In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, wordt het beroep van eisers tegen de opgelegde lasten onder dwangsom beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat eisers, die eigenaar zijn van een woning, het recreatieve gebruik van hun woning moeten beëindigen. Dit besluit is gebaseerd op de overtreding van het bestemmingsplan en de huisvestingsverordening. De rechtbank stelt vast dat er geen sprake is van persoonsgebonden overgangsrecht, omdat eisers niet hebben aangetoond dat het recreatieve gebruik sinds 1 juni 1994 onafgebroken heeft plaatsgevonden. De rechtbank wijst erop dat het college van burgemeester en wethouders van Terschelling terecht heeft geoordeeld dat het recreatieve gebruik niet onder het overgangsrecht valt. De rechtbank heeft het beroep op 31 maart 2022 behandeld en het onderzoek op 27 september 2022 voortgezet, waarbij getuigen zijn gehoord. Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep ongegrond is en dat de dwangsombesluiten in stand blijven. Eisers krijgen geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.