In deze zaak heeft de gemeente Tytsjerksteradiel de rechtbank verzocht om de onderhoudsbijdrage die de man aan de gemeente verschuldigd is, vast te stellen. De man, die de vader is van een minderjarige, heeft geen informatie verstrekt aan de gemeente over zijn financiële situatie, ondanks herhaalde verzoeken. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 13 januari 2022, waarbij de gemeente vertegenwoordigd was door de heer S. Wierenga en de man door zijn advocaat, mr. J.D. Nijenhuis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man een onderhoudsverplichting heeft op basis van artikel 1:394 van het Burgerlijk Wetboek, en dat de gemeente recht heeft op verhaal van de bijstandsbijdrage die aan de vrouw en het minderjarige kind is verstrekt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen en dat de gemeente de juiste procedure heeft gevolgd. De rechtbank heeft de man verplicht om met terugwerkende kracht vanaf 1 december 2020 een bedrag van € 285,- per maand te betalen, en vanaf de datum van de uitspraak een bedrag van € 385,- per maand. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.