Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.1. Procesverloop
2.2. Beoordeling
3.Beslissing
mr. B.R. Tromp.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door mr. J. Scholtens, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. B.R. Tromp, kinderrechter in de rechtbank te Groningen. Dit verzoek volgde op een mondelinge uitspraak van mr. Tromp op 9 september 2022 in een verzoekschriftprocedure, geregistreerd onder zaak-/rekestnummer C/18/215959 / FA RK 22-3517. Op 13 september 2022, na de einduitspraak, heeft mr. Scholtens het wrakingsverzoek ingediend. De rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, heeft op 19 september 2022 geoordeeld dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar wrakingsverzoek. De rechtbank overweegt dat een verzoek tot wraking tijdig moet worden ingediend, vóórdat de behandeling van de zaak door het wijzen van een einduitspraak is geëindigd. Aangezien de einduitspraak reeds was gedaan, kon het verzoek niet meer in behandeling worden genomen. De rechtbank benadrukt dat het niet aan de wrakingskamer is om de juistheid van eerdere beslissingen van de rechter te beoordelen, dit is voorbehouden aan de rechter die belast is met de behandeling van eventuele rechtsmiddelen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoekster en mr. B.R. Tromp bevolen.