ECLI:NL:RBNNE:2022:362
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake mijnbouwschade en waardedaling van een woning in aardbevingsgebied
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over mijnbouwschade. Eiseres, eigenaar van een woning in een aardbevingsgebied, had een schadevergoeding van € 8.252 ontvangen van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) voor de waardedaling van haar woning. Eiseres was van mening dat deze vergoeding onvoldoende was, aangezien de WOZ-waarde van haar woning in de berekeningsperiode van 16 augustus 2012 tot 1 januari 2019 was gedaald van € 225.000 naar € 210.000, wat een daling van € 15.000 betekent. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het IMG, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, omdat het IMG onvoldoende had gemotiveerd waarom de daling van de WOZ-waarde geen bijzondere omstandigheid was. De rechtbank oordeelde dat de motivering van het IMG te algemeen was en niet specifiek inging op de omstandigheden van de woning van eiseres. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of de daling van de WOZ-waarde een bijzondere omstandigheid was die aanleiding gaf om af te wijken van het beleid van het IMG. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat het IMG het door eiseres betaalde griffierecht van € 181 moet vergoeden. De uitspraak werd gedaan door rechter E.I. Batelaan-Boomsma, in aanwezigheid van griffier D.A. Bekking, en is openbaar gemaakt op 14 februari 2022.