ECLI:NL:RBNNE:2022:4301
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in vervolging na sepotbeslissing
Op 15 november 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door mr. P. Bonthuis. De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. J.G.F. van Boven, had de verdachte ten laste gelegd van meerdere strafbare feiten, waaronder het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van benadeelden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vervolging. Dit oordeel is gebaseerd op een sepotbeslissing die de verdachte op 17 december 2020 had ontvangen, waarin werd aangegeven dat er onvoldoende bewijs was om tot vervolging over te gaan. De rechtbank oordeelde dat het vertrouwen van de verdachte in de sepotbeslissing gerechtvaardigd was, en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de intrekking van deze beslissing konden rechtvaardigen. De rechtbank heeft de officier van justitie daarom niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte.