Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 augustus 2022 in de zaak tussen
[eiser] en [eiseres] , uit [woonplaats] , eisers
Instituut Mijnbouwschade Groningen (verweerder)
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Uitwerking werkwijze waardedalingvolgt dat er nog onduidelijkheid was ten aanzien van panden met een dubbelfunctie en dat op een later moment daarover aanvullende informatie zou worden gegeven. Eisers betogen dat verweerder had moeten beslissen op basis van het beleid zoals dat gold op de datum van de aanvraag (16 november 2020) en dat verweerder niet achteraf de spelregels kan aanpassen. Verweerder heeft besloten dat in het geval van eisers enkel een vergoeding kan worden uitgekeerd voor het gedeelte woonfunctie. Daarnaast betogen eisers dat uit mededelingen van medewerkers van het serviceloket en uit informatie op de website van verweerder is gebleken dat de dubbelfunctie van het pand geen verschil zou moeten maken voor de toewijsbaarheid van de vergoeding. Deze gang van zaken is volgens eisers in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.
.Op een later moment is de Werkwijze uitgebreid met het hiervoor genoemde artikel 3.10. De rechtbank vermag niet in te zien dat verweerder hiermee de spelregels zou hebben veranderd. Volgens verweerder betreft de uitbreiding van artikel 3.10 een codificatie van bestendige praktijk en de onjuistheid daarvan is de rechtbank niet gebleken. Dat voorheen niet expliciet in de Werkwijze stond vermeld hoe verweerder handelde aangaande panden met een dubbelbestemming, betekent immers nog niet dat panden met een dubbelbestemming zonder meer (in zijn geheel) als woning zijn of zouden moeten worden aangemerkt. Naar het oordeel van de rechtbank hebben eisers een dergelijke verwachting niet aan de tekst van de Werkwijze kunnen ontlenen. De beroepsgrond slaagt niet.