Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 1.126,00(2 punten x €563,00),
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vordert eiser, eigenaar van een woning, een verklaring voor recht dat er sprake is van onrechtmatige hinder door de zonnepanelen van zijn buurvrouw, gedaagde. Eiser stelt dat de zonnepanelen, die aan de oostzijde van het dak van gedaagde zijn geplaatst, een felle schittering veroorzaken die zijn woongenot aantast. Gedaagde heeft in 2019 43 zonnepanelen geplaatst, waarvan 30 aan de zijde van eiser. Tijdens de procedure hebben partijen geprobeerd een minnelijke regeling te treffen, maar dit is niet gelukt. Eiser heeft aangevoerd dat de zonnepanelen de esthetische waarde van de buurt aantasten en dat er alternatieven zijn voor de plaatsing van de zonnepanelen. Gedaagde heeft echter betoogd dat zij het recht heeft om zonnepanelen te plaatsen en dat er geen onrechtmatige hinder is, aangezien de reflectie van de zonnepanelen slechts gedurende een korte periode in de ochtend voorkomt.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiser moeten worden afgewezen. De rechtbank overweegt dat het recht van gedaagde om haar eigendom te gebruiken, niet in strijd mag zijn met de rechten van anderen. De rechtbank concludeert dat de hinder die eiser ervaart niet als onrechtmatig kan worden gekwalificeerd, omdat de aard en ernst van de hinder onvoldoende zijn onderbouwd. Bovendien zijn de esthetische bezwaren van eiser niet zwaarwegend genoeg om de belangen van gedaagde te schaden. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn vastgesteld op € 1.435,00.