ECLI:NL:RBNNE:2022:2989

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 augustus 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
LEE 22/2072
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging geluidsontheffing voor meerdaags muziekevenement wegens onjuist geluidsspectrum en beperkte handhaving

Op 19 augustus 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Psy-Fi en het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. De zaak betreft een geluidsontheffing die was verleend aan Stichting Psy-Fi voor het organiseren van een meerdaags muziekevenement in het recreatiegebied De Groene Ster te Leeuwarden. De rechtbank heeft de geluidsontheffing vernietigd omdat de toegepaste geluidsnormen niet correct waren en de handhaving onvoldoende was om onduldbare hinder voor omwonenden te voorkomen.

De rechtbank oordeelde dat de geluidsniveaus die in de vergunning waren vastgesteld, enkel waren gebaseerd op het house-spectrum, terwijl voor een adequate beoordeling ook het ultra-bass spectrum in aanmerking had moeten worden genomen. Dit was in eerdere uitspraken van de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de geluidsontheffing niet voldeed aan de vereisten en dat de handhaving niet adequaat was, waardoor omwonenden mogelijk onduldbare hinder zouden ondervinden.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van 6 april 2022 en droeg verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat verweerder het griffierecht van eiser diende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. R.L. Vucsán, rechter, en is openbaar uitgesproken op 19 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Bestuursrecht
locatie Groningen
zaaknummer: LEE 22/2072

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te Gytsjerk, eiser,

(mr. W. Koster)
en

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden, verweerder.

(mr. J.J. Hengst)

Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen:

1. Stichting Psy-Fi,gevestigd te Groningen,
(mr. I. van der Meer),
2. Stichting Groene Ster Duurzaam!gevestigd te Leeuwarden,
( [gemachtigde 1] ),
3. het college van Gedeputeerde Staten van FryslânGS)

Procesverloop

Bij besluit van 6 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan de Stichting Psy-Fi (vergunninghoudster) een geluidsontheffing onder voorschriften verleend voor het houden van een meerdaags muziekevenement (hierna: Psy-Fi 2022) op een deel van de gronden van het recreatiegebied De Groene Ster te Leeuwarden.
Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Het beroep is behandeld op de zitting van 20 juli 2022. Eiser is verschenen, bijgestaan door mr. R. Oosterbroek. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door
B. Kroese, J.A. Omon, L.A.M. Smoors, M.H.M. van Kesteren en mr. J.J. Hengst. Stichting Psy-Fi heeft zich laten vertegenwoordigen door A.M. Kroesen, bijgestaan door mr. I. van der Meer en M. Zweemer. Stichting Groene Ster Duurzaam!, is vertegenwoordigd door de gemachtigden [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2] . GS is vertegenwoordigd door F.R. Wagenaar en mr. J. van der Veen.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden

1. Bij haar oordeelsvorming betrekt de rechtbank de navolgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Verweerder heeft bij besluit van 24 april 2018 de “Beleidsregel geluid 2018, evenementen in de open lucht” (hierna: de Beleidsregel geluid) vastgesteld. Deze beleidsregel is gewijzigd vastgesteld bij besluit van 28 januari 2020. In deze beleidsregel is verweerder aangesloten bij de nota Limburg.
1.2.
Op 29 juli 2020 heeft vergunninghoudster een aanvraag ingediend voor het organiseren van een meerdaags muziekfestival op de locatie recreatiegebied Groene Ster. Uit het meegezonden draaiboek blijkt dat vergunninghoudster beoogde het festival te houden in de periode 24 augustus 2021 tot en met 29 augustus 2021.
1.3.
Het ontwerp-besluit heeft van 24 september 2020 tot en met
4 november 2020 ter inzage gelegen voor zienswijzen. De ter inzagelegging heeft geleid tot het indienen van zienswijzen van onder andere eiser.
1.4.
Bij brief van 25 maart 2022 heeft vergunninghoudster de aanvraag gewijzigd, in die zin dat nu beoogd wordt het festival te houden in de periode van 14 tot en met 19 september 2022.
1.5.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder onder voorwaarden een geluidsontheffing verleend voor de periode van 13 tot en met 18 september 2022. In voorschrift 2.1. heeft verweerder daarbij bepaald dat overeenkomstig tabel 1 en 2 muziekgeluid ten gehore mag worden gebracht. De geluidsniveaus ten gevolge van het ten gehore gebrachte muziekgeluid (LAr,LT), worden gemeten op de referentiepunten en Front of House’s en mogen niet hoger zijn dan de waarden die in deze tabellen zijn aangegeven. De meetduur van de geluidsniveaus is 1 minuut.
Datum/tijdsduur dag•/avondperiode
Podia
Meetpunten
Geluidsniveaus
dB(A)
dB(C)
Di. 13 sept. 2022: 09:00 - 19:00 uur, soundchecken
Woe. 14 sept. 2022:
08:00 - 23:00 uur
Do. 15 sept. 2022: 08:00 - 23:00 uur
vrij. 16 sept. 2022:
08:00 - 23:59 uur
Za. 17 sept. 2022: 09:00 - 23:59 uur
zo. 18 sept. 2022: 13:00 - 23:00 uur
Alle podia
Wielendwinger 1
64
84
Wielendwinger 9
60
80
Alddiel 9 noordz.
59
80
Alddiel 5
63
83
Alddiel 6
65
84
De Groene Ster 12
66
Referentiepunt 1
65
86
Referentiepunt 2
64
84
Referentiepunt 3
67
88
Referentiepunt 4
72
91
Referentiepunt 5
70
90
Referentiepunt 6
62
82
Referentiepunt 7
70
90
Main stage
Front of House
98
113
Freak Floor stage
96
Chill-out stage
96
4th Floor stage
96
Tabel 1: Geluidsniveaus waarvoor geluidsontheffing wordt verleend in de dag-/avondperioden
nachtperiode
dB(A)
dB(C)
Woe. 14 sept. 2022:
23:00 - 23:59 uur
Do. 15 sept. 2022:
00:00 • 08:00 uur en 23:00 - 23:59 uur
vrij 16 sept. 2022:
00:00 - 08:00 uur
Za. 17 sept. 2022: 00:00 - 09:00 uur
zo. 18 sept. 2022: 00:00 - 13:00 uur
Beide podia
Alddiel 11
39
61
Alddiel 12
45
68
Alddiel 6
39
63
Butlan 2
39
61
Referentiepunt 1
41
63
Referentiepunt 2
40
61
Referentiepunt 3
41
65
Referentiepunt 4
44
66
Referentiepunt 5
41
65
Referentiepunt 6
37
60
Referentiepunt 7
45
70
Freak Floor stage
Front of House
73
76
Chill-out stage
Tabel 2: Geluidsniveaus waarvoor geluidsontheffing wordt verleend in de nachtperioden
Wettelijk kader
2.1.
Ingevolge artikel 4:6, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Leeuwarden (APV) is het verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Onder hinder in de zin van dit artikel wordt in ieder geval verstaan elektrisch versterkte muziek afkomstig van een evenement.
Ingevolge het tweede lid van dat artikel kan het college van het verbod ontheffing verlenen.
Verweerder heeft bij besluit van 24 april 2018 de “Beleidsregel geluid 2018, evenementen in de open lucht” (de Beleidsregel) vastgesteld. Deze beleidsregel is gewijzigd vastgesteld bij besluit van 28 januari 2020.
2.2.
Op grond van artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vernietigt de bestuursrechter een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept.
Procedureel.
3.1.
Verweerder heeft betoogd dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard zou moeten worden. Volgens verweerder is het beroepschrift gedateerd op 30 mei 2022. Dit is meer dan zes weken na de ter inzagelegging van het besluit op 14 april 2022, zodat het beroep te laat is ingediend.
3.2.
De rechtbank overweegt dat bij de rechtbank een beroepschrift van eiser is binnengekomen op 23 mei 2022. Dit is op diezelfde dag in het rechtbanksysteem ingeboekt. Daarmee staat vast dat eiser tijdig beroep heeft ingesteld. Dat hierna op 30 mei 2022 nogmaals een beroepschrift is ingezonden doet daar niet aan af. Het beroep is daarmee ontvankelijk.
4.1.
De rechtbank stelt vast dat verweerder met een beroep op artikel 8:51a en 6:19 Awb aan de rechtbank een besluit heeft doen toekomen waarbij de bestreden geluidsontheffing is gewijzigd en de omgevingsvergunning eveneens is aangepast. De rechtbank constateert dat er door de rechtbank geen toepassing is gegeven, en in deze uitspraak ook niet zal worden geven, aan artikel 8:51a Awb (de bestuurlijke lus). Hieruit volgt dat verweerder niet door de rechtbank in de gelegenheid is gesteld om een herstelbesluit te nemen.
De rechtbank constateert voorts dat uit artikel 6:19 Awb voortvloeit dat een dergelijk besluit in beginsel van rechtswege onderdeel uitmaakt van het onderhavige beroep. De rechtbank constateert echter ook dat de betrokken herstelbesluiten zijn ingediend ná de sluiting van het onderzoek zodat de rechtbank deze besluiten op grond van artikel 8:69 Awb niet in de beoordeling van het beroep kan betrekken.
4.2.
De rechtbank is op grond van artikel 8:68 Awb bevoegd om het onderzoek te heropenen indien hij van oordeel is dat onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank heeft van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt omdat naar het oordeel van de rechtbank de beginselen van een goede procesorde in deze bijzondere situatie daaraan in de weg staan. De rechtbank neemt daarbij in overweging dat verweerder, gezien de zeer lange besluitvormingsperiode, ruim de gelegenheid heeft gehad om een goed besluit te nemen. Voorts zou heropening van het onderzoek met zich mee brengen dat er naar het oordeel van de rechtbank niet meer tijdig op het beroep van eiseres en eiser zal kunnen worden besloten zonder dat daarbij de mogelijkheden van eiseres en eiser om hun gronden tegen de nieuwe besluiten nader te onderbouwen en op zitting te bespreken ernstig worden ingeperkt. Tot slot merkt de rechtbank op dat ook voor de rechtbank de mogelijkheden om tijdig de herstelbesluiten te beoordelen te beperkt is. De rechtbank zal daarom het onderzoek niet heropenen en de herstelbesluiten en de reacties van eiseres en eiser daarop niet in de beoordeling van dit beroep betrekken.
5.1.
De rechtbank stelt voorts vast dat de geluidsontheffing is verleend door B&W Leeuwarden op grondslag van de APV Leeuwarden. In de APV regelt de gemeente Leeuwarden onder andere zaken op het gebied van openbare orde en veiligheid in de breedste zin van het woord. In dit geval woont eiser niet binnen het grondgebied van de gemeente Leeuwarden. De rechtbank ziet echter geen grondslag voor de conclusie dat eiser geen beroep op deze geluidsontheffing zou mogen doen, enkel vanwege het feit dat hij buiten de gemeente Leeuwarden woont. Niet in geschil is dat ter plaatse van de woning van eiser geluid van het festival wordt waargenomen.
5.2.
Ook de stelling dat eiser buiten de kring van personen bevindt die naar objectieve maatstaven zouden kunnen lijden onder onduldbare hinder, zoals door verweerder is betoogd, wil niet zeggen dat eiser niet in zijn belangen wordt beschermd. De rechtbank merkt daarbij op dat de geluidsgrenzen die door verweerder voor dit festival worden getrokken, liggen op de grens van wat als onduldbare hinder wordt aanvaard, zoals bijvoorbeeld in de Nota Limburg is neergelegd. Derhalve zijn deze geluidsgrenzen ook van invloed op de mate van hinder die eiser ondervindt. Daarbij merkt de rechtbank op dat de bevoegdheid van artikel 4:6 APV niet slechts is gegeven om onduldbare hinder te voorkomen, maar in zijn algemeenheid een bevoegdheid betreft om ontheffing te verlenen op het verbod op het ten gehore brengen van versterkte muziek.
6.1.
Eiser heeft aangevoerd dat de geluidsontheffing niet voldoet aan hetgeen door de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) is bepaald. Daarmee is er sprake van een ondeugdelijke motivering voor wat betreft de aanvaardbaarheid van de geluidsnorm.
6.2.
Verweerder heeft overwogen dat de geluidsniveaus conform de Beleidsnota geluid 2018 van de gemeente Leeuwarden zijn en niet leiden tot onduldbare hinder.
6.3.
De rechtbank constateert dat verweerder bij de voorgeschreven normering enkel is uitgegaan van geluidsniveaus zoals deze worden veroorzaakt binnen het house-spectrum. In eerdere procedures, zoals blijkt uit de uitspraken van de rechtbank van 17 juli 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:3198, en de (AbRS) van 19 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1038, is echter vastgesteld dat voor een worst-case benadering in de normering bij het onderhavige festival uitgegaan moet worden van het ultra-bass spectrum. Ter zitting is met verweerder vastgesteld dat in het rapport van DGMR niet wordt geadviseerd om enkel te normeren op het house-spectrum. Verweerder heeft weliswaar ook aangegeven dat spectrumonafhankelijk wordt genormeerd. Deze stelling wordt echter niet ondersteund door de rapportage van de onafhankelijke deskundige. De enkele stelling van verweerder zelf heeft onvoldoende bewijskracht om daarmee het bestreden besluit te kunnen dragen. Derhalve staat niet vast dat de toegestane geluidsniveaus niet tot onduldbare hinder zullen leiden.
7.1.
In het bestreden besluit is bepaald dat de geluidsniveaus moeten worden gemeten volgens het meetprotocol voor geluidsmetingen evenementen in de gemeente Leeuwarden, zoals is opgenomen in de Beleidsregel. Met deze wijze van handhaving is niet uitgesloten dat dat onduldbare geluidshinder zal optreden, aldus eiser.
7.2.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat dit een kwestie van handhaving betreft en thans buiten de omvang van het geding valt.
7.3.1.
De rechtbank is met eiser van mening dat, nu de wijze van handhaving is voorgeschreven in de vergunning, het onderdeel uitmaakt van het bestreden besluit en daarmee vatbaar is voor beroep.
7.3.2.
Uit het meetprotocol valt op te maken dat verweerder pas handhavend zal optreden indien binnen een (aaneengesloten) meetperiode van 5 minuten (gemeten als 5x1 minuut), drie maal een hogere waarde voor LAeq, 1 minuut en/of LCeq, 1 minuut is gemeten dan is toegelaten. Indien in de periode van 5 minuten slechts eenmaal (of tweemaal) een hogere waarde is gemeten dan toegelaten, wordt dat als een uitschieter beschouwd en wordt niet gehandhaafd.
7.3.3.
Gegeven het feit dat tot de grens van hetgeen onduldbaar is wordt genormeerd, dient elke overschrijding naar het oordeel van de rechtbank in beginsel te worden voorkomen. De handhaving zou daarop toegespitst moeten zijn. De rechtbank stelt vast dat bovenstaand instrumentarium tot gevolg heeft dat er in ieder geval gedurende twee van de vijf minuten overschrijdingen van de toegestane geluidsniveaus kunnen plaatsvinden, zonder dat dit tot handhaving van de kant van verweerder leidt. De rechtbank is er niet van overtuigd dat dit binnen het kader van het voorkomen van onduldbare hinder, een adequate wijze van handhaven vormt. De stelling van verweerder dat er bij handhaving zorgvuldig gehandeld moet worden, is onvoldoende om tot een andere beoordeling te komen. In dit geval leidt deze zorgvuldigheid jegens vergunninghoudster immers tot een situatie waarbij omwonenden een groot deel van de tijd onduldbare hinder kunnen ondervinden.
8. Het beroep is gelet op bovenstaande overwegingen gegrond. Het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking.
9. Aangezien het beroep gegrond is dient verweerder het griffierecht van eiser te vergoeden. Dit is een bedrag van €184,-. Een vergoeding van de proceskosten van eiser is al in de uitspraak LEE 22/2067 toegewezen.

Beslissing

De rechtbank
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit van 6 april 2022;
 bepaalt dat verweerder een nieuw besluit neemt met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
 draagt verweerder op het betaalde griffierecht van €184,- aan eiser te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.L. Vucsán, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Veenstra als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2022.
De griffier de rechter
de rechter is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Afschrift verzonden op: