ECLI:NL:RBNNE:2022:2344
Rechtbank Noord-Nederland
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beleid van het Schadefonds Geweldsmisdrijven inzake shockschade en de gevolgen voor de aanvraag van eiser
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 12 juli 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor schadevergoeding door het Schadefonds Geweldsmisdrijven beoordeeld. Eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering van € 7.500,- wegens geleden shockschade na het overlijden van zijn zoon door een steekincident. Het Schadefonds had de aanvraag afgewezen op basis van het beleid dat vereist dat slachtoffers onverwachts met het geweldsmisdrijf geconfronteerd moeten zijn om in aanmerking te komen voor een schadevergoeding. Eiser betwistte deze eis en verwees naar een recente uitspraak van de Hoge Raad, waarin werd gesteld dat ook secundaire slachtoffers recht kunnen hebben op schadevergoeding, ongeacht de onverwachtheid van de confrontatie.
De rechtbank oordeelde dat het beleid van het Schadefonds onredelijk is, omdat het een extra drempel opwerpt voor slachtoffers die recht hebben op schadevergoeding. De rechtbank concludeerde dat de eis van onverwachtheid niet in lijn is met de wet en de jurisprudentie, en dat het beleid van het Schadefonds de wettelijke mogelijkheden voor het verkrijgen van een vergoeding voor shockschade heeft willen beperken. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het Schadefonds en droeg hen op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd het Schadefonds veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518,-.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor het Schadefonds om zijn beleid te herzien en te zorgen voor een billijke behandeling van slachtoffers van geweldsmisdrijven, in overeenstemming met de wet en de Europese richtlijnen.