Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Oordeel van de rechtbank 1
2, [slachtoffer 2]
3, [slachtoffer 3]
4, [slachtoffer 4]
5, [slachtoffer 5]
6, [slachtoffer 6]
7, [slachtoffer 7]
8, [slachtoffer 8]
9, [slachtoffer 9]
10, [slachtoffer 10]
11, [slachtoffer 11]
12,
13, [slachtoffer 13]
14, [slachtoffer 14]
15, [slachtoffer 15]
16, [slachtoffer 16]
17, [slachtoffer
18en het proces verbaal van bevindingen binnentreden Ondersteuningsgroep
19, de verklaring [naam 5]
20, het proces verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal
21en de bekennende verklaringen van verdachte
22blijkt genoegzaam dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op de wijze zoals hierna is bewezen verklaard.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
23Gelet op de aard en ernst van het bewezen verklaarde, de psychische stoornis van verdachte en de kans op recidive van een gelijksoortig misdrijf, stelt de rechtbank de proeftijd op 5 jaren en verbindt daaraan de door de reclassering voorgestelde voorwaarden met uitzondering van de voorwaarde contact met minderjarigen te vermijden. De rechtbank is van oordeel dat een dergelijke bijzondere voorwaarde onvoldoende concreet is en moeilijk te handhaven zal zijn voor de uitvoerende instanties. De rechtbank beveelt een langere opnameduur dan de reclassering heeft geadviseerd. Gelet op de verklaring ter terechtzitting van de deskundige is de rechtbank van oordeel dat de verdachte gebaat is bij een langere opnameperiode, zodat hij de tijd krijgt om zich nieuwe vaardigheden eigen te maken.
Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden
In beslaggenomen goederen
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
Ten aanzien van [slachtoffer 4] , feit 1:
- het bedrag van € 2.200,00 (zegge: tweeduizend tweehonderd);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2020 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Ten aanzien van [slachtoffer 4] , feit 1:
- het bedrag van € 2.000,00 (zegge: tweeduizend);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2020 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Ten aanzien van [slachtoffer 15] , feit 1:
- het bedrag van € 1.750,00 (zegge: duizend zevenhonderdvijftig);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2020 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.