In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 3 november 2022, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.M. Bosma, had verzocht om schorsing van een besluit van de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, dat een medisch onderzoek naar haar rijgeschiktheid oplegde en de geldigheid van haar rijbewijs schorste. Dit besluit volgde op een ongeval op 5 juli 2022, waarbij verzoekster tegen een geparkeerd voertuig aanreed. De politie had melding gemaakt van twijfels over haar rijvaardigheid, wat leidde tot het opleggen van het onderzoek.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 20 oktober 2022, waarbij verzoekster en haar partner aanwezig waren, maar verweerder niet. De rechter concludeert dat er voldoende spoedeisend belang is en dat het vermoeden van ongeschiktheid om te rijden gerechtvaardigd is. Dit vermoeden is gebaseerd op de omstandigheden van het ongeval en de medische informatie die aantoont dat verzoekster zich licht in het hoofd voelde en niet aanspreekbaar was na het ongeval. De rechter oordeelt dat het opleggen van het medisch onderzoek en de schorsing van het rijbewijs noodzakelijk zijn voor de verkeersveiligheid.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, wat betekent dat de besluiten van verweerder in stand blijven. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.