ECLI:NL:RBNNE:2022:4176
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van plaatsing in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en vrijheidsbeperkende maatregel voor asielzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 11 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de rechtmatigheid van de plaatsing van een asielzoeker in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en de oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. P.A.L.A. van Ittersum, had beroep ingesteld tegen besluiten van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de plaatsing in de HTL was gebaseerd op incidenten van fysiek agressief gedrag van de eiser, die op 12 oktober 2022 had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris en het COa voldoende maatregelen hadden genomen naar aanleiding van de bevindingen van de inspectie en dat de leefomstandigheden in de HTL niet in strijd waren met de Opvangrichtlijn. De rechtbank concludeerde dat de stelling van de eiser dat de plaatsing in de HTL in zijn algemeenheid onrechtmatig was, niet standhield. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vrijheidsbeperkende maatregel rechtmatig was, omdat deze was opgelegd ter waarborging van de openbare orde. De beroepen van de eiser zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.