggend in een boot zichtbaar is. Ik herkende deze persoon als de verdachte [verdachte] . (p. 750) Ik zag dat er op 14 maart 2022 een bericht was geplaatst op de tijdlijn van het Facebook account [verdachte] met de tekst "Hoppa"
Aan dit bericht waren 5 afbeeldingen gekoppeld waarop een auto zichtbaar was met lichtmetalen velgen. Het kenteken van de auto betrof " [kenteken] ".
Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 512.
Bewijsmiddel 11 (p. 1391).
Bewijsmiddelen 3 en 4.
Bewijsmiddel 9.
Bewijsmiddel 10.
Bewijsmiddel 11 (p. 1368).
Bewijsmiddel 17.
Bewijsmiddel 1.
Bewijsmiddel 9.
Bewijsmiddel 12.
HR 24 november 2015. ECLI:NL:HR:2015:3309, HR 17 mei 2016, ECII:NL:HR2016:857.
HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR: 2009:BI7099.
Bewijsmiddel 19.
Bewijsmiddel 4.
Uittreksel Kamer van Koophandel, p. 1304A.