ECLI:NL:RBNNE:2022:3272
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van besluiten inzake arbeidsongeschiktheid en uitkering
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het verzoek van de verzoeker om een voorlopige voorziening en het beroep tegen de afwijzing van zijn herzieningsverzoek behandeld. De verzoeker, die zich op 12 juni 2006 ziekmeldde, heeft in het verleden verschillende procedures gevoerd met betrekking tot zijn arbeidsongeschiktheid en uitkering. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van het verzoek om herziening terecht is, omdat er geen nieuwe relevante feiten zijn gepresenteerd die aanleiding geven om terug te komen op eerdere besluiten. De voorzieningenrechter concludeert dat de eerdere besluiten van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet evident onredelijk zijn en dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening rechtvaardigen. De rechtbank wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan op 9 september 2022.