ECLI:NL:RBNNE:2022:4321
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de afwijzing van een aanvraag voor vergoeding van mijnbouwschade
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Eiser, eigenaar van een woning in [woonplaats], had een aanvraag ingediend voor een vergoeding voor waardedaling van zijn woning, welke door het IMG op 15 juni 2021 was afgewezen. Het bezwaar van eiser werd op 6 oktober 2021 niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De rechtbank heeft het beroep op 14 april 2022 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van het IMG aanwezig waren. Eiser stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was door een storing in zijn digitale dossier, maar de rechtbank oordeelde dat het IMG terecht had geconcludeerd dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Eiser had de mogelijkheid om contact op te nemen met het IMG en had ook een pro forma bezwaarschrift kunnen indienen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar in stand bleef en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving.