In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld, waarin haar bezwaar tegen de beëindiging van haar uitkering op grond van de Participatiewet (PW) niet-ontvankelijk is verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 1 december 2021, waarin haar uitkering per 1 november 2021 werd beëindigd. De rechtbank heeft het beroep op 15 september 2022 behandeld, waarbij partijen aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat het besluit van 1 december 2021 op de juiste wijze is verzonden. De rechtbank oordeelt dat zonder een deugdelijke verzendadministratie niet kan worden vastgesteld dat eiseres het besluit tijdig heeft ontvangen. Eiseres heeft betwist het besluit te hebben ontvangen en stelt dat zij pas op 11 januari 2022 op de hoogte was van de intrekking van haar uitkering. De rechtbank concludeert dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en dat het college een nieuw besluit op het bezwaar moet nemen. De rechtbank draagt het college op om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, tot een maximum van € 15.000,-. Tevens moet het college het griffierecht en de proceskosten vergoeden.