ECLI:NL:CRVB:2021:1045
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. S. Maachi, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 9 juni 2020. De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 april 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 20/2509 WAJONG. De kern van de zaak betreft de niet-tijdige betaling van het griffierecht, dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verschuldigd is bij het indienen van een beroepschrift. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 131,- tijdig te betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Raad heeft vastgesteld dat er op basis van de beschikbare gegevens niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk behandeld zal worden. De uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet te doen.