3.15.De deskundige heeft op 15 oktober 2020 een schriftelijke rapportage in de bodemprocedure uitgebracht. Hierin heeft de deskundige de voorgelegde vragen voor zover van belang als volgt beantwoord:
Vraag 1: pizzaoven onder afzuigkap
Dient een elektrische pizzaoven als de onderhavige onder een afzuigkap te staan?
In de regel wordt in bereidingskeukens een ventilatiemotor en afzuigkap boven de apparatuur geplaatst waar verbrandingsgassen of bakdampen ontstaan. Verbrandingsgassen ontstaan bij apparatuur die met aardgas of hout(skool) worden gestookt. Bakdampen ontstaan bij apparatuur waarbij op hoge temperatuur met vet of olie wordt gebakken of gefrituurd.
In beide gevallen kunnen stoffen ontstaan die ongezond zijn voor het personeel en dus direct moeten worden afgezogen om verspreiding door de ruimte te voorkomen.
De onderhavigeelektrischepizzaoven valt niet onder één van de bovenstaande categorieën. Het is dan ook niet verplicht om de elektrische pizzaoven onder een afzuigkap te plaatsen.
(…)
Vraag 2: brandveiligheid en/of overlast
Levert de huidige situatie een risico op als het gaat om brandveiligheid en/of overlast
(…)
De vloerconstructie is tevens een brandscheiding tussen de brandcompartimenten van de woning en de pizzeria. De brandveiligheid van de vloer voldoet niet, dit wordt in de volgende vraag verder uitgewerkt. De naden in de vloerconstructie van de bovenliggende woning zorgen in combinatie met de overdruk van de ruimte, dat de afvoerlucht kan lekken naar de bovenliggende woning.
Het is zeer aannemelijk dat de geur door deze kieren in het appartement terechtkomt wat leidt tot geuroverlast.
Antwoord vraagstelling
De onvoldoende brandwerende vloer levert een risico op voor de brandveiligheid.
Hoewel de afzuiginstallatie luchtlekkage vertoont levert dit geen onveilige situatie op. Door de naden treedt luchtlekkage op, met als gevolg geuroverlast.
Indien de vloerconstructie aan de benodigde eisen met betrekking tot brandveiligheid zou voldoen, wordt de luchtlekkage aanzienlijk verminderd omdat de vloerconstructie dan ook aan een minimale rookdichtheid moet voldoen.
(…)
Vraag 3: brandwerendheid plafond
Voldoet het plafond in voldoende mate aan de geldende eisen ten aanzien van brandwerendheid?
(…)
Beoordeling aangetroffen situatie
In de pizzeria zijn 3 verschillende opbouwen van de plafondconstructie aangetroffen.
Plafond A
In het voorste keuken- en publieksgedeelte bestaat het plafond uit stucwerk op steengaas. In dit plafond zijn sparingen aangebracht voor de verlichting, ophanging van de keukenventilatie en inrichting.
Een plafond bestaat uit goed bevestigd steengaas in combinatie met een stuclaag. Dit voldoet aan de minimaal vereiste brandwerendheid (WBDBO20).
Iedere doorvoering, spotje of open gat is een doorbreking van de brandscheiding. Alle aanwezige doorvoeringen, gaatjes en spotjes moeten brandwerend worden afgewerkt.
Via de ‘gaten’ in de brandscheidingen kan een snelle branduitbreiding optreden naar de bovenliggende woning en/of het trappenhuis (…).
Plafond B
In het achterste publieksdeel is een gipsplafond aanwezig, bestaande uit gipsplaten van 9,5 mm, voorzien van een stuclaag. De opbouw van dit plafond inclusief de aansluiting op de omringende wanden voldoet aan de vereiste brandwerendheid (WDBDO20).
In dit plafond zijn geen grote doorvoeringen aanwezig. Wel zijn er enkele kleine kabeldoorvoeringen aangebracht. Deze zijn niet brandwerend afgewerkt.
Plafond C
In de ruimte waar de afzuiging staat opgesteld is een houten schrootjesplafond aanwezig. Aan de onderzijde van het schrootjesplafond is hier deels met spijkers een glaswol isolatie tegenaan bevestigd. Het schrootjesplafond heeft geen brandwerendheid. De eerder aangebrachte isolatie heeft nagenoeg geen toegevoegde waarde ten behoeve van de brandveiligheid. In het schrootjesplafond en in de aansluitingen met de omringende wanden zijn kieren aanwezig.
De opbouw van dit plafond in combinatie met de bovenliggende houten verdiepingsvloer voldoet niet aan de minimale eisen van brandwerendheid. Dit moet worden hersteld.
Bij vernieuwing van het plafond moet worden voldaan aan een minimale WDBDO van 30 minuten.
Vanuit deze ruimte lopen enkele doorvoeringen van installaties naar de bovengelegen woning. Deze doorvoeringen moeten brandwerend worden afgewerkt. (…)
Vraag 4: voorzieningen om wel te voldoen aan eisen
Indien dat niet het geval is, welke voorzieningen dienen er dan te worden getroffen zodat het plafond wel aan die eisen voldoet?
Alle drie de opbouwen van het plafond voldoen niet aan de minimaal vereiste brandwerendheid (WDBDO20) volgens het Bouwbesluit. Om aan de minimale eisen te kunnen voldoen moeten de brandscheidingen hersteld worden. De minimale brandwerendheid waaraan de herstelwerkzaamheden moeten voldoen is 30 minuten (WDBDO30). Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Plafond A: Ter plaatse van het steengaasplafond moeten:
De open doorvoeringen 30 minuten brandwerend worden afgedicht.
De inbouwspotjes van de verlichting worden voorzien van een 30 minuten brandwerende kap boven het plafond, of worden vervangen voor opbouw-spotjes waarbij de gaten brandwerend zijn afgedicht.
De kleine doorvoeringen van kabels etc. moeten 30 minuten brandwerend worden afgedicht met een brandwerend kit of pasta.
Plafond B: Ter plaatse van het gipsplaten-plafond moeten de kabeldoorvoeringen 30 minuten brandwerend worden afgedicht met een brandwerende kit of pasta.
Plafond C: Ter plaatse van het plafond boven de ruimte met motor van de afzuiging moet:
Een nieuw 30 minuten brandwerend plafond worden aangebracht.
Het plafond rondom brandwerend worden afgekit met een flexibele brandwerende kit. Hiermee wordt tevens de luchtdichtheid van de verdiepingsvloer verbeterd.
Hoewel het voor brandveiligheidsoogpunt niet strikt vereist is, verdient het aanbeveling om het oude schrootjesplafond en de glaswol te verwijderen. Vanwege de vervuiling zullen deze materialen anders nog enige tijd blijven geuren.
De doorvoeringen van de installaties die door de vloer van de bovengelegen woning lopen moeten brandwerend worden afgewerkt.
(…)
Vraag 6: overige opmerkingen
Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
Het afblaaskanaal van de ventilatie, buiten tegen de gevel van het pand, was gedeeltelijk losgebroken van de gevel. De gehele pijp bewoog in de wind, waardoor de afdichtingen (tape) tussen de pijpdelen waren open gescheurd. Via deze openingen kon vervuilde lucht ontsnappen ter hoogte van de gevel van de huurder met het risico op geuroverlast.
We hebben dhr. [gedaagde 2] gewezen op het gevaar van de loshangende pijp en het bijkomende risico op geuroverlast.
Op 27 augustus 2020 ontvingen wij per mail via de gemachtigde van dhr. [gedaagde 2] diverse foto’s waarop te zien is dat de pijp opnieuw is vastgezet en de afdichtingen opnieuw zijn aangebracht (naden voorzien van nieuwe tape). Echter, op een van de naden is duidelijk te zien dat de buis is ingedeukt waardoor er twijfels zijn over de luchtdichtheid van deze afdichting. Dit zal moeten worden hersteld.
Tevens valt op dat op de latere foto’s de hoogte van de afvoerbuis is veranderd ten opzicht van de situatie tijdens de opname.
Op latere foto’s is uitblaaskap maar net boven de dakkapel van de woning geplaatst dit was tijdens de opname veel hoger.
De uitmonding van de uitblaaspijp dient conform het activiteitenbesluit artikel 3.103 ten minste twee meter boven de daklijn te liggen van de binnen 25 meter van de uitmondig gelegen bebouwing.
De hoogte van de uitblaaskap zal hieraan moeten worden aangepast om geuroverlast voor de omgeving te voorkomen.
In diverse wanden van de pizzeria en het trappenhuis zijn scheuren aangetroffen. Via de scheuren kan geurverspreiding plaatsvinden. Geadviseerd wordt om de scheuren en kieren af te kitten met een flexibele kit. In geval het brandwerend wanden betreft moet er een brandwerend acrylaatkit worden gebruikt.