ECLI:NL:RBNNE:2022:4365
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van schadevergoeding door het Instituut Mijnbouwschade Groningen in verband met mijnbouwactiviteiten
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 18 november 2022, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) beoordeeld. Eiser had een aanvraag ingediend voor schadevergoeding wegens schade aan zijn woning door mijnbouwactiviteiten. Het IMG had op 10 maart 2022 een schadevergoeding van € 8.637,17 toegekend, maar dit besluit werd in een later bestreden besluit van 12 april 2022 gehandhaafd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat het IMG onzorgvuldig had gehandeld en dat de schade niet correct was beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het wettelijk bewijsvermoeden van artikel 6:177a BW van toepassing is, wat betekent dat de schade vermoed wordt te zijn veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van gaswinning. Het IMG heeft echter verschillende deskundigen ingeschakeld om de schade te beoordelen en heeft op basis van hun rapporten geconcludeerd dat de schade niet door mijnbouwactiviteiten is veroorzaakt. De rechtbank oordeelt dat het IMG voldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn besluit en dat de rapporten van de deskundigen inzichtelijk en navolgbaar zijn.
Eiser heeft ook aangevoerd dat het IMG niet op basis van gegevens uit het DINO-loket had mogen concluderen dat de bodemsamenstelling onder zijn woning gelijk is aan die van nabijgelegen boringen. De rechtbank oordeelt dat het IMG zich op deze gegevens heeft kunnen baseren, aangezien de boringen in de buurt van de woning dezelfde bodemsamenstelling vertoonden. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en bevestigt het de beslissing van het IMG.