Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake het feit in de zaak met parketnummer 18/305236-20 en het subsidiair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 18/188282-21 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De officier van justitie heeft gevorderd om aan het voorwaardelijke deel van de straf de bijzondere voorwaarden te verbinden zoals geadviseerd door de reclassering, met daarbij een locatieverbod voor de Prinsentuin in Leeuwarden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, en heeft gepleit voor oplegging van een taakstraf en een voorwaardelijke straf met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het
reclasseringsrapport van 31 januari 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 juni 2022, de ter terechtzitting afgelegde getuigenverklaring van [naam 7] , alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft als 35 jarige man meermalen seks gehad met een toen 13-/14-jarig meisje. Ondanks het feit dat verdachte wist dat het slachtoffer minderjarig was, heeft dit hem er niet van weerhouden seks met haar te hebben. Verdachte heeft met zijn handelen misbruik gemaakt van het overwicht dat hij als volwassen man op het veel jongere slachtoffer had en inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het minderjarige slachtoffer. De wet beschermt jeugdigen tussen de twaalf en zestien jaar tegen het ondergaan van seksuele handelingen. Zij moeten zich immers op een gezonde manier kunnen ontwikkelen op seksueel gebied. Daartoe dienen zij ook beschermd te worden tegen zichzelf, aangezien zij de gevolgen op lange termijn nog niet kunnen overzien. De inbreuk die verdachte heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer kan een normale en gezonde seksuele ontwikkeling doorkruisen. Ook heeft verdachte meermalen onbeschermde seks met het slachtoffer gehad. Uit het dagboek van het slachtoffer blijkt dat zij bang was dat zij misschien zwanger was geworden. De rechtbank neemt verdachte dit alles zeer kwalijk.
Ook heeft verdachte een jonge vrouw met een speaker op het hoofd geslagen, met zwaar lichamelijk letsel als gevolg. Door de klap heeft het slachtoffer een schedelbasisfractuur opgelopen. Uit het ter terechtzitting uitgeoefende spreekrecht blijkt dat het slachtoffer sinds de klap last heeft van epilepsie en in verband hiermee haar hele leven medicatie zal moeten slikken. Zij mag niet meer autorijden en kan niet meer werken. Er is sprake van PTSS. De rechtbank concludeert dat het slachtoffer tot op de dag van vandaag de gevolgen van verdachte zijn handelen ondervindt. Verdachte heeft met zijn handelen een onaanvaardbare inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Ook dit feit neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting de feiten ontkend en op geen enkele wijze verantwoordelijkheid voor zijn handelen genomen. Kennelijk heeft de verdachte geen oog voor de impact en de gevolgen die zijn handelen op de slachtoffers heeft gehad en nog heeft.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte al vaker is veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 31 januari 2022. Vanwege de ontkennende proceshouding van verdachte kan de reclassering geen relatie leggen tussen de persoon van de verdachte, de ten laste gelegde feiten en het risico op recidive. De reclassering ziet echter wel problemen op meerdere leefgebieden. Bij een veroordeling adviseert de reclassering de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, een drugsverbod en een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Gelet op de ernst van de feiten, alsmede het bepaalde in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht en de oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken, acht de rechtbank oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank zal in strafverzwarende zin meewegen dat verdachte wist dat het slachtoffer een jong meisje was en als volwassen man op geen enkel moment verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. De rechtbank zal meewegen dat ten aanzien van het feit in de zaak met parketnummer 18/305236-20 sprake is van een relatief oude zaak. Alles afwegende zal de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk aan verdachte opleggen. Teneinde recidive te voorkomen, zal de rechtbank aan het voorwaardelijk deel van de straf de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden. Het locatieverbod, zoals gevorderd door de officier van justitie, zal de rechtbank niet opleggen, omdat de rechtbank daar geen reden voor ziet.